Patiënten met nieuwe heup sneller naar huis na minimaal invasieve operatie
met computernavigatie
Datum: 22 juni 2011
Bij een minimaal invasieve heupoperatie plaatst de chirurg de kunstheup
door een kleine snede in de huid en wordt schade aan de spieren en
pezen rond het heupgewricht zoveel mogelijk voorkomen. Om de kunstheup
zo precies mogelijk te plaatsen wordt hierbij gebruik gemaakt van
computernavigatie. Bewegingswetenschapper Inge Reininga van het
Universitair Medisch Centrum Groningen heeft aangetoond dat de
plaatsing van kunstheupen net zo nauwkeurig plaatsvindt bij de
computergenavigeerde minimaal invasieve heupoperatie als bij de
gebruikelijke operatietechniek, terwijl de ligduur van patiënten korter
is. Op 29 juni 2011 promoveert Reininga op de resultaten van haar
onderzoek aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Door de vergrijzing en het toenemend aantal mensen met overgewicht
hebben steeds meer mensen last van gewrichtsslijtage van de heup en
krijgen daarom steeds meer mensen een kunstheup. Deze operatie is
belangrijk om deze mensen in beweging te houden en draagt daarmee bij
aan het gezond en actief ouder worden. Minder belastende operaties
kunnen een verbetering in de zorg opleveren. Reininga heeft de
effectiviteit van de computer genavigeerde minimale invasieve
heupoperatie vergeleken met die van de gebruikelijke operatietechniek.
Kortere ligduur
Een groep van 35 patiënten kreeg een nieuwe heup met de nieuwe
operatiemethode. De uitkomsten werden vergeleken met die van 40
patiënten die met de gebruikelijke operatietechniek werden geopereerd.
De gemiddelde ligduur in het ziekenhuis was korter na de
computergenavigeerde minimaal invasieve operatiemethode (5,2 in plaats
van 6,9 dagen), ondanks een iets langere operatieduur en meer
bloedverlies.
Loopfunctie
Door het gebruik van de minimaal invasieve operatiemethode met
computernavigatie werden de kunstheupen net zo nauwkeurig geplaatst als
bij de gebruikelijke operatietechniek. Er is echter geen bewijs
gevonden voor een sneller herstel van de loopfunctie na deze
operatiemethode. Om te onderzoeken of de patiënten met een kunstheup
weer net zo goed kunnen lopen als mensen zonder heupslijtage, werd hun
loopfunctie vergeleken met die van even oude gezonde proefpersonen.
Hoewel de loopfunctie sterk verbeterde na de operatie bleven er, zes
maanden na de operatie, kleine verschillen bestaan in bepaalde aspecten
van het looppatroon van de patiënten en die van gezonde personen.
Inbedding
Reininga adviseert de nieuwe techniek bij heupoperaties in te bedden in
verkorte ziekenhuis-opnameprogramma's in combinatie met gerichte
postoperatieve fysiotherapie om een optimaal herstel na de operatie
mogelijk te maken. Verder onderzoek is nodig naar de
kosteneffectiviteit van de nieuwe operatiemethode in vergelijking met
de gebruikelijke operatietechniek.
Curriculum Vitae
Inge Reininga (Marrum, 1981) studeerde Bewegingswetenschappen aan de
Rijksuniversiteit Groningen. Zij voerde haar promotieonderzoek uit bij
de afdeling Orthopedie van het UMCG, in samenwerking met de afdelingen
Gezondheidswetenschappen en het Centrum voor Bewegingswetenschappen,
eveneens van het UMCG. Het project maakt deel van het
onderzoeksprogramma van de Graduate School for Health Research SHARE
van het UMCG. Het onderzoek werd gefinancierd door ZonMw. De titel van
het proefschrift van Inge Reininga is "Computer-navigated minimally
invasive total hip arthroplasty. Effectiveness, clinical outcome and
gait performance." Promotoren: S.K. Bulstra, J.W. Groothoff,
copromotoren: M. Stevens, W. Zijlstra
Rijksuniversiteit Groningen