Rijksoverheid
's-Gravenhage, 10 mei 2011
Bij Kabinetsmissive van 4 april 2011, no.11.000839, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt de nota van wijziging bij het voorstel van wet houdende een regeling in de sociale zekerheid van de rechtsgevolgen van het niet aantonen van de leefsituatie na het aanbod van een huisbezoek, met toelichting. In het voorstel van wet houdende een regeling in de sociale zekerheid van de rechtsgevolgen van het niet aantonen van de leefsituatie na het aanbod van een huisbezoek (hierna: het wetsvoorstel), wordt een aantal wetten gewijzigd. In het wetsvoorstel wordt de mogelijkheid geregeld om de leefsituatie - waaronder zowel de leefvorm1 als de woonsituatie2 wordt verstaan - te kunnen verifiëren door middel van een aanbod van een huisbezoek alsmede de rechtsgevolgen indien door de cliënt de leefsituatie niet kan worden aangetoond en hij evenmin een huisbezoek toestaat. 3 Ten behoeve van de uitvoering van het wetsvoorstel wordt in de nota van wijziging voorgesteld het wetsvoorstel zodanig te preciseren dat een huisbezoek niet alleen kan worden aangeboden om de leefvorm, maar ook om de woonsituatie aan te tonen. Verder wordt in de Wet werk en bijstand (hierna: WWB) de mogelijkheid gecreëerd om door middel van het aanbieden van een huisbezoek een cliënt in de gelegenheid te stellen aan te tonen dat hij zijn algemene kosten van het bestaan niet kan delen met een ander. Ten slotte wordt de mogelijkheid van een aanbod tot huisbezoek in de Wet investeren in jongeren (WIJ) voorgesteld. De Afdeling advisering van de Raad van State maakt naar aanleiding van de nota van wijziging opmerkingen over de proportionaliteit van het aanbod tot huisbezoek met andere mogelijkheden tot het aantonen van de leefsituatie. Zij is van oordeel dat in verband hiermee de nota van wijziging nader dient te worden overwogen. 1. Noodzaak en proportionaliteit a. Noodzaak Zowel in de toelichting bij de nota van wijziging4 als in de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel5 wordt door de regering uitgegaan van een preventieve werking van het huisbezoek, in die zin dat de regering verwacht dat door de mogelijkheid van een huisbezoek mensen minder snel zullen frauderen met gegevens betreffende de leefsituatie. De Afdeling onderkent dat van een huisbezoek een preventieve werking kan uitgaan, maar wijst er op dat daarin niet een voldoende rechtvaardiging voor de noodzaak van de regeling gelegen kan zijn.
1 2
3 4 5
Alleenstaand of gehuwd/gezamenlijke huishouding voerend (zie paragraaf 1, inleiding, van de toelichting). Woont betrokkene feitelijk op het aangegeven adres; is er sprake van een zelfstandige woonruimte (zie paragraaf 1, inleiding, van de toelichting). Kamerstukken II 2008/09, 31 929, nr. 2. Zie paragraaf "Financiële aspecten" van de toelichting. Kamerstukken II 2008/09, nr. 3, blz. 8.
AAN DE KONINGIN
2
Verder wijst de Afdeling er op dat de Raad van State in zijn advies over het wetsvoorstel ten aanzien van het aanbod van een huisbezoek heeft opgemerkt dat dit aanbod - omdat het niet noodzakelijk en niet evenredig is - een ongerechtvaardigde inbreuk maakt op het huisrecht, bedoeld in artikel 8 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden. 6 Daartoe overwoog de Raad onder andere dat de regering niet verwachtte dat het voorstel tot besparingen zou leiden en dat een concrete aanduiding van de problemen die de jurisprudentie van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) opleverde, voor de uitvoeringspraktijk ontbrak. Ook in de toelichting bij de nota van wijzing wordt niet aangegeven wat de omvang van de besparingen als gevolg van de huisbezoeken zal zijn. 7 Verder wordt in die toelichting niet ingegaan op recente jurisprudentie van de CRvB. 8 Het feit dat met de nota van wijziging een differentiatie in het doel van het aanbieden van een huisbezoek wordt aangebracht, doet aan het oordeel van de Afdeling over de noodzaak niet af. 9 De Afdeling adviseert in de toelichting de noodzaak van het aanbieden van een huisbezoek nader te onderbouwen. b. Proportionaliteit In de toelichting bij de nota van wijziging wordt gesteld dat de regering de voorgestelde regeling van het aanbieden van huisbezoeken proportioneel acht
6
7 8