Hoge Raad der Nederlanden

Hoge Raad doet op 28 juni uitspraak in Eindhovense zedenzaak

Den Haag , 24-6-2011

Achtergrond
De verdachte staat terecht voor het meermalen plegen van ontuchtige handelingen met een bij aanvang van deze handelingen 9-jarige jongen. Deze ontucht vond plaats in de Eindhovense woning van de verdachte. De zaak was al eerder bij de Hoge Raad (arrest van 30 maart 2010, LJN BL7813). Toen werd de beslissing van het hof vernietigd en werd zaak teruggewezen naar het hof in verband met de bewijsvoering. Daarbij liet de Hoge Raad andere veroordelingen wegens gelijksoortige feiten in stand. Dat betrof het plegen van ontucht met een drietal jongens in de leeftijd van 12 tot 16 jaar, in dezelfde periode.

Procedure bij hof en Hoge Raad
Het hof veroordeelde de verdachte op 29 juni 2010 tot 36 maanden gevangenisstraf waarvan 9 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van vijf jaar (LJN BM9469). Het hof stelde daarbij als bijzondere voorwaarde dat de verdachte zich tijdens de proeftijd onder het toezicht stelt van Reclassering Nederland en zich gedraagt naar de voorschriften en aanwijzingen die deze instelling hem geeft.

Namens de verdachte is bij de Hoge Raad beroep in cassatie ingesteld door J. Goudswaard en I. van Straalen, advocaten in Den Haag.

De advocaat-generaal Hofstee heeft op 26 april 2011 geadviseerd tot verwerping van het beroep.

Uitspraak Hoge Raad
De Hoge Raad zal op dinsdag 28 juni om 12.00 uur uitspraak doen. Een samenvatting van die uitspraak wordt die dag om 12.30 uur op de website van de Hoge Raad gepubliceerd, met doorklik naar de volledige uitspraak.

Persraadsheer Jhr. mr. B.C. de Savornin Lohman is op dinsdag 28 juni van 12.30 tot 13.30 uur (via onderstaand telefoonnummer) bereikbaar voor het geven van toelichting.

Den Haag, 24 juni 2011
Mireille Beentjes, communicatieadviseur,
Tel. 070 - 3611237