Rijksvoorlichtingsdienst
STRENGER STRAFFEN RISICOJONGEREN
Met de invoering van het adolescentenstrafrecht komt Staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) met een breed pakket aan maatregelen om de criminaliteit van risicojongeren beter en effectiever aan te kunnen pakken. Het adolescentenstrafrecht biedt een samenhangend sanctiepakket voor 15 tot 23 jarigen waarin een stevige en vooral consequente aanpak van risicojongeren centraal staat en ernstige delicten zwaarder bestraft kunnen worden. Teeven presenteert zijn plannen vandaag in een brief aan de Tweede Kamer.
Het kabinet wil dat grensoverschrijdend gedrag van risicojongeren wordt teruggedrongen. Met de invoering van het adolescentenstrafrecht komt Teeven tegemoet aan de afspraken zoals neergelegd in het regeerakkoord. De elementen uit de eveneens aangekondigde strafdienstplicht maken integraal onderdeel uit van het adolescentenstrafrecht.
Het adolescentenstrafrecht biedt, meer dan in een systeem van vaste leeftijdsgrenzen, de mogelijkheid rekening te houden met de ontwikkeling van de jongere, de ernst van het feit en de omstandigheid waaronder dat feit gepleegd is. Om die reden komt de staatssecretaris met een samenhangend sanctiepakket voor de doelgroep van 15 tot 23 jarigen, waardoor de strafrechtelijke aanpak van 18-min en 18-plus jongeren beter op elkaar aan zal sluiten.
Daarnaast maken de maatregelen in het adolescentenstrafrecht het mogelijk strenger te straffen bij ernstige delicten. Zo wordt de maximale duur van jeugddetentie verhoogd van twee naar vier jaar en kan een zwaar zeden- of geweldsmisdrijf niet meer enkel met een taakstraf worden bestraft. Ook krijgt de rechter de mogelijkheid de pij-maatregel om te zetten in TBS in die gevallen waar blijkt dat de veroordeelde nog gevaarlijk is wanneer de pij-maatregel eindigt.
Voorts neemt Teeven enkele maatregelen om slimmer en efficiënter te kunnen straffen. Zo wil hij onder meer dat elektronisch toezicht vaker wordt toegepast en bevordert hij het gebruik van intensieve, op het gezin gerichte interventies. Daarnaast krijgt de rechter de mogelijkheid om het volgen van onderwijs als bijzondere voorwaarde aan een jongere op te leggen. Verder wordt het bij de gedragsbeïnvloedende maatregel mogelijk om bij onvoldoende medewerking de jongere tijdelijk in een jeugdinrichting te plaatsen (een 'time-out').
Tot slot is de bewindsman van mening dat er consequenter moet worden opgetreden in de uitvoering, door bijvoorbeeld strenger op te treden bij mislukte taakstraffen. Een concept wetsvoorstel zal na de zomer ter consultatie worden aangeboden.
Noot voor redacties (