Onderzoeksrapport Steenhuis naar Tweede Kamer gestuurd
29 juni 2011 - Openbaar Ministerie
Op verzoek van de vaste Kamercommissie voor Veiligheid en Justitie
heeft mr. D.W. Steenhuis de afgelopen maanden onderzoek gedaan naar de
manier waarop het Openbaar Ministerie (OM) in de periode 1980-2010 is
omgegaan met misbruikzaken in de Rooms-katholieke Kerk. Vandaag
ontvangt de Tweede Kamer dit onderzoeksrapport. De vaste Kamercommissie
voor Veiligheid en Justitie heeft - mede naar aanleiding van het boek
Vrome zondaars van Joep Dohmen - op 18 februari 2011 om dit onderzoek
gevraagd.
Steenhuis heeft ruim 2.200 zaken bekeken en zeventien personen -
oud-medewerkers van OM en politie - geïnterviewd. Al met al heeft dat
vijf zedenzaken tegen RK geestelijken opgeleverd, waarvan er twee ook
al in het boek van Dohmen zijn genoemd. Dat er weinig zaken waren,
wordt ook in de interviews bevestigd. Het beperkte aantal zaken maakt
het moeilijk om in algemene zin uitspraken te doen over hoe het OM in
deze periode is omgegaan met misbruikzaken in de RK Kerk. Van afspraken
tussen de kerk en het OM om zaken binnenskamers te houden, is op geen
enkele wijze gebleken.
Uit efficiency-overwegingen heeft het onderzoek van Steenhuis zich
vooralsnog geconcentreerd op de jaren 1980 - 1990. Daarnaast heeft het
onderzoek zich geconcentreerd op de vier overwegend katholieke
zuidelijke arrondissementen (Breda, Den Bosch, Roermond en Maastricht)
en Den Haag en Almelo. De keuze voor het katholieke zuiden en de
vroegste periode, bood de meeste kans om zaken tegen RK geestelijken te
vinden.
Volgens de onderzoeker is het hoogst onwaarschijnlijk dat in de (nog)
niet onderzochte jaren en arrondissementen het aantal RK geestelijken
ineens drastisch zou toenemen. Deze opvatting wordt versterkt door het
feit dat ook de commissie-Deetman weinig meldingen heeft gekregen over
de jaren na 1980.
Dat er zo weinig zaken zijn, kan deels verklaard worden uit de sluiting
van internaten en kostscholen die vanaf 1960 op grote schaal
plaatsvond. Eerder misbruik vond vaak in deze omgeving plaats. Een
tweede verklaring moet gezocht worden in de invloed van de RK Kerk op
gelovigen. Eén van de geïnterviewden drukte het als volgt uit:
`aangifte doen tegen een geestelijke is opstaan tegen de Kerk'. De kerk
beschikt bovendien over een eigen tuchtrecht en kan strafmaatregelen
opleggen als overplaatsing, schorsing voor een bepaalde periode of
ontzetting uit het ambt. Dit sanctiestelsel genoot lange tijd veelal de
voorkeur boven justitieel optreden.
Bestanden
* Onderzoeksrapport Steenhuis (4 Mb) | pdf-icoon pdf-bestand
Zie het origineel
Openbaar Ministerie