Rijksoverheid
28 juni 2011
Beantwoording vragen van de leden Voordewind, De Roon en Van der Staaij over de groeiende crisis tussen Hamas en Israël.
Geachte Voorzitter, Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Voordewind, De Roon en Van der Staaij over de groeiende crisis tussen Hamas en Israël. Deze vragen werden ingezonden op 13 april 2011 met kenmerk 2011Z07753. Door een administratieve omissie werden deze niet eerder verzonden.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Dr. U. Rosenthal
Antwoorden van de heer Rosenthal, Minister van Buitenlandse Zaken op vragen van de leden Voordewind (ChristenUnie), De Roon (PVV) en Van der Staaij (SGP) over de groeiende crisis tussen Hamas en Israël (ingezonden 13 april 2011).
Vraag 1 Heeft u kennisgenomen van de aanslag van Hamas op een Israëlische schoolbus en in het algemeen de aanhoudende raketbeschietingen op Israël vanuit de Gaza? Antwoord 1 Ja. Vraag 2 Heeft u kennisgenomen van de verklaring van EU Hoge Vertegenwoordiger (HV) Ashton afgegeven op 8 april jl., aangaande "the violence in and out of Gaza"? Deelt u de mening dat de HV met deze verklaring het gebruik van geweld door beide partijen gelijk stelt terwijl Hamas gericht burgerdoelen aanvalt? Deelt u tevens de mening dat hiermee zowel de grondbeginselen van het oorlogsrecht als het inherente recht van Israël op zelfverdediging worden miskend? Zo nee, waarom niet? Antwoord 2 Ja, ik heb kennis van genomen van de verklaring en deze bevat naar mijn oordeel geen gelijkstelling van het geweld van beide partijen. Het optreden van Israël zich niet laat zich niet vergelijken met het optreden van Hamas. HV Ashton roept Hamas onverkort op tot onmiddellijke stopzetting van de aanvallen op burgers en vra
agt aan Israël om terughoudendheid bij het gebruik van geweld dat wordt aangewend als reactie op deze aanvallen. Dit acht ik een passend onderscheid dat in lijn is met het humanitair oorlogsrecht alsook met het recht op zelfverdediging. Vraag 3 Heeft u kennisgenomen van de oproep van de Arabische Liga voor een vliegverbod boven de Gaza? Antwoord 3 Ja. Vraag 4 Deelt u de mening dat een dergelijk vliegverbod het inherente recht van Israël tot zelfverdediging onrechtmatig beperkt? Zo nee, waarom niet? Antwoord 4 De Nederlandse regering is tegen de instelling van een dergelijk vliegverbod boven Gaza. Vraag 5 Heeft u tevens kennisgenomen van een veroordeling van het geweld en de aanhoudende raketbeschietingen vanuit de Gaza op Israël door de Arabische Liga? Zo nee, bent u bereid om aan te dringen op een dergelijke veroordeling? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5 Een dergelijke veroordeling is niet door de Arabische Liga uitgebracht. De Arabische Liga verschilt van inzicht met de Europese Unie op dit punt. Dit komt aan de orde in de reguliere besprekingen tussen deze organisaties.