Persbericht 28 juni 2011
Antiwitwaswetgeving niet consistent toegepast
Waar antiwitwaswetgeving vrijwel overal ter wereld geaccepteerd is, blijkt de praktijk weerbarstiger: due diligence onderzoeken en meldingsplicht worden niet consistent toegepast, zowel binnen bedrijven, branches als landen. Dit is de belangrijkste conclusie van het onderzoek van Liliya Gelemerova, die vandaag promoveert aan Tilburg University. De inconsequente aanpak is grotendeels te wijten aan onduidelijke begripsbepalingen, onduidelijke regels en verschillen in juridische context en bedrijfsculturen.
De globalisering heeft ertoe geleid dat financiële diensten, zoals het internationaal overboeken van geld, ook voor misdadigers overal ter wereld toegankelijk zijn geworden. Tegelijkertijd hebben antiwitwasmaatregelen een internationalere reikwijdte gekregen. Maar hoe effectief zijn die maatregelen? Promovenda Liliya Gelemerova onderzocht de oorsprong en grondslagen van het internationale antiwitwasbeleid en de argumenten van beleidsmakers om nieuwe en strengere regels op te stellen.
Gelemerova constateert dat de antiwitwaswetgeving talloze problemen met zich meebrengt die van invloed zijn op het bedrijfsleven en op de gewone burger, vooral als het gaat om het doorlichten van klanten en het melden van verdachte activiteiten. "Als we het systeem beter willen laten functioneren, mogen we deze problemen niet negeren," aldus Gelemerova.
De internationale maatregelen om witwassen tegen te gaan omvatten een meldingsplicht van banken en talloze andere, vooral financiële instellingen en professionals bij verdachte financiële transacties. Dit uitgebreide handhavingssysteem blijkt echter niet te werken, aldus Gelemerova. Door gebrek aan prestatiemetingen valt lastig te bepalen hoe de maatregelen in de praktijk uitpakken: zelfs onbedoelde effecten komen slechts anekdotisch aan het licht. De gehanteerde definities zijn niet helder, wat leidt tot onderzekerheid en een ontoereikende toepassing van strafrecht en -regelgeving.
Instellingen met een meldingsplicht hebben elk hun eigen instrumenten en worstelen met de vraag of hun procedures wel aan de eisen voldoen. In de praktijk komt het er vaak op neer dat due diligence onderzoeken (naar de herkomst van het geld) nauwelijks meer om het lijf hebben dan een afvinkexercitie. Als gevolg daarvan kunnen financiële inlichtingendiensten niet blind vertrouwen op de kwaliteit van de informatie die zij ontvangen. Of een financiële instelling met een bepaalde klant of partner in zee wil gaan, wordt dus grotendeels bepaald door de risicobereidheid van die instelling, en die verschilt van organisatie tot organisatie.
Waar de strafrechtelijke benadering vrijwel universeel geaccepteerd is, blijkt de praktijk weerbarstiger: due diligence onderzoeken en meldingsplicht worden niet consistent toegepast, zowel binnen bedrijven, branches als landen. Gelemerova: "Het is een Panopticon dat gebouwd is op drijfzand."
Liliya Gelemerova (1975 Blagoevrad, Bulgarije) studeerde aan de University of National and World Economy in Sofia. Ze voltooide daarnaast een postdoctorale opleiding bij het Centre for British Studies van de Humboldt-universiteit in Berlijn. Ze werkte ze voor de Bulgaarse financiële inlichtingeneenheid FIU, waar ze verantwoordelijk was voor de internationale samenwerking op het gebied van grensoverschrijdende criminaliteit en het witwassen van geld. Daarnaast heeft ze ervaring opgedaan bij Transparency International in Berlijn en bij de Confederation of British Industry in Londen. In Londen was ze werkzaam als onderzoeker en due diligence specialist voor twee inlichtingenorganisaties in het bedrijfsleven, waarna ze in dienst trad bij Nardello & Co. Bij Nardello & Co. heeft Gelemerova de leiding over de Eastern Europe and Former Soviet Union Practice, waar zij zich bezighoudt met due diligence, ondersteuning bij gerechtelijke procedures en andere onderzoeksopdrachten.
Universiteit van Tilburg