Ingezonden persbericht


23-06-2011

Persbericht Stichting Sobibor naar aanleiding van sluiting museum Sobibor

Via brieven aan de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), mevrouw Veldhuijzen van Zanten-Hyllner en de Poolse ambassadeur, de heer Janusz Stañzyk, heeft de Stichting Sobibor laten weten het onaanvaardbaar te vinden dat vanwege geldgebrek het museum van Sobibor tot nader order gesloten is en dat het terrein voorlopig niet zal worden onderhouden.

Een veelgehoorde uitspraak van de Nederlandse medeaanklagers na het anderhalf jaar durende proces tegen John (Iwan) Demjanjuk was dat het vernietigingskamp Sobibor hiermee 'eindelijk op de kaart was gezet'. De belangstelling uit alle hoeken van de wereld van zowel pers als publiek heeft er inderdaad toe geleid dat de geschiedenis van Sobibor nu bij veel meer mensen bekend is dan voordat het proces in november 2009 begon. En dit moet ook. In Sobibor zijn ruim 170.000 Joden, onder wie ongeveer 34.000 uit Nederland, op afschuwelijke wijze om het leven gebracht. Sobibor is een massagraf, een zichtbare herinnering aan de diepste bodem die het menselijk denken en handelen kan bereiken. Sobibor is hierdoor niet alleen een laatste rustplaats voor al die onschuldig vermoorde mannen, vrouwen en kinderen, maar tevens een waarschuwing voor de waanzin waartoe de mens in staat is.

De Stichting Sobibor is dan ook verbijsterd over het nieuws dat ons de afgelopen weken vanuit Polen heeft bereikt. 'Sobibor is dicht'. De lokale autoriteiten hebben op dit moment niet de financiële middelen om het museum van Sobibor dit jaar nog langer open te kunnen houden en ook voor het onderhoud van het terrein - dat gelukkig wel gewoon toegankelijk blijft - is voorlopig geen geld. De Poolse overheid, die de verantwoordelijkheid voor het museum en het terrein per 1 januari 2012 zal overnemen, voelt zich kennelijk niet genoodzaakt op dit moment bij te springen. Berichten in de media dat door ingrijpen van de Poolse overheid de sluiting zou zijn tegengegaan blijken in de praktijk geenszins het geval. Sobibor is op de kaart gezet, maar de deur zit op slot. Geen geld en voorlopig geen interesse.

Niet alleen getuigen het sluiten van het museum en het niet langer onderhouden van het terrein van geen enkel respect voor de slachtoffers van Sobibor, de nabestaanden van de slachtoffers, en de mensen die de lange reis maken om het terrein te komen bezoeken, ook is het onbegrijpelijk dat in het proces van de herinrichting van Sobibor, waarbij vier landen intensief betrokken zijn en waarmee veel geld gemoeid is, deze situatie kan ontstaan. Hoe valt het uit te leggen dat Nederland een miljoen euro investeert in de herinrichting, maar dat iemand die vandaag of morgen het massagraf van Sobibor bezoekt, in deze uithoek van Polen, niet eens van een toilet gebruik kan maken?

De Stichting Sobibor heeft de staatssecretaris van VWS en de Poolse ambassadeur opgeroepen al het mogelijke te doen om de Poolse autoriteiten te bewegen de sluiting van het museum van Sobibor ongedaan te maken en het onderhoud van het terrein weer op te pakken.