Nieuw jaarboek historie Geuldal in de maak
VALKENBURG AAN DE GEUL, 20110624 -- Momenteel werkt de stichting Historische en Heemkundige Studies in en rond het Geuldal aan de publicatie van een nieuw jaarboek. Sinds 1991 verschijnt deze reeks al. Voor informatie over het boek kan men terecht op website www.historiegeuldal.nl of bellen met Henk Roelofs, tel. 06 23122841
Een groot deel van het Geuldal blijkt historisch en heemkundig een nauwelijks ontgonnen gebied. Daarom besloten in 1991 een aantal mensen zich verder te verdiepen in de geschiedenis van deze streek , anderen daartoe aan te sporen en de resultaten van hun onderzoeken op een wetenschappelijk verantwoorde wijze vast te leggen en uit te geven in de vorm van een jaarboek. Daarnaast wilde het bestuur ook jonge historici de kans geven om het resultaat van hun studie en onderzoek te publiceren. De te publiceren artikelen moeten een goede kwaliteit hebben en bovendien voldoen aan een aantal eisen waardoor er voorwaarden geschapen worden om een wetenschappelijk peil te bereiken en te handhaven. Daardoor zijn de jaarboeken ook voor de beroepsmatig betrokkenen waardevol. Er wordt naar gestreefd in iedere uitgave aandacht te schenken aan zowel historische als archeologische, heemkundige en genealogische onderwerpen. Zo hoopt men diegenen te bereiken die belangstelling hebben voor het verleden van de eigen regio.
In het nieuwe jaarboek wordt gestreefd naar de opname van de volgende zes artikelen:
Monumentale glaskunst in het Geuldal van 1855-ca. 1930
door Mariëtte Paris-Vankan
De doelstelling van dit artikel is een overzicht te geven van de monumentale glaskunst in het Geuldal van 1855 tot circa 1930. In 1855 richtte Frans Nicolas Sr. (1826-1894) in Roermond zijn atelier voor de glasschilderkunst op. Hij zorgde hierdoor voor een herleving van de glasschilderkunst in Limburg en Nederland. Behalve dit atelier voerden vóór 1930 ook atelier Gebroeders Den Rooijen uit Roermond en een aantal Duitse ateliers ramen uit in het Geuldal. Zij zorgden ook voor de ontwerpen. Soms worden ontwerpen of delen ervan op verschillende plaatsen gebruikt. De meeste ramen uit deze periode bevinden zich in kerken. De ramen die zich in het Geuldal nog in gebouwen bevinden zijn geïnventariseerd. Daarbij is uiteraard gekeken naar de voorstelling, de schenkers, de ateliers en de plaats in het gebouw.
Arcadisch Limburg.
Marie Koenen over leven en gebruik in het pre-industriële Geuldal
door Rob P.W.J.M. van der Heijden
Marie Koenen, ook wel de ‘moeder der Limburgsche letteren’ genoemd, beschreef in haar typische romans de situatie op het Zuid-Limburgse platteland. Haar literatuur werd door de wijzigende tijdgeest naar de literatuurgeschiedenis verbannen. Zij is evenwel niet alleen voor literatuurhistorici van belang. Haar beschrijving van het leven in onze regio is ook voer voor historisch geïnteresseerden. Aan de hand van Marie Koenen wordt u in deze bijdrage meegenomen naar het leven op het Zuid-Limburgse platteland in de periode 1875-1914.
De wetten van de classis Maastricht, 1659-1805.Een bronnenpublicatie door Fr.G.H.M. Crutzen
De eerste classis Maastricht functioneerde slechts van 1634-1635. Na de Vrede van Munster (1648) werd zij een jaar later heropgericht en functioneerde tot 1805 volgens de in 1659, 1671 en 1728 opgestelde klassikale wetten. De leden van een classis werden gevormd door de predikanten van de gereformeerde gemeenten die onder haar ressorteerden. Beschikten dezen over een kerkeraad, dan mocht ook een ouderling naar de vergaderingen worden afgevaardigd. De publicatie van de klassikale wetten is het doel van deze bijdrage. Na een inleiding over het ontstaan en de heroprichting van de classis Maastricht, de structuur van de gereformeerde kerk in het algemeen, de ambtstoelating daarin en een korte bijdrage over de bronnen van het vroege gereformeerde kerkrecht, volgt een analyse en tenslotte een transcriptie van de drie wetten en de daarin in de loop der tijden aangebrachte aanpassingen. Het artikel bevat onder meer een overzicht van alle sedert 1632 in de classis werkzaam geweest zijnde predikanten te Maastricht en in de daartoe behorende 16 protestantse gemeenten in de Staatse Landen van Overmaas.
Strijd om het hart van Zuid-Limburg,
50 jaar ruilverkaveling Ransdalerveld
door Hans Vermeer
In 1959 startte de uitvoering van de eerste echte ruilverkaveling in Zuid-Limburg. De Cultuurtechnische Dienst als verantwoordelijke rijksdienst voor verbetering van de landbouwkundige infrastructuur zag de ruilverkaveling ‘Ransdalerveld’ als mogelijkheid om ervaring op te doen in het Heuvelland, om daarna grotere projecten (Mergelland) te kunnen aanpakken. De cultuurtechnici zagen de ruilverkaveling ook als een middel om de oprukkende verstedelijking in Zuid-Limburg een halt toe te roepen. Het was het samenspel tussen de cultuurconsulent Krugers en secretaris Eussen van het waterschap Geleen-en Molenbeek dat in 1943 tot een eerste aanvrage leidde. Beiden waren overtuigd van de noodzaak dat de Zuid-Limburgse landbouw moest moderniseren. Krugers had een belangrijke positie binnen de Cultuurtechnische Dienst. De compassie met zijn geboortedorp speelde bij Eussen een belangrijke rol. Eussen en Krugers schoven de burgemeester van Voerendaal naar voren als degene die het initiatief voor aanvrage van een ruilverkaveling in te dienen. De Cultuurtechnische Dienst werkte ondertussen al in de oorlogstijd aan de voorbereiding totdat de oorlogsomstandigheden dat uiteindelijk onmogelijk maakten. Na de oorlog trad in de voorbereiding aanzienlijke vertraging op door onduidelijkheid over het toekomstig tracé van de autoweg Heerlen-Maastricht. Toenemend verzet van de zijde van Staatsbosbeheer zorgde ervoor dat de ruilverkaveling van start ging zonder dat de weg vooraf werd ingepast. Het was de eerste stap in het afblazen van de rijksweg door het Ransdalerveld. Conflicten waren er ook rond het behoud van holle wegen die niet meer voor de landbouw nodig werden gevonden.. Het behoud daarvan mislukte door onvoldoend beheer en door het verzet van de boeren. In de ruilverkaveling tekenden zich de allengs zwaardere belangenconflicten tussen landbouw, natuur en recreatie af. Na de jaren zestig zou met behulp van de bredere landinrichting worden geprobeerd om dergelijke conflicten tot oplossing te brengen. Dat was hier nog niet het geval: boeren zouden geen behoefte aan recreatie hebben, zoals reclamanten tegen de recreatievoorzieningen in het ruilverkavelingsplan bij de stemming opmerkten.. De ruilverkaveling was meer dan herindeling van de grond. Ze ging samen met een streekontwikkelingsproject waarbij modernisering van het landbouwbedrijf in velerlei facetten centraal stond. De boer moest zich specialiseren, manager van zijn bedrijf worden. In de wederopbouwjaren leek niet alleen het land , maar ook de samenleving nog volop maakbaar.
Frans Odekerken (1880-1970), reclasseringswerker uit Strucht
door Marcel Krutzen en John Odekerken
Een van de grondleggers en pioniers van het reclasseringswerk in het arrondissement Maastricht was Frans Odekerken. Hij groeide op in Strucht als tweede zoon uit een gezin van tien kinderen. De gezinsveranderingen en de inwonende grootouders Lelkens-Coenjaerts drukten een grote stempel op zijn verdere persoonlijke ontwikkeling.
Na een glansrijke carrière als politiebeambte (1903-1936) werd hij reclasseringsambtenaar bij de Rooms-Katholieke Reclasseringsvereniging (1936-1945) te Maastricht. Door zijn respectvolle reputatie als mens en als vakman bracht hij de Maastrichtse reclassering op de kaart: toenmalige werkers in de strafrechtspleging spreken van ‘de periode Odekerken’.
Ofschoon Odekerken al meer dan 40 jaar geleden overleden is, is zijn hoogstaande beroepsmoraal nog steeds een voorbeeld en inspiratiebron voor huidige generaties reclasseringsmedewerkers.
Archeologische begeleiding van het herstel van de kademuren langs de Geul in Valkenburg door Henk Kwakkernaat
In deze verwantwoording wordt verslag gedaan van de archeologische bevindingen van de opgraving die de Archeologische Werkgroep Valkenburg in 2008 tijdens de reconstructie van de kademuren langs de zuidelijke tak van de Geul in het centrum van Valkenburg heeft verricht. Henk Kwakkernaat neemt u mee langs de vondsten bij Palanka, Koudnagel en het Walramplein. Het onderzoek geeft inzicht in de bouw en plaats van de Valkenburgse omwalling.
Meer informatie over bestellen van het boek vindt u op www.historiegeuldal.nl of kunt u opvragen bij de stichting, info@historiegeuldal.nl
Stichting Historische en Heemkundige Studies in en rond het Geuldal