Rijksoverheid
Bijlage bij brief DGM/PDI 2011047226 Monitor Duurzaam Inkopen 2010 Wat is bij de Monitor 2010 onderzocht?
In het onderzoek is het aanbestedingsgedrag onderzocht bij overheden. Daarbij is zowel gekeken naar de toepassing, het duurzame aanbesteden, als ook naar de inbedding van duurzaam inkopen in het beleid en in de processen van de organisatie. Het onderzoek heeft plaatsgehad in het voorjaar van 2011 en had betrekking op alle 45 productgroepen waarvoor criteria zijn opgesteld. In totaal is aan bijna 400 overheidsinstanties om gegevens gevraagd over hun aanbestedingen in het kalenderjaar 2010. Het betreft alle departementen, provincies, gemeenten boven de 50.000 inwoners, waterschappen, universiteiten, hogescholen en MBO-instellingen en een grote steekproef uit agentschappen, baten/lasten diensten, ZBO's en kleinere gemeenten. De respons was meer dan 66 % waarmee de Monitor een groot deel van de onderzoekspopulatie heeft bereikt. Gevraagd is in welke mate men bij de aanbestedingen de eisen, wensen en contractvoorwaarden heeft toegepast. Daarnaast is een aantal vragen gesteld over het gevoerde beleid t.a.v. Duurzaam Inkopen.
Waaraan worden de resultaten afgemeten?
Als definitie is gehanteerd dat, om meegeteld te worden als duurzaam inkopende overheid, aan álle duurzaamheideisen moet zijn voldaan. De eisen kunnen per productgroep onderling qua relevantie sterk verschillen. Daarom is ook onderzocht of aan een deel van de eisen en/of wensen dan wel mogelijk aan eigen aanvullende criteria is voldaan. Zo wordt zichtbaar of er ook een beweging is naar het verder verduurzamen van overheidsinkopen. Verder is van belang dat, om een zuiver beeld van het beleid in 2010 te krijgen, aanbestedingen in plaats van inkopen zijn gemeten. Om de administratieve belasting van de respondenten te beperken, is uitsluitend gevraagd naar aanbestedingen groter dan 50.000 Euro.
Wat zijn de resultaten?
Het onderzoek geeft aan dat, gemeten over het volume van alle overheden die aan het onderzoek hebben meegedaan, voor alle productgroepen gemiddeld voor 94 % duurzaam wordt aanbesteed. Daarbij geldt dat het Rijk, conform de eerdere afspraken voor vrijwel 100 % duurzaam aanbesteedt terwijl de andere overheden en het onderwijs ruim boven de afgesproken ambitie scoren. Er is een betrekkelijk kleine spreiding in de resultaten per productgroep. Uit het tweede deel van het onderzoek, waarin gevraagd is naar de ervaringen met Duurzaam Inkopen en de toepassing van de duurzaamheidcriteria, komt onder meer naar voren dat er een grotere spreiding is tussen de toepassing van gunningcriteria en contractvoorwaarden dan de toepassing van eisen. De borging, zo blijkt uit de antwoorden op een aantal vragen, is goed. Tot slot zijn er open vragen gesteld waarbij overheden konden aangeven in hoeverre zij instemmen met een aantal geformuleerde stellingen en waarin zij ook suggesties konden doen voor het verdere beleid. Alles overziende mag uit het onderzoek worden geconcludeerd dat de doelstelling zoals is weergegeven in de door Uw Kamer in 2005 aangenomen motie Koopmans-de Krom, dat het Rijk in 2010 voor 100 % duurzaam inkoopt, nagenoeg is gehaald. Ook de afspraken met andere overheden en het onderwijs over duurzaam inkopen hebben tot goede resultaten geleid.
---- --