Raad van State


maandag 27 juni 2011
Zitting over de vrijstelling die het college van burgemeester en wethouders van Haarlemmermeer heeft verleend om het voormalige Floriadeterrein en de aanwezige bebouwing te kunnen gebruiken als congres-, beurzen- en evenementencentrum 'Expo Haarlemmermeer'. Deze vrijstelling is nodig, omdat het bestemmingsplan dit gebruik niet toestaat. De vrijstelling is ook verleend voor een reclamezuil van maximaal vijftien meter hoog en zestig lichtmasten die maximaal tien meter hoog mogen worden. Het gaat om een vrijstelling voor een periode van zes jaar. Het voormalige expositiegebouw van de Floriade, dat het Glazen Dak heet, bestaat onder meer uit een auditorium en een handelscentrum. Voor het auditorium heeft het gemeentebestuur een bouwvergunning verleend. De bouwvergunning voor het handelscentrum heeft het gemeentebestuur na bezwaren van de stichting Vrienden van het Floriadegebied alsnog geweigerd. De stichting vindt dat het gemeentebestuur ook de bouwvergunning voor het auditorium had moeten weigeren vanwege de samenhang met het handelscentrum. Verder zou het auditorium in strijd zijn met het bestemmingsplan en een andere vrijstelling die het gemeentebestuur eerder verleende. De stichting vindt ook dat het gemeentebestuur geen vrijstelling had mogen verlenen voor het congres-, beurzen- en evenementencentrum, de reclamezuil en de lichtmasten. Volgens haar is met onjuiste verkeersgegevens gewerkt en is niet alleen de geluidhinder, maar ook de luchtverontreiniging verkeerd berekend. Hierdoor is het vrijstellingsbesluit op onjuiste gegevens gebaseerd. Ook vindt de stichting dat het gemeentebestuur beter onderzoek had moeten doen naar de ecologische gevolgen van het centrum, de zuil en de lichtmasten. Daarom komt de stichting zowel tegen de bouwvergunning als tegen de vrijstelling in hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De rechtbank in Haarlem verklaarde in november 2010 eerdere beroepen van de stichting ongegrond. (zaaknummers 201012202/1 en 201012203/1)

11.00 uur

Zitting over de milieuvergunning die het college van gedeputeerde staten van Flevoland heeft verleend aan Orgaworld voor het composteren van afvalstoffen aan de Zeeasterweg in Lelystad. Het bedrijf ligt vlakbij Natuurpark Lelystad. De vergunning maakt het mogelijk 100.000 ton organisch afval te composteren in plaats van de nu vergunde 75.000 ton. Ook wordt de luchtafvoer via de bioscrubber vergroot, de schoorsteen verhoogd van 21 naar 37 meter en de bedrijfstijden verruimd. Een naastgelegen afvalverwerkingsbedrijf en een groep omwonenden komen tegen de vergunning in beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De omwonenden vinden dat bij de vergunning ook de activiteiten van twee andere afvalverwerkende bedrijven hadden moeten worden betrokken vanwege de samenhang tussen de drie bedrijven. Ook had het provinciebestuur volgens hen moeten beoordelen of een milieueffectrapport nodig is om de gevolgen van de uitbreiding van Orgaworld voor de omgeving in kaart te brengen. Verder zou de vergunning niet duidelijk voorschrijven welke afvalstoffen mogen worden gecomposteerd. De omwonenden vrezen bovendien overlast door de cumulatie van geluid en geur die van de drie afvalverwerkende bedrijven afkomstig is. Een van de andere afvalwerkende bedrijven, Afvalzorg, verzet zich ertegen dat in de vergunning van Orgaworld geen voorschrift is opgenomen voor de uitstoot van ammoniak. (zaaknummer 201005116/1)

13.30 uur

Zitting over de tijdelijke voorwaarde die het college van burgemeester en wethouders van Tiel heeft gesteld aan het gebruik van het pand De Vrije Markt aan de Spoorstraat in Tiel. 'De Vrije Markt Tiel, De Oude Veiling B.V.' gebruikt het pand voor het houden van een vrije markt en evenementen. Volgens de brandweer moeten twee brandwachten aanwezig zijn tijdens de openingstijden van het pand, omdat sprake zou zijn van een brandonveilige situatie. Daarom heeft het gemeentebestuur de voorwaarde in april 2008 gesteld. Het gemeentebestuur heeft in mei 2008 een dwangsom opgelegd aan het bedrijf omdat een aantal keer is geconstateerd dat er geen brandwachten aanwezig waren. In januari 2009 heeft het gemeentebestuur besloten bestuursdwang toe te passen tegen het bedrijf, omdat het pand niet zou voldoen aan de regels voor brandveiligheid. Ook zouden de verlichtingsinstallatie en de vluchtrouteaanduiding niet in orde zijn. Het gemeentebestuur wilde met de bestuursdwang bereiken dat het bedrijf het pand niet meer zou gebruiken zolang de regels werden overtreden. Het bedrijf kwam eerder tegen deze drie besluiten in beroep bij de rechtbank in Arnhem. Die verklaarde in november 2010 het beroep tegen de voorwaarde en tegen de bestuursdwang gegrond. Naar het oordeel van de rechtbank was de voorwaarde op de verkeerde wetgeving gebaseerd en tevens verkeerd ondertekend door de brandweercommandant namens het gemeentebestuur. Toch heeft de rechtbank besloten 'de rechtsgevolgen van de voorwaarde in stand gelaten'. Verder heeft de rechtbank het bestuursdwangbesluit gedeeltelijk vernietigd, omdat niet zeker was dat de verlichtingsinstallatie en de vluchtrouteaanduiding niet in orde waren. Het bedrijf wil ook de rest van het bestuursdwangbesluit en de voorwaarde van tafel hebben en komt tegen de uitspraak van de rechtbank in hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. (zaaknummer 201010604/1)

14.00 uur

Vooraankondiging van de uitspraken in hoofdzaken (bodemprocedures) die de Afdeling bestuursrechtspraak op woensdag om 10.15 uur openbaar zal maken. Ga naar deze pagina voor een selectie van de meest in het oog springende uitspraken. Of ga naar deze pagina voor een volledig overzicht van de uitspraken.

14.30 uur

Zitting over de vaststelling door de gemeenteraad van Utrecht van het bestemmingsplan 'HOV om de Zuid'. De gemeente Utrecht werkt samen met het Bestuur Regio Utrecht aan een netwerk voor Hoogwaardig Openbaar Vervoer (hierna: HOV). Het bestemmingsplan maakt de aanleg mogelijk van een trambaan tussen Centraal Station Utrecht en De Uithof. De zitting gaat ook over de bouwvergunning die het college van burgemeester en wethouders van Utrecht heeft verleend voor een HOV-lijn met station en diverse onderdoorgangen. Het gaat om het station Vaartsche Rijn. Verder gaat de zitting over de hogere geluidswaarden die het gemeentebestuur heeft vastgesteld voor woningen in de omgeving van het station. Een inwoner van Utrecht die langs het traject woont, vreest overlast te ondervinden. Hij is het er niet mee eens dat de trams langs zijn woning zullen rijden. Daarom komt hij in beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. (zaaknummer 201009358/1)