Pensioenakkoord: bezwaren ACP bevestigd door CPB
Het Centraal Planbureau (CPB) heeft, op verzoek van de Tweede Kamer, een
eerste analyse van het Pensioenakkoord gemaakt. De ACP kan niet instemmen met
dit onlangs afgesloten akkoord tussen werkgevers en de vakcentrales. De
bezwaren die de basis vormen voor dit standpunt, worden bevestigd in het
rapport van het CPB. Het pensioenakkoord zet mensen met zware beroepen,
mensen met een laag inkomen en oudere werknemers in de kou.
Ook neemt door dit akkoord de onzekerheid voor jongeren toe. Werkgevers
blijven daarentegen buiten schot. De pensioenpremies, voor het grootste
gedeelte betaald door werkgevers, mogen niet stijgen en harde afspraken
over het in dienst nemen of houden van ouderen ontbreken. Een verhoging
van de AOW-leeftijd zal dus leiden tot meer werkloosheids- en
arbeidsongeschiktheidsuitkeringen.
Jongeren
In het rapport van het CPB komen de factoren aan bod die nadelig kunnen
uitpakken voor jongeren. Pensioenfondsen hoeven minder hoge financiële
buffers aan te houden, mogen met een hoog percentage aan rendement
rekenen (zonder dat dat rendement zeker is) en risicovoller beleggen.
Dit alles geeft onzekerheid voor de lange termijn. Is er in de toekomst
wel voldoende geld om de jongeren van nu hun pensioen uit te betalen?
Dit zal afhangen van de verdere uitwerking. Voor de ACP is dit echter
te onzeker om in te kunnen stemmen met het Pensioenakkoord.
AOW-uitkering
Een ander punt is de verhoging van de AOW-uitkering. Dit wordt deels
betaald uit het afschaffen van fiscale voordelen voor ouderen met een
laag inkomen. Het CPB meldt dat dit gunstig is voor ouderen met een
hoog inkomen die nu geen gebruik kunnen maken van de huidige fiscale
voordelen. Mensen die nu wel recht hebben op die fiscale voordelen,
gaan er deels op achteruit en blijven deels gelijk. Dit omdat er een
nieuwe beperktere fiscale regeling komt. Het bezwaar van de ACP dat de
verhoging van de uitkering voor iedereen, ten koste gaat van mensen met
lagere inkomens, wordt ook door het CPB in haar rapport aangestipt.
AOW-leeftijd
Bij de verhoging van de AOW-leeftijd zijn door de ACP ook scherpe
kanttekeningen geplaatst. Door deze verhoging missen mensen een deel
van hun inkomen ten opzichte van de huidige situatie na hun 65e jaar.
Het CPB verwacht dat dit gemis in inkomen voor de helft van de mensen
opgevangen wordt door langer doorwerken. Zij hebben dan salaris in
plaats van een AOW-uitkering. Voor de andere helft van de mensen geldt
dit niet. Een kwart van de toekomstige 65-plussers moet daarom - totdat
de AOW-uitkering ingaat - een beroep doen op een andere uitkering,
zoals de WW of de WIA. En een kwart van de mensen zal dit
inkomensverlies opvangen door hun AOW- uitkering en pensioen eerder in
te laten gaan. Dit leidt voor hen dan wel gedurende hun hele pensioen
tot een netto inkomensverlies van zes a zeven procent. Deze cijfers
onderstrepen het belang van harde afspraken over het in dienst houden
of nemen van ouderen.
ACP Actueel & rapport CPB
Meer informatie over het standpunt van de ACP met betrekking het
Pensioenakkoord is te lezen in de ACP Actueel van op maandag 27 juni.
Dit document, maar ook het rapport van het CPB, zijn beiden onderaan de
pagina te downloaden.
---
28/06/11 14:17
---
Bestanden:
Analyse_CPB_-_Pensioenakkoord_juni_2011.pdf358 K
ACP_Actueel_-_Pensioenakkoord__juni_2011_.pdf150 K
Zie het origineel
Politiebond ACP