Universiteit Leiden

Indische kinderen om verschillende redenen heropgevoed

In het laat-koloniale Nederlands-Indië werden vanaf 1892 tehuizen opgericht voor de heropvoeding van kinderen. Aanvankelijk door particulieren, later door de overheid. Nog weer later bestonden overheids- en particulieren âgestichtenâ naast elkaar. De motieven waren verschillend. Promotie Annelieke Dirks op 23 juni 2011.

Zending

Aan het einde van de 19e eeuw kwamen twee Nederlanders, Johannes (Pa) van der Steur en Adolf van Emmerik onafhankelijk van elkaar naar Nederlands-Indië. Eigenlijk kwamen ze voor de zending maar al snel richtten ze zich op de opvang van kinderen (Van der Steur), en zowel kinderen als volwassen (Emmerik). Het doel was, naast kerstening, ook heropvoeding. Van der Steur richtte zich vooral op Indo-Europese kinderen, geboren uit, meestal, een Nederlandse koloniaal en een Indische vrouw.
Rust, reinheid en regelmaat én gymnastiek (bron: L.O.G. Ngawi)

Rust, reinheid en regelmaat én gymnastiek (bron: L.O.G. Ngawi)

Té Europees

Hij handelde vanuit bezorgdheid die bestond omtrent Indo-Europese kinderen: ze zouden, vooral opgroeiend bij hun moeder, té Indisch worden. Ze dienden in Europese richting te worden bijgestuurd; inmiddels had in West-Europa breed de overtuiging postgevat dat de ontwikkeling van de kinderen de toekomst van een samenleving bepaalt. De heropvoeding dienden overigens ook weer niet té Europees te worden; de kinderen van gemengd Indische-Europese afkomst, dienden wel hun plaats kennen.
Emmerik nam ook de heropvoeding van rondzwervende weeskinderen en crimineeltjes (meestal diefjes) ter hand. En ook Van der Steur kreeg als snel crimineeltjes toegewezen door de koloniale overheid.

Anti-koloniale sentimenten?

Vanaf 1906, naar aanleiding van een belangrijk koloniaal veiligheidsonderzoek van de voormalige rechter Boekhoudt, werd de heropvoeding verder gelegitimeerd: men was bang dat de verwaarloosde en criminele jeugdigen bevattelijk zouden zijn voor anti-koloniale sentimenten. Dit terwijl later onderzoek uitwees dat het daarmee wel meeviel: de Indische bevolking was in die tijd eerder uit op verbetering van het bestaande koloniale bestuur dan op omverwerping ervan. Dat schoot hier en daar ernstig tekort hetgeen tot protesten leidde.

Islam

Ten tijde van de Eerste Wereldoorlog in West-Europa, startte de koloniale overheid ook zelf opvoedingsgestichten. Achtergrond hiervan was de alom gevoelde sympathie van de Indische bevolking voor het ineenstortende Islamitisch Ottomaanse Rijk: nu werd weer gevreesd dat de islam teveel voet aan de grond zou krijgen en een voedingsbodem voor protesten tegen de kolonisator zou worden. In de gestichten kwamen dan ook vooral islamitische kinderen terecht. Om de autochtone bevolking niet al te zeer voor het hoofd te stoten, kwam er één religieus neutraal gesticht.

Particulier initiatief

Kind dat net is gearriveerd in een tehuis van Pro Juventute (bron: KTLV)

Kind dat net is gearriveerd in een tehuis van Pro Juventute (bron: KTLV)

Maar de opvanghuizen liepen al snel vol. Aanleiding voor particuliere initiatieven van onder meer de nog steeds bestaande organisatie Pro Juventute. Deze organisatie probeerde om steeds meer werknemers en bestuurders uit de inheemse en Chinese bevolkingsgroepen te werven. Die wilden vaak wel omdat zij zich erdoor konden ontwikkelen.

Hybride attitude

Hetzelfde kind, drie weken later (bron: KTLV)

Hetzelfde kind, drie weken later (bron: KTLV)

De overheidsgestichten kenmerkten zich â wederom - door hun hybride attitude: de jongeren kregen weliswaar onderwijs en ze leerden, naast reinheid, rust en regelmaat, een vak (jongens metaal- en houtbewerking, soms land- en tuinbouwkennis, de meisjes huishoudelijke vaardigheden, handwerken en naaien). Maar in het algemeen waren ze tegelijkertijd gericht op de behoud van de raciale en culturele identiteit.

Eigen gestichten

De stap naar eigen Indische gestichten, zonder banden met de koloniale macht, was toen nog maar klein. De progressief islamitische organisatie Muhammadijah bijvoorbeeld, had hier een voortrekkersrol. Deze mixte eigen waarden met een West-Europese opleiding voor de kinderen, met als doel dat meer islamieten een leidende rol zouden kunnen spelen in het koloniale bestuur en de ambtenarij. Ook dit streven was niet per se op omverwerping van het koloniale bewind gericht.

Tegenzin

In de loop van de jaren veertig van de 20ste eeuw gebeurde toch wat ook elders in koloniën gebeurde: het nationalisme stak de kop op en Indonesië zou in 1945 de onafhankelijkheid uitroepen. In 1949 accepteerde Nederland dat. Met tegenzin.

Promotie

Annelieke Dirks
For the Youth: Juvenile delinquency, colonial civil society and the late colonial state in the Netherlands Indies, 1872-1942 23 juni 2011
Promotoren: prof.dr. H.W. van den Doel en prof.dr. A.L. Conklin (The Ohio State University)

(23 juni 2011/Corine Hendriks)