Gemeente Utrecht


2011 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
88 Vragen van de heer J.A. Kleuver
(ingekomen 28 juni 2011)


SV inzake de bouwwerkzaamheden Hart van Hoograven Zuid.

De werkzaamheden voor de bouw van het Hart van Hoograven zijn in volle gang. Zoals het college bekend is, zijn er in de buurt van de bouwwerkzaamheden huizen van begrijpelijkerwijs bezorgde bewoners die kampen met beschadigde huizen. Het onderwerp is al eerder tijdens raadsinformatieavonden en commissievergaderingen aan de orde geweest en het college heeft reeds toezeggingen gedaan wat schadeloosstelling betreft. Er heeft zich in het gebied een aantal ontwikkelingen voorgedaan, die voor D66 aanleiding vormen om u de volgende vragen te stellen.

Sommige vragen zijn zeer gedetailleerd geformuleerd. Dat is niet omdat D66 wil zeuren, maar de essentie van de problemen zit voor een deel mogelijk in details.

1. Is het college bekend met zeer recente, nieuwe schadegevallen en -claims en vallen deze onder de eerdere toezeggingen van het college met betrekking tot de schadeloosstelling van de bewoners?


a. Zo nee, waarom niet?

2. Hoe zijn deze nieuwe schades naar de mening van het college ontstaan?

Er is in het kader van de werkzaamheden een "Vergunning ten behoeve van het aanleggen riooltracé Hart van Hoograven Zuid" afgegeven. In deze vergunning is een aantal zaken vastgelegd.

3. Hoeveel peilbuizen hadden er op grond van de vergunning geplaatst moeten worden en hoeveel peilbuizen zijn er daadwerkelijk geplaatst?


a. Indien er minder peilbuizen geplaatst zijn dan volgens de vergunning vereist, wat is daarvan de reden?
b. Heeft het Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden (Hierna HdSR) op enige wijze de gemeente erop gewezen dat naar hun oordeel er te weinig peilbuizen zijn geplaatst en wat heeft de gemeente naar aanleiding van zo'n eventuele melding ondernomen?

c. Indien het zo is dat er te weinig peilbuizen zijn geplaatst, wat zijn daarvan de mogelijke consequenties?

d. Heeft HdSR op enige wijze de gemeente erop gewezen dat naar hun oordeel de peilbuizen niet goed ingeregeld zijn?

e. Zo ja, wat is er met deze melding gebeurd en hoe kan het dat de peilbuizen niet goed ingeregeld waren en wat zijn de mogelijke consequenties ervan?

f. Heeft de gemeente een meldingsplicht inzake de gegevens van peilbuizen aan HdSR en is de gemeente die plicht nagekomen?

4. Hoeveel hoogtebouten hadden er op grond van de vergunning geplaatst moeten worden en hoeveel hoogtebouten zijn er daadwerkelijk geplaatst?

a. Indien er minder hoogtebouten zijn geplaatst dan volgens de vergunning vereist, wat is daarvan de reden?

b. Zijn alle geplaatste hoogtebouten 'ingemeten'?

c. Zo nee, waarom niet en heeft de gemeente wat de communicatie met HdSR betreft aan alle gestelde verplichtingen en eisen voldaan?


5. Is het correct dat er overschrijdingen hebben plaatsgevonden in de verschilzetting van de hoogtebouten?

a. Zo ja, wat heeft de gemeente ondernomen toen deze overschrijdingen werden geconstateerd?

b. Heeft er, één-, twee- of driezijdig, communicatie plaatsgevonden tussen HdSR, de gemeente en de bewoners?

c. Zo ja, kunt u ons van deze communicatie op de hoogte brengen voor zover deze schriftelijk heeft plaatsgevonden?

6. Is de gemeente bereid om alle communicatie tussen gemeente en HdSR, met name over storingen, overschrijdingen van zettingsmetingen en onderschrijdingen van signaleringswaarden zoals voorgeschreven in de vergunning aan de betrokken bewoners te verstrekken? Zo nee, waarom niet?


---- --