Hogeschool van Utrecht


23 juni 2011

'Meer aandacht voor persoonlijke kennisontwikkeling van studenten in het mbo'

Promotieonderzoek Harmen Schaap toont belang van structuur en betekenisvolle interactie

Het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) heeft als doel om studenten, door praktijkervaringen te combineren met theorie, voldoende bagage mee te geven voor het werken in de beroepspraktijk. Er is echter nog weinig bekend over hoe mbo-studenten kennis en opvattingen verbinden en wat de uitkomst hiervan is. Harmen Schaap, onderzoeker en docent bij het Centrum voor Onderwijs & Leren van de Universiteit Utrecht en onderzoeker van het lectoraat Beroepsonderwijs van Hogeschool Utrecht (HU) promoveert morgen op dit onderwerp aan de Universiteit Utrecht met zijn proefschrift: 'Students' Professional Theories in Vocational Education: Developing a Knowledge Base'. Hij pleit voor het vergroten van inzicht in persoonlijke werktheorieën van mbo-studenten door betekenisvolle samenwerking tussen studenten en beroepsopleiders (o.a. docenten en praktijkbegeleiders), waarin ook reflectieve vragen gesteld worden, als: 'Waarom heb je gekozen voor deze aanpak? Wat waren de effecten? En: Wat vind je hier als professional van?'

Schaap: 'Een nieuwe manier om grip te krijgen op het verbinden van kennis en opvattingen door mbo-studenten is door hun persoonlijke werktheorieën inzichtelijk en bespreekbaar te maken.' In een persoonlijke werktheorie combineert een student de kennis en opvattingen tot een eigen theorie die voor de student 'werkt' en die in meer of mindere mate het handelen stuurt. Leren in het beroepsonderwijs wordt door Schaap voorgesteld als een proces van het eigen maken van collectieve normen, waarden en opvattingen van een beroep. Uit onderzoek van Schaap blijkt dat de persoonlijke werktheorieën van mbo-studenten, uit bijvoorbeeld het domein van Pedagogisch Werk en Informatie en Communicatie Technologie, zich nu vooral richten op het primaire proces: 'Hoe verzorg ik deze cliënt volgens het protocol? Hoe ga ik om met een agressieve cliënt?' Door in het onderwijs meer gebruik te maken van persoonlijke kennis van studenten, wordt het reflectievermogen van de student geprikkeld. Schaap: 'Een student staat meer stil bij wat hij de volgende keer beter en/of anders kan doen en ziet waar hij zich nog kan verbeteren.' Daarnaast wordt het proces van ingroeien in de geur, kleur en smaak van een beroep inzichtelijk gemaakt.

Uit de studies van Schaap blijkt daarnaast dat studenten structuur nodig hebben om hun persoonlijke werktheorie te benoemen. Door middel van een interactieve aanpak, door bijvoorbeeld samen te werken aan beroepsdilemma's, kunnen beroepsopleiders hun studenten hierin stimuleren. Schaap: 'Studenten worden uitgedaagd om aan te geven waarom ze op een bepaalde manier hebben gehandeld en vanuit welke kennis en opvattingen ze dat hebben gedaan. Dit vergroot het reflectieve vermogen van de student en dat beïnvloedt weer het toekomstig handelen.' Dit betekent voor beroepsopleiders dat zij niet alleen studenten moeten ondersteunen tijdens het expliciteren van hun persoonlijke werktheorie, maar dat zij ook rolmodel zijn. Dit kunnen ze doen door het stellen van reflectieve vragen, maar ook door het voordoen en voordenken van bepaalde handelingen.

Harmen Schaap heeft zijn promotieonderzoek, onder begeleiding van prof. dr. Elly de Bruijn (Universiteit Utrecht/Hogeschool Utrecht), prof. dr. Paul Kirschner (Open Universiteit) en dr. Marieke van der Schaaf (Universiteit Utrecht), uitgevoerd bij de afdeling Onderwijskunde, Faculteit Sociale Wetenschappen van de Universiteit Utrecht. Het onderzoek is mogelijk gemaakt met financiële steun van de Stichting Max Goote Bijzondere Leerstoelen voor beroepsonderwijs, volwasseneneducatie en levenslang leren. Daarnaast heeft hij een onderzoekstaak bij het lectoraat Beroepsonderwijs van Hogeschool Utrecht, gericht op professionalisering en kenniscirculatie.

Dit persbericht staat ook op onze site.

Over Hogeschool Utrecht
Hogeschool Utrecht (HU) is een kennisorganisatie die door hoogwaardig onderwijs en onderzoek werkt aan innovatie en professionalisering van de beroepspraktijk en aan de persoonlijke ontwikkeling van talent. De 3.200 medewerkers van de HU verzorgen hoger onderwijs voor 39.000 studenten via 68 bachelors en 24 masters. Promoverende docenten en excellente studenten verrichten toegepast onderzoek onder leiding van ruim 40 lectoren en geclusterd in 6 kenniscentra. Hogeschool Utrecht heeft vestigingen in Utrecht en Amersfoort.

Over de Universiteit Utrecht
De Universiteit Utrecht is opgericht in 1636 en uitgegroeid tot een moderne, toonaangevende researchuniversiteit met een groeiende internationale reputatie. De Shanghai-ranglijst (2010) plaatst de Universiteit Utrecht op nummer één in Nederland, op nummer elf in Europa en in de wereld op nummer 50. De universiteit telt bijna 30.000 studenten en 8.500 medewerkers. De zeven faculteiten van de Universiteit Utrecht bestrijken het hele wetenschappelijke spectrum van onderzoek en onderwijs.