Wageningen Universiteit en Researchcentrum
29 jun 2011
Onderdeel: Alterra
Bossen vormen voor de Nederlanders het meest favoriete landschap. Bijna
35.000 mensen hebben de afgelopen vijf jaar hun voorkeuren voor
bepaalde landschappen kenbaar gemaakt via www.daarmoetikzijn.nl.
Hierdoor hebben onderzoekers een goed beeld gekregen van het âideale
landschapâ van de gemiddelde Nederlander. De gemiddelde Nederlander wil
het liefst 30% bos hebben in zijn of haar ideale landschap. Maar hij
houdt ook van andere landschappen dan die uit de nabije woonomgeving.
In de afgelopen vijf jaar is de voorkeur voor de gemiddelde hoeveelheid
bos wel wat afgenomen. Het gewenste percentage bos is bij jongeren
lager dan bij ouderen. Mensen die in een weids en open agrarisch gebied
wonen, willen bijna net zoveel bos als de gemiddelde Nederlander.
Mensen die in een bosrijke omgeving wonen, willen meer bos dan
gemiddeld. Dat blijkt uit onderzoek van Alterra, onderdeel van
Wageningen UR, naar de voorkeuren van mensen via de website
daarmoetikzijn.nl, in opdracht van het ministerie van Economische
Zaken, Landbouw en Innovatie. Op basis van persoonlijke voorkeuren
kunnen mensen op die website een kaart van Nederland maken waarop te
zien valt waar het landschap het meest met hun voorkeuren overeenkomt.
Het persoonlijke kaartje wordt gemaakt op basis van 15 kenmerken van
het landschap. Voor deze kenmerken kan de gebruiker aangeven hoeveel
ervan in zijn of haar ideale landschap aanwezig moet zijn. De website
berekent aan de hand van objectieve geo-informatie waar dit voorkomt en
zet dat op het persoonlijk kaartje.
Het gemiddelde ideale landschap van âdeâ Nederlander moet naast 30% bos
ook circa 20% water bevatten (zee en meren). Deze voorkeur nam enige
tijd af, maar neemt nu weer toe. Het ideale landschap moet voorts 18%
heide-, zand- of duingebied hebben. Dat ligt in 2010 lager dan in 2006.
De gewenste hoeveelheid kleinschalig agrarisch gebied is even groot als
de hoeveelheid halfopen agrarisch gebied (17%) en is de afgelopen jaren
gestegen, met een afname in het laatste jaar. De voorkeur voor weids en
open agrarisch gebied neemt af. Natuurlijk grasland, moeras en riet
scoort 14% en lijkt zich (na een afname) te stabiliseren. De gemiddelde
voorkeur voor de hoeveelheid voor sloten, beken, rivieren en plassen is
14% en neemt de afgelopen jaren toe. Weids en open agrarisch gebied
(12%), bebouwing (12%) en industriegebieden (4%) scoren altijd laag in
vergelijking tot andere indicatoren.
Het rapportcijfer voor de gemiddelde aantrekkelijkheid van het
landschap rond de eigen woonplaats is over de afgelopen jaren gestegen,
maar het laatste jaar weer gedaald. Gemiddeld is dat over vijf jaar een
6,9 (op een schaal van 1 tot 10). Naarmate de bezoeker van de website
ouder is, vindt deze het landschap rond de eigen woonplaats
aantrekkelijker. Circa 1 op de 5 bezoekers geeft een onvoldoende aan
het landschap rond de eigen woonomgeving. Deze gebieden liggen vooral
in het westen van Nederland. Nederlanders geven gemiddeld een hoger
cijfer aan de aantrekkelijkheid van het landschap dan website-bezoekers
afkomstig uit België (6,4).
In het algemeen heeft de mate van stedelijkheid waar de website
bezoeker woont geen grote invloed op de voorkeuren voor bepaalde
landschapskenmerken. Als men weinig van een bepaald landschapskenmerk
in de eigen woonomgeving heeft, dan wenst men meer van dat kenmerk.
Heeft men veel van een landschapskenmerk rond de eigen woonplaats, dan
mag daar wel wat van af. Nederlanders houden dus van een afwisselend
landschap. Het rapportcijfer voor de aantrekkelijkheid van het
landschap stijgt naarmate er meer bos, natuurlijk grasland, moeras en
riet, heide-, zand- en duingebied en hoogteverschillen zijn. Naarmate
er meer weids en open agrarisch gebied aanwezig is of sloten, beken,
rivieren en plassen, geeft men een lager rapportcijfer aan de
aantrekkelijkheid. Indien er meer industriegebieden zijn, meer
bebouwing, meer geluid, meer horizonvervuiling en meer drukte van
fietsende recreanten dan neemt de aantrekkelijkheidsscore af.
Overheden kunnen maatregelen nemen om de aantrekkelijkheid van het
landschap te vergroten door de voorkeuren te laten onderzoeken van
respondenten die een onvoldoende geven aan de aantrekkelijkheid van het
landschap rond hun woonplaats. Bijvoorbeeld door sloten te vervangen
door natuurlijk grasland, moeras en riet of houtwallen. Het
bedrijfsleven kan de gegevens van de website gebruiken om te laten
onderzoeken hoe groot het marktpotentieel is door te achterhalen
hoeveel websitebezoekers het landschap waar het bedrijf ligt,
aantrekkelijk vinden.
Â
Website www.daarmoetikzijn.nl
Contact
Meer informatie:
drs. CM (Martin) Goossen