Rijksoverheid
Kabinet voert Kierbesluit uit
Persbericht | 24-06-2011
De sluizen in het Haringvliet worden ook bij vloed op een kier gezet.
Dit gebeurt zonder dat de zoetwatervoorziening in het gebied hier last
van heeft.
Het kabinet geeft hiermee op voorstel van staatssecretaris Atsma van
Infrastructuur en Milieu en staatsecretaris Bleker van Economische
Zaken, Landbouw en Innovatie uitvoering aan het Kierbesluit. In het
regeerakkoord is opgenomen het Kierbesluit niet uit te voeren vanwege
het gebrek aan draagvlak in de regio, omdat het duurder wordt dan was
voorzien en omdat de vertraging oploopt. Onderzoek heeft nu uitgewezen
dat er geen volwaardig alternatief is waardoor Nederland een juridisch
en financieel risico loopt. Inmiddels blijkt ook dat er draagvlak is
door het nemen van maatregelen die genoeg zoetwater garanderen en het
schrappen van een ontpoldering.
Met het Kierbesluit waarborgt het kabinet het zoetwatergebruik in het
Haringvliet terwijl de sluizen bij een afvoer van de Rijn van meer dan
1500m3/s niet alleen bij eb, maar ook bij vloed beperkt worden
opengezet. Op die manier kunnen trekvissen zoals zalm en zeeforel de
sluizen passeren richting hun paaigebieden stroomopwaarts. Omdat het
behoud van genoeg zoetwater in het gebied binnen het Kierbesluit als
belangrijke voorwaarde is opgenomen, is het nodig compenserende
maatregelen (zoals zoetwatertracés voor de landbouw en
drinkwatervoorziening) te nemen. Omdat dit zodanig hogere kosten met
zich meebracht en het draagvlak ontbrak besloot het kabinet op zoek te
gaan naar andere manieren om aan de afspraken over vismigratie met de
buurlanden te voldoen.
Zo is onderzocht of er naast het Haringvliet nog andere routes zijn
waarlangs trekvis de stroomgebieden van Rijn en Maas kan bereiken. Uit
onderzoek van Nederlandse en buitenlandse experts blijkt dat het
Haringvliet de belangrijkste route is naar de stroomgebieden van Rijn
en Maas. Ook is onderzocht of er alternatieve maatregelen zijn om
vismigratie te bevorderen. Onderzochte maatregelen (of een combinatie
hiervan) behalen maar de helft van het resultaat dat met het
Kierbesluit wordt bereikt. Bij het ontbreken van een volwaardig
alternatief voor het Kierbesluit is het risico op een veroordeling door
het Europese Hof van Justitie groot. Hierdoor kunnen dwangsommen en
boetes aan Nederland worden opgelegd.
Verder is het voor het kabinet van groot belang dat er in de regio
draagvlak is ontstaan voor een sobere en efficiënte uitvoering van het
Kierbesluit. Het draagvlak is vergroot omdat de ontpoldering
(Deltanatuur) die op weerstand in de regio stuitte, is geschrapt. Ook
blijkt dat door de compenserende maatregelen die noodzakelijk zijn bij
uitvoering van het Kierbesluit zelfs een betere aanvoer van zoetwater
kan worden gerealiseerd. Daarnaast gaan de bestaande visriolen dicht
waardoor er niet onnodig zout water het gebied binnenkomt. Ook wordt de
ambitie voor een verdergaande verzilting van het Haringvliet, getemd
getij genoemd, geschrapt.
Het Kierbesluit wordt stapsgewijs en gecontroleerd ingevoerd zodat het
beheer kan worden aangepast als ontwikkelingen daar aanleiding toe
geven. Over de uitvoering van de compenserende zoetwatermaatregelen
vindt op korte termijn overleg plaats met de provincie Zuid-Holland en
het waterschap Hollandse Delta.