Aandacht veel stuurbaarder dan tot nu toe gedacht
Datum: 23 juni 2011
Mensen kunnen hun aandacht flexibeler inzetten en hebben hier meer
controle over dan tot nu toe gedacht. Dit nieuwe inzicht blijkt uit een
studie van onderzoekers van het Universitair Medisch Centrum Groningen.
Zij stelden vast dat mensen de betrouwbaarheid van informatie meewegen
bij hun besluit al dan niet hun aandacht hierop te richten. Deze
uitkomsten zijn bijvoorbeeld van belang voor de ontwikkeling van
apparatuur om het autorijden veiliger te maken. De onderzoekers
publiceren hun onderzoek in het online wetenschappelijk magazine PLoS
One.
Mensen kunnen hun aandacht maar op weinig zaken tegelijk richten. Dit
kan bijvoorbeeld bij autorijden leiden tot gevaarlijke situaties.
Apparatuur die kan helpen om onze beperkte aandacht de goede kant op te
richten kan er dus voor zorgen dat bestuurders beter overzicht kunnen
houden, zodat autorijden veiliger kan worden. Autofabrikanten werken al
aan zulke apparatuur. Zo kunnen computers een signaal afgeven bij
plotseling overstekende fietsers of voetgangers. Voorwaarde voor de
succesvolle toepassing van dergelijke apparatuur is dat mensen de
signalen van deze apparatuur ook willen en kunnen gebruiken.
Grote Europese studie
Het onderzoek van de Groningse wetenschappers startte drie jaar geleden
als onderdeel van een grote Europese studie naar de ontwikkeling van
methodes voor het sturen van aandacht, onder andere voor apparatuur die
het autorijden veiliger kan maken. Centraal in het onderzoek stond de
vraag in welke mate mensen bewuste controle hebben over het sturen van
aandacht.
Betrouwbaarheid informatie stuurt aandacht
Uit het onderzoek blijkt dat het menselijk brein meer invloed heeft op
datgene waaraan aandacht wordt geschonken dan eerder werd gedacht. Het
blijkt mogelijk dat mensen zelf de grootte van hun visuele
aandachtsgebied bepalen. De gedachte tot nu toe was dat mensen zich
hierin vooral lieten leiden door wat er in de omgeving gebeurt.
Onderzoeker dr. Marije van Beilen van de afdeling Neurologie van het
UMCG stelt: `Dat de betrouwbaarheid van signalen de mate van aandacht
kan sturen is wetenschappelijk interessant, omdat niet bekend was dat
dit mogelijk is. De resultaten zijn ook belangrijke informatie voor
bijvoorbeeld ontwikkelaars van apparatuur om de aandacht te monitoren
en zelfs te sturen, bijvoorbeeld in de auto. Dat aansturen moet goed
gebeuren want anders zullen mensen de signalen negeren en hun visuele
aandachtsgebied juist verkleinen. Dan kan het gebruik van de apparatuur
zelfs het omgekeerde effect hebben: niet meer, maar minder overzicht.'
Manier van onderzoek
Tijdens het onderzoek moesten deelnemers zo snel mogelijk informatie op
een beeldscherm opzoeken. Soms gaf de computer een kortdurende
aanwijzing waar de gezochte informatie zou kunnen staan. Als mensen
wisten dat deze informatie betrouwbaar was, gebruikten ze deze ook, met
als gevolg dat ze een veel groter gebied dan normaal konden overzien.
Verwachten ze dat de informatie van de computer onbetrouwbaar was, dan
sloten ze zich hiervoor juist af, met als gevolg dat ze nog maar
aandacht hadden voor een heel beperkt deel van de informatie die op hun
netvlies viel. Tijdens het onderzoek registreerden de onderzoekers de
oogbewegingen van de deelnemers. Deze informatie werd gebruikt om te
bepalen hoe groot het gebied was dat de deelnemers konden overzien.
Impuls voor navigatiesystemen
De uitkomsten kunnen ontwikkelingen rondom aandachtsmonitoring en extra
veilige navigatiesystemen een impuls geven. Het huidige onderzoek werd
in het laboratorium uitgevoerd. Vervolgonderzoek zal moeten uitwijzen
op welke momenten dit soort nieuwe apparatuur ingezet moet worden,
opdat het autorijden daadwerkelijk veiliger kan worden.
Vervolgonderzoek
Volgens dr. Frans Cornelissen van de afdeling Oogheelkunde van het UMCG
is er nog meer te onderzoeken: `We willen nu gaan uitzoeken hoe het
menselijk brein deze vorm van aandachtssturing regelt. Dat kan ons meer
inzicht geven in de manier waarop aandacht in het brein is
gerepresenteerd. Zulk onderzoek kan ons informatie geven over de mate
waarin dergelijke aandachtssturing tot verhoogd energieverbruik door
het brein, en versnelde vermoeidheid, leidt.'
Artikel:
http://www.plosone.org/article/info%3Adoi%2F10.1371%2Fjournal.pone.0021
262
Europees onderzoeksproject: http://www.gazecom.eu/
Rijksuniversiteit Groningen