Rijksoverheid
23 juni 2011
Tijdige invoering wet verhoging collegegeld langstudeerders per 20112012
In de procedurevergadering van 21 juni jl. hebben de leden van de Vaste Commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap verzocht geïnformeerd te worden over de spoedeisendheid van het wetsvoorstel verhoging collegegeld langstudeerders, de eventuele negatieve consequenties wanneer dit wetsvoorstel niet op 1 september 2011 in werking kan treden en de wijze waarop deze eventuele negatieve consequenties anderszins zouden kunnen worden gerepareerd. De verhoging van het wettelijk collegegeld met 3.000 zou aanvankelijk ingaan per september 2011. Omwille van het draagvlak voor de regeling, heeft het kabinet besloten positief te reageren op een amendement van de Tweede Kamer, waardoor de verhoging van 3.000 per 1 september 2012 ingaat. Het kabinet is erin geslaagd financiële dekking voor dit voorstel te realiseren. Het draagvlak van de maatregel is hiermee verbreed. Het wetsvoorstel zorgt er voor dat de investeringen in het onderwijs op een aantal zeer belangrijke gebieden bijvoorbeeld
het hoger onderwijs op basis van de Strategische Agenda Hoger Onderwijs Onderzoek en Wetenschap ook daadwerkelijk kunnen worden gedaan. Met de instellingen zullen in het najaar prestatieafspraken in verband met de Strategische Agenda worden gemaakt. Daarvoor is het belangrijk dat er nu langdurige zekerheid wordt geboden over investeringen en ombuigingen. Indien het wetsvoorstel niet voor het zomerreces wordt behandeld, kan de bereidheid van de betrokken partijen om significante stappen te zetten, kleiner zijn. De langstudeerdersmaatregel is voor de financiële borging van belang. Het is belangrijk dat het wetsvoorstel vóór 1 september 2011 tot wet wordt verheven en wordt gepubliceerd in het Staatsblad opdat er voor studenten en instellingen helderheid bestaat over de omvang van het verhoogde collegegeld en een tweetal reparaties doorgevoerd is. Door de wet vóór 1 september te publiceren is er een overgangstermijn van een volledig jaar voor het tarief van 3.000 voor langstudeerd
ers. Studenten kunnen daardoor vanaf de eerste dag van het komende studiejaar bij hun beslissingen ten aanzien van hun studie en inspanningen met zekerheid rekening houden met de verhoging van het tarief voor langstudeerders. Als de wet later in werking treedt, is er geen volledig jaar tussen in inwerkingtreding en invoering van de verhoging met 3.000. Door het
jaar tussen publicatie en effectieve invoering wordt meer recht gedaan aan de rechtszekerheid. Voor mij was het tegemoetkomen aan de wensen betreffende de rechtszekerheid van belang in verband met de wensen van de Tweede Kamer en vanwege het advies van de Raad van State dat er in het bijzonder gekeken moet worden naar het overgangsrecht. Behandeling vóór het zomerreces maakt duidelijk dat voor studenten die in het studiejaar 2012-2013 ingeschreven staan, het verhoogde tarief van 3.000 geldt. Het wetsvoorstel kent nu een inwerkingtredingsbepaling per 1 september 2011. Mocht het wetsvoorstel niet voor het zomerreces behandeld worden, dan dient de inwerkingtredingsbepaling aangepast te worden omwille van de reparaties en zal een novelle ingediend moeten worden. Een novelle zal tot een substantiële vertraging leiden. De Raad van State zal weer moeten adviseren en de Tweede Kamer zal de maatregel wederom moeten behandelen. Ook voor de reparaties in het wetsvoorstel is het belangrijk d
at het voorstel vóór 1 september 2011 in werking treedt. Eén reparatie betreft de gelijkstelling van afsluitende examens van vóór de introductie van de bachelor- masterstructuur met de huidige afsluitende examens. Dit is belangrijk in verband met het uitgangspunt van de Wet Versterking besturing, dat een tweede achtereenvolgende studie alleen tegen instellingscollegegeld gevolgd kan worden. Een andere reparatie betreft studenten die een tweede (achtereenvolgende) opleiding volgen op het gebied van de gezondheidszorg of onderwijs. Een eventuele parallelle studie die naast deze opleiding gevolgd wordt, dient echter niet vrijgesteld te worden van de verplichting collegegeld te betalen. Voor een dergelijke opleiding dient instellingscollegegeld te worden gerekend. De reparaties zijn belangrijk om oneigenlijk gebruik van het wettelijk collegegeld tegen te gaan en dienen de zorgvuldigheid. Daarnaast behelst het wetsvoorstel de mogelijkheid instellingsbesturen de bevoegdheid te geven bij
decentrale selectie rekening te houden met de hoogte van cijfers. Indien de inwerkingtreding wordt uitgesteld, is het voor studenten en instellingen onduidelijk of de cijfers meegewogen mogen worden bij decentrale selectie voor het studiejaar 2012-2013. Het is wenselijk dat dit deel van het wetsvoorstel gelijk ingevoerd wordt met het wetsvoorstel Ruim baan voor talent (32 253). Op 8 maart jl. heeft de Minister van Onderwijs Cultuur en Wetenschap u, naar aanleiding van een brief van uw Voorzitter (32 500 II, B), een brief (32 500 VIII, D) gestuurd met daarin de wetsvoorstellen waarvan het kabinet behandeling voor het zomerreces wenselijk acht. Het wetsvoorstel verhoging collegegeld langstudeerders, is één van deze wetsvoorstellen. Conform uw verzoek heeft u het wetsvoorstel vóór 28 april ontvangen.
Ik verzoek u met klem het wetsvoorstel op 5 juli plenair te behandelen vanwege bovenstaande redenen. De vragen uit uw nader verslag zal ik indien u instemt met mijn verzoek schriftelijk vóór dit debat beantwoorden.
De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Halbe Zijlstra