Algemene Rekenkamer

Stel de ondersteuning van de agent door ICT centraal

Draagvlak voor ICT bij politie aangetast door aanpak in de afgelopen jaren

Persbericht | 23-06-2011

De politie heeft de afgelopen tien jaar weinig vooruitgang geboekt bij het structureel oplossen van de knelpunten in de ICT bij de politie. De informatie-systemen voor agenten en rechercheurs, zoals de basisvoorzieningen voor handhaving (BVH) en opsporing (BVO), ondersteunen het politiewerk onvoldoende. De BVH en BVO zijn niet toekomstvast, matig gebruiksvriendelijk en niet eenduidig ingevoerd. Korpsbeheerders hadden te weinig grip op de ICT. De korpschefs hielden in hun regio vast aan de eigen werkprocessen en het toezicht door de minister schoot tekort. De afstand tussen besluitvormers over ICT en de werkvloer is groot. Daardoor heeft de agent de afgelopen jaren niet centraal gestaan. Dit heeft het vertrouwen van agenten in de ICT aangetast.

De organisatie en aansturing van de ICT bij de politie is complex. Hervorming van de politie van een regionaal naar een nationaal bestel kan helpen om hier grip op te krijgen, maar leidt niet automatisch tot een oplossing van de geconstateerde problemen. De organisatie en aansturing van ICT moet eenvoudiger en krachtiger. Verder dienen de werkprocessen van de politie geharmoniseerd en de administratieve lasten gereduceerd te worden. Ook moet de cultuur bij de politie worden aangepakt om de agent centraal te stellen en het vertrouwen op te bouwen.
Dat schrijft de Algemene Rekenkamer in het op 23 juni 2011 gepubliceerde rapport ICT politie 2010. Dit onderzoek is uitgevoerd op verzoek van de minister van Veiligheid en Justitie, nadat de Tweede Kamer daar medio november 2010 op had aangedrongen. Het omvat onder meer een reconstructie van de ontwikkelingen rond de ICT bij de politie en een analyse van knelpunten en risico's in de sturing en beheersing van de ICT. Daarbij speelt de in juli 2006 opgerichte voorziening tot samenwerking Politie Nederland (vtsPN) een centrale rol. In het onderzoek is specifiek aandacht besteed aan de gebruiksvriendelijkheid van BVH, BVO en de Basisvoorziening Capaciteitsmanagement (BVCM).

Kwaliteit en bruikbaarheid basisvoorzieningen ondergeschikt

De korpsbeheerders (de verantwoordelijke burgemeesters van de grootste gemeenten in de politieregio) konden hun verantwoordelijkheid voor het beheer van ICT nauwelijks dragen. Onder politieke druk van de minister en de Tweede Kamer legden de korpsbeheerders zich vast op harde mijlpalen voor de invoering van de ICT-basis-voorzieningen. Zij hoopten daarmee mede de invoering van een nationale politie te voorkomen. De korpsbeheerders en korpschefs stuurden daardoor vooral op de plan-ning; de kwaliteit en bruikbaarheid van de systemen verdwenen naar de achtergrond.
De besluitvorming rond de invoering van de basisvoorzieningen is niet adequaat verlopen. Zo zijn niet alle kosten in de besluitvorming meegenomen. De keuze om BVH en BVO te baseren op verouderde systemen heeft ertoe geleid dat ze niet toekomst- vast zijn. BVH is in 26 versies en BVO in zes varianten ingevoerd. De korpschefs van de 26 politiekorpsen wilden namelijk vasthouden aan de eigen inrichting van werkprocessen en er bestonden tussen korpsen verschillen in de technische infrastructuur. Korpschefs hebben hun medewerkers ook onvoldoende voorbereid op de invoering van de basisvoorzieningen. Dit heeft het draagvlak voor ICT-projecten bij de politie ondergraven. Een ander effect is dat korpsen op eigen initiatief zijn gaan zoeken naar alternatieven voor de basisvoorzieningen en deze her en der ook in gebruik hebben genomen.

Commotie over rapport naar softwarekwaliteit BVH

In november 2010 ontstaat ophef in de Tweede Kamer na mediaberichten over een onderzoek naar de kwaliteit van de software van BVH. Voor velen is dit rapport van de Software Improvement Group (SIG) tot dan toe onbekend. Uit de reconstructie blijkt dat de projectleider BVH op 13 februari 2008 de opdracht voor dit onderzoek heeft gegeven. Het rapport is gedateerd op 25 juni 2008. SIG concludeert dat de kwaliteit van de losse systeemonderdelen van BVH met enkele uitzonderingen redelijk tot goed is. Het systeem als geheel is volgens SIG echter van zeer lage kwaliteit en slecht te onderhouden. Op 26 november 2008 vergadert het dagelijks bestuur van het korpsbeheerdersberaad. De korpsbeheerder Limburg-Zuid heeft het SIG-rapport meegekregen en brengt het ter sprake in de rondvraag. De voorzitter van het korpsbeheerdersberaad stelt voor het rapport voor een volgende vergadering van het dagelijks bestuur te agenderen. Dit is niet vastgelegd in de notulen. De directie van vtsPN is gevraagd het korpsbeheerdersberaad te informeren, maar het rapport is hierna niet meer aan het korpsbeheerdersberaad aangeboden.

Inrichting gezonde ICT-organisatie problematisch

VtsPN heeft een centrale rol bij de ontwikkeling en het beheer van ICT-voorzieningen voor de politie. De zeven verzorgingsgebieden (zes regionale en één landelijk) van vtsPN leveren ICT-diensten aan de 26 korpsen. De directie van vtsPN is er sinds de oprichting in 2006 onvoldoende in geslaagd om een gezonde ICT-organisatie in te richten. Knelpunten zijn bijvoorbeeld het grote aantal applicaties en de hoge kosten van de verzorgingsgebieden, die kampen met een erfenis aan apparatuur en platformen. Na het aantreden van een nieuw bestuur in 2009 en directiewisselingen bij vtsPN zijn verbeteringen bereikt in de bedrijfsvoering, maar de problemen zijn omvangrijk en hardnekkig.

Gebruiksvriendelijkheid basisvoorzieningen matig

De basisvoorzieningen zijn over het algemeen matig gebruiksvriendelijk. De systemen zijn omslachtig, reageren traag en sluiten slecht aan bij de taken die ermee vervuld moeten worden. De informatiesystemen verhogen hierdoor de administratieve belasting van politiemedewerkers.

Productiviteitsverlies door invoering basisvoorzieningen lastig te kwantificeren

Het onderzoek van de Algemene Rekenkamer heeft aanwijzingen opgeleverd dat agenten BVH mijden of incidenten `lichter' classificeren. Ze kunnen dan met een boete afgedaan worden en hoeven dan niet geregistreerd te worden in BVH. Er zijn verder nadelige effecten waarneembaar voor de beleidsinformatie van de korpsen en voor de criminaliteitsstatistieken. Deze effecten zijn echter moeilijk in cijfers uit te drukken. De invoering van BVH heeft mogelijk enig effect op de daling van het aantal zaken dat de politie bij het Openbaar Ministerie aanbiedt. Die dalende trend bestond echter al vóór de invoering van BVH. Daarom spelen hier waarschijnlijk ook andere factoren een rol.

Kosten ICT niet inzichtelijk

De ramingen van kosten van de ontwikkeling en invoering voor de drie basisvoorzie-ningen (BVH, BVO en BVCM) bedroegen bij de start in 2007 ongeveer EUR 46 miljoen. De werkelijke uitgaven hiervoor zijn uitgekomen op minstens EUR 70 miljoen. De kosten bijvoorbeeld van de inzet van eigen personeel en de implementatie en invoering bij de korpsen zelf zijn niet meegenomen. Evenals in 2003 constateert de Algemene Reken-kamer dat het inzicht in de ICT-kosten bij de politie beperkt is. Een extern bureau heeft de ICT-kosten voor de politie over 2009 becijferd op EUR 770 miljoen. De kosten voor onderhoud en beheer leggen een steeds groter beslag op het ICT-budget. Daardoor slinkt de financiële ruimte voor vernieuwingen in de ICT.

Aanbevelingen, bestuurlijke reacties en nawoord Algemene Rekenkamer

De Algemene Rekenkamer doet in haar rapport een groot aantal aanbevelingen om de sturing en het beheer van de ICT te verbeteren. De organisatie moet bijvoorbeeld ver-eenvoudigd worden en de verantwoordelijkheden verhelderd. Daarbij speelt de landelijke Chief Information Officer (CIO) een belangrijke rol. Verder moeten kostenregistratie, risicomanagement, strategie, verantwoording, audits en toezicht verbeteren. Ook beveelt de Algemene Rekenkamer aan om van zeven verzorgingsgebieden over te gaan op één centraal verzorgingsgebied. De minister van Veiligheid en Justitie kondigt in zijn reactie aan de aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer over te nemen in zijn plan van aanpak voor de vernieuwing van de ICT bij de politie. Volgens het Korpsbeheerdersberaad heeft het toenmalige bestuur van vtsPN te lang vertrouwd op de leiding van vtsPN en op de betrokkenheid van de korpschefs. De Raad van korpschefs plaatst kanttekenin-gen bij enkele conclusies. De raad vindt dat het rapport te weinig nadruk legt op de specifieke verantwoordelijkheid van de korpsbeheerders. De korpsbeheerders en de korpschefs delen de opvatting dat de verdeling van verantwoordelijkheden in het nieuwe politiebestel zeer duidelijk moet zijn.
De Algemene Rekenkamer wijst in het nawoord erop dat nog duidelijk moet worden hoe de minister de aanbevelingen gaat verwerken in zijn plannen. De Algemene Rekenkamer onderschrijft de noodzaak van een heldere verantwoordingsverdeling. In de werkprocessen dient de agent meer centraal te komen staan en de werkvloer meer betrokken te worden bij vernieuwing van de basisvoorzieningen.