Gemeente Rotterdam

taaloffensief moet taalbeheersing rotterdammers verbeteren

29 juni 2011 | Bestuursdienst | persbericht

Gezamenlijke aanpak gericht op eigen verantwoordelijkheid bij taalontwikkeling.

Betere signalering van taalachterstanden, een grotere rol voor werkgevers bij de aanpak van laaggeletterdheid, Taalmeesters die taalinitiatieven in de wijken aan elkaar verbinden en deelname aan taalactiviteiten stimuleren en het stellen van taaleisen aan instanties met een belangrijke voorbeeldfunctie. Dat zijn de maatregelen waarmee Rotterdam het taalniveau van de Rotterdammers de komende jaren wil verbeteren. Vandaag presenteerden de wethouders Korrie Louwes (o.a. Arbeidsmarkt en Participatie) en Hugo de Jonge (o.a. Onderwijs) het Taaloffensief tijdens een werkbezoek aan het Taalplein.

Nog teveel Rotterdammers beheersen de Nederlandse taal onvoldoende om goed te kunnen meedoen in de samenleving. Taalachterstanden liggen vaak ten grondslag aan werkloosheid, gezondheidsproblematiek, onvoldoende maatschappelijke participatie en criminaliteit. Het verbeteren van de taalbeheersing van Rotterdammers is daarom een topprioriteit van het stadsbestuur.

Gezamenlijke aanpak
De gemeente Rotterdam gaat intensiever samenwerken met verschillende partijen in de stad om taalontwikkeling te stimuleren. Organisaties in de wijk spelen een cruciale rol om mensen met een taalachterstand te bereiken en te motiveren de Nederlandse taal te leren. Het gaat daarbij om bibliotheken, huisartsen, de Centra voor Jeugd en Gezin en sportverenigingen. Zorgverleners (huisartsen, eerste- en tweedelijnszorg, tandartsen, fysiotherapeuten e.a.) gaan mensen met een taalachterstand via `receptenkaarten' doorverwijzen naar het Taalplein. Het Taaloffensief richt zich specifiek op ouders van jonge kinderen, jongeren en werknemers en werkzoekenden.

Ouders
Op dit moment groeit in sommige delen van Rotterdam bijna één op de drie basisschoolleerlingen op met een taalachterstand. Het verbeteren van de taalvaardigheid is een belangrijk speerpunt in het Rotterdams Onderwijsbeleid. Rotterdam start na de zomer als eerste stad van Nederland met zogenaamde groepen 0, die gekoppeld worden aan de basisschool en zich nadrukkelijk richten op taalontwikkeling. Rotterdam gaat daarbij ouders van groep 0- kinderen meer aanspreken om zelf aan hun taalontwikkeling te werken. Medewerkers in de kinderopvang en bij peuterspeelzalen moeten de Nederlandse taal goed beheersen. Rotterdam legt daarvoor een grotere verantwoordelijkheid bij de medewerkers zelf én bij de werkgevers. Wethouder Hugo de Jonge: "Op dit moment is het taalniveau van medewerkers niet altijd voldoende om de Nederlandse taal goed te kunnen leren aan kinderen, terwijl juist zij een belangrijke voorbeeldfunctie hebben". Om het taalniveau van medewerkers te verhogen gaat Rotterdam taaleisen vastleggen in de verordening.

Jongeren
Met name Rotterdamse mbo leerlingen kampen vaak met een grote taalachterstand. Zij krijgen extra praktijkgerichte taalondersteuning. Het project Taalmentor koppelt jongeren vanaf 18 jaar met een taalachterstand aan taalmentoren uit het bedrijfsleven, de Hogeschool Rotterdam of de Erasmus Universiteit. Dit is gericht op taalverwerving en oriëntatie op de arbeidsmarkt.

Werkenden en werkzoekenden
Wethouder Korrie Louwes: "Belangrijk uitgangspunt van het Taaloffensief is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de werkgever, werknemer en gemeente bij de aanpak van laaggeletterdheid. Netwerken als de Stichting Lezen & Schrijven en het Bondgenootschap tegen Laaggeletterdheid gaan dan ook een belangrijke rol spelen bij het verbeteren van de taalbeheersing van Rotterdammers." Binnen het Bondgenootschap hebben werkgevers, waaronder Vestia, Rabobank en Dura Vermeer en de deelgemeenten zich verenigd om laaggeletterdheid te herkennen en aan te pakken. Wie gebruik maakt van overheidsvoorzieningen, bijvoorbeeld een uitkering, is verplicht mee te werken aan een goede taalbeheersing. Werkenden en werkzoekenden krijgen taaltrajecten aangeboden om hun taalachterstand te verkleinen. Dat versterkt hun positie op de arbeidsmarkt en vergroot de kans op doorstroming. Ook voor organisaties die van de gemeente subsidie ontvangen, geldt een actieve inzet op de Nederlandse taal als subsidievoorwaarde. Ook wordt van deelnemers aan taaltrajecten vanaf 2012 een eigen bijdrage verwacht.

Kwaliteit taal- en participatietrajecten
De gemeente Rotterdam is tot 2013 verantwoordelijk voor de kwaliteit van het aanbod van de taal- en participatietrajecten onder de Wet Inburgering (WI). Vorig jaar is de kwaliteit van de trajecten en het aanbod van de taalaanbieders getoetst. Naar aanleiding van dit onderzoek worden er verbeteringen doorgevoerd en is er verscherpt toezicht ingesteld. De gemeente let scherp op de kwaliteit van de huidige taal- en participatietrajecten en onderneemt actie wanneer er niet aan de eisen wordt voldaan. In de zomer volgt een consultatieronde waarbij alle betrokken partijen worden geïnformeerd over het Taaloffensief.

Aanvullende informatie

Programmaplan Taaloffensief 2011-2014 (Pdf, 7 mB)