Nederlandse Vereniging van Journalisten
Snoeien in omroep kost zeker 600 banen
donderdag 23 juni 2011
De Nederlandse Publieke Omroep kan tussen de 120 en 135 miljoen euro
besparen door fusies, intensievere samenwerking en vermindering van
overhead. Het betekent dat ongeveer 600 arbeidsplaatsen verloren zullen
gaan, vergroot met nog onbekende reductie in werkgelegenheid in de
omringende audiovisuele productiesector. Dat blijkt uit de
tussenrapportage over de publieke omroep van de Boston Consulting Group
(BCG), die donderdag openbaar werd.
In een reactie laat het Bestuur van de Nederlandse Publieke Omroep
(NPO) weten dat de Boston Consulting Group grondig en zorgvuldig te
werk is gegaan. "Het tussenrapport laat zien dat de Publieke Omroep
niet alleen efficiënter kan organiseren, maar ook efficiënter kan
programmeren, zonder de kwaliteit van de programma's zelf aan te
tasten. Dat betekent een langere looptijd van programma's en minder
versnippering per uur. Voor de kijker kunnen programma's daardoor beter
vindbaar worden."
Volgens de onderzoekers van BCG kunnen de omroepverenigingen samen 16
miljoen euro besparen, waarvan 10 miljoen komt uit verhoogde efficiëncy
bij individuele omroepen. Het betekent dat de geplande fusiegolf van
omroepen slechts een bescheiden besparing van zo'n 6 miljoen euro
oplevert. Het kabinet wil uiteindelijk, naast de NOS en NTR, nog zes
omroepen overhouden.
De belangrijkste besparingen komen van meer samenwerking bij het maken
van programma's. De twintig huidige omroepen houden samen zo'n 1500
programmatitels in de lucht. Nu moeten alle omroepen zich met het
volledige spectrum van in de Mediawet gestelde eisen bezighouden. Deze
fragmentatie leidt volgens BCG tot hogere gemiddelde productiekosten
per uitzenduur, waarbij kortlopende titels de kosten bovendien
`significant' opdrijven.
Meer en langere afleveringen maken levert 35 miljoen euro aan
besparingen op. BCG wijst er op dat externe producenten en facilitaire
bedrijven bij meer continuïteit sneller bereid zijn tot volumekorting.
Daarnaast kunnen eigen studio's beter worden bezet, de financiële
administratie en verantwoording beslaan minder producties. Promotie en
marketing wordt eenvoudiger, omdat programma's profiteren van verhoogde
herkenbaarheid.
Met acht omroepen, die meer of langere afleveringen maken, wordt er
rust in het programmaschema gebracht. "Onderzoek maakt aannemelijk dat
meer rust op het schema kan leiden tot een hoger kijktijdaandeel",
aldus BCG. De druk op het programmaschema wordt volgens BCC deels
verklaard omdat de publieke omroepen weinig aangekocht buitenlands
materiaal programmeren.
Nu bestaat 12 procent van het aantal uitzenduren uit aangekocht
buitenlands materiaal, waar dat bij publieke omroepen in West-Europa
gemiddeld op 23 procent ligt. De gemiddelde kosten van aangekocht
materiaal ligt per uitzenduur op zo'n 21.000 euro - 65 procent lager
dan een uur binnenlands product. BCG adviseert, gezien deze lagere
kosten en een interessant aanbod, dit aandeel te vergroten van 12 naar
17 procent. Het `besparingspotentieel' zou 17 miljoen euro bedragen,
stelt BCG. Er kijken wel minder mensen naar `aankoop', maar dat wisselt
sterk bij het soort programma's. De vergroting van het aandeel
buitenlands product zou volgens BCG dan ook geleidelijk moeten worden
ingevoerd.
Radio
Wat betreft het onderdeel Radio (750 FTE, waarvan 40 procent bij Radio
1) concludeert BCG dat redactionele inzet per uitzenduur tussen omroep
soms sterk verschilt. "Die niet alléén te verklaren door de
verschillen in format en opzet van radioprogramma's", aldus BCG, die
adviseert om de verschillen voor gemiddelde personeelsinzet meer op
elkaar af te stemmen. Dat zou 3,5 miljoen euro moeten besparen.
Ook hier zou het terugbrengen van het aantal omroepen op de zender
potentieel 2,5 miljoen euro kunnen terugbrengen. Pluriformiteit,
meningsvorming en opinie staan redactionele concentratie op Radio 1 in
de weg. Na fusies zou een centrale radioredactie overigens slechts
`beperkt additioneel potentieel' hebben.
Internet & ICT
De publieke omroep zet het internet regelmatig `zeer gefragmenteerd'
in. De websities die worden ontwikkeld trekken in een aantal gevallen
zeer weinig (unieke) bezoekers. Met een betere afstemming vóór een site
in de lucht wordt gebracht alsook evaluatie van gebruik kan 2,5 miljoen
euro worden bespaard. Als televisie- en radioredacties meer
multimediaal gaan werken, kan nog eens 1 miljoen euro worden bespaard,
aldus BCG.
BCG stelt dat de publieke omroep op het gebied van innovatie & nieuwe
media (160 FTE) een pioniersrol vervult in de ontwikkelingen binnen het
digitale domein. De technische innovaties die de afgelopen jaren zijn
bedacht en ingevoerd zouden met meer focus en "vaker vanuit de
gezamenlijkheid van de omroepen" moeten plaatsvinden, hetgeen 3,5
miljoen euro moet kunnen besparen. Volgens BCG zou de omroep `meer
volgend' moeten worden op het gebied van technologische innovatie.
Omroepen kiezen veelal individueel voor bepaalde ict-oplossingen
(boekhoud- en contentmanagementsystemen bijvoorbeeld) waarbij
nauwelijks onderling wordt afgestemd over hard- en software. Het gebrek
aan afstemming vergroot inefficiëncy en incompatibiliteit tussen
omroepsystemen. BCG adviseert een verregaande standaardisatie en
centralisatie van ict-systemen, waarbij voordeel is te behalen door een
gezamenlijke aanbestedingsroute. BCG stelt dat 3,5 miljoen kan worden
bespaard en noemt die schatting `conservatief'.
Nieuws & Sport
De nieuws- en sportvoorziening werkt de laatste jaren al steeds
multimedialer, constateert BCG. Er is nog ruimte voor verbetering,
aldus de analyse, voor in totaal 8 miljoen euro. Wanneer ondersteunende
afdelingen selectiever zijn in hun taken, moet 3 miljoen bespaard
kunnen worden.
In vergelijking met andere omroepen zijn werknemers binnen de nieuws-
en sportvoorziening relatief hoog ingeschaald, stelt BCG: "Door te
streven naar een meer evenwichtige personeelsopbouw, met een meer
gebalanceerde verhouding tussen junior en senior redacteuren, worden
besparingen van ongeveer 1,5 miljoen euro mogelijk geacht."
De publieke omroep haalt sportrechten (WK Voetbal, Olympische
Winterspelen, Eredivisie, Champions League) momenteel al gunstig
binnen, zodat daar geen grote besparingen zijn te behalen. De publieke
omroep gaf in 2010 in totaal 72 miljoen euro aan sportrechten uit.
Auteur: Lars Pasveer