Rijksoverheid
Gerealiseerde lastendrukvermindering wegtransport
Geachte voorzitter,
Hierbij bied ik u de rapportage van SIRA Consulting aan over de feitelijke gerealiseerde
reductie van administratieve lasten in het wegtransport. Het gaat hierbij
om de effecten van de aanpak van de 40 knelpunten uit het rapport van de Commissie
Fundamentele Verkenning Transportbelemmeringen (Commissie Noordzij).
Aanleiding voor deze rapportage zijn vragen over dit onderwerp die uw Kamer
heeft gesteld tijdens het Algemeen Overleg over transportbelemmeringen op 29
oktober 2009.
Aanzienlijke feitelijke vermindering van regeldruk
Conclusie is dat de gekozen publiek-private aanpak van vermindering van de
regeldruk in de transportsector binnen enkele jaren een aanzienlijk resultaat heeft
opgeleverd. Het heeft geleid tot een vermindering van de administratieve lasten
voor de transportsector met bijna ¤ 50 miljoen per jaar. Dat is goed nieuws voor
een sector die door de economische crisis te kampen heeft met lagere omzet en
met marges die onder druk staan.
Het totale potentieel van de maatregelen gericht op het aanpakken van de administratieve
lasten bij de top-40 knelpunten is, voor zover kwantificeerbaar, ongeveer
¤ 90 miljoen. Daarvan is nu dus ¤ 50 mln gerealiseerd. Dit betreft vooral knelpunten
die binnen de eigen invloedssfeer van het rijk liggen. Het gros van de nog niet
opgeloste knelpunten vereist internationale afstemming en Europees draagvlak,
zoals de herziening van de regelgeving bij de digitale tachograaf of bij de Europese
Verordening Overbrenging Afvalstoffen
De opgestelde berekeningen zijn voorgelegd en afgestemd met de relevante
brancheorganisaties en de betreffende ministeries. Over de berekening van de
vermindering van administratie lastendruk is overleg geweest met het
Adviescollege Toetsing Administratieve Lasten (Actal). Actal heeft de
berekeningen getoetst op de toegepaste methodologie. Het eindoordeel daarover
van Actal is positief.
Ministerie van
Infrastructuur en Milieu
Ons kenmerk:
IenM/BSK-2011/91745
Pagina 1 van 2
Hoe nu verder?
Dit kabinet heeft op het vlak van administratieve lasten en regels voor bedrijven
en burgers duidelijke uitgangspunten. Deze lasten dienen jaarlijks met 5% te
verminderen. Ondanks de forse reductie die we nu al hebben bereikt voor de
transportsector, zal ik me blijven inspannen om ook voor deze sector de regeldruk
verder terug te dringen. Dat gebeurt via drie sporen.
In de eerste plaats is het van belang dat er vanuit Brussel geen nieuwe
onuitvoerbare en ineffectieve regels en administratieve verplichtingen voor de
sector bijkomen. Nederland zal zich in zulke gevallen actief inspannen om
dergelijke regelgeving te voorkomen.
Ten tweede blijf ik mij volop inspannen om in Brussel de bestaande regeldruk voor
de sector te verminderen, zoals bij de tachograaf en de EU-regelgeving rondom
transport van afval. Het realiseren van de benodigde veranderingen in Europese
regelgeving kost veel tijd en inspanning en is onzeker omdat de besluitvorming
afhankelijk is van de opstelling van andere lidstaten. In dat verband ben ik
verheugd met de actieve internationale lobby van Nederlandse
transportorganisaties voor vermindering van de regeldruk. Zij zijn, samen met
hun internationale zusterorganisaties, het best in staat om aan te geven welke
regelgeving in de praktijk slecht uitvoerbaar is en om voorstellen te doen voor
vermindering van administratieve lasten.
Ten derde zal de sector transport ook profiteren van de generieke aanpak
regeldruk bedrijven 2011-2015 zoals onder ander voorgenomen fiscale
reductiemaatregelen (o.a. verkorte aangifte vennootschapsbelasting) en verdere
vermindering van statische uitvragen door het CBS.
Betrokkenheid bedrijfsleven bij knelpunten BRZO
Ook vroeg uw Kamer tijdens hetzelfde Algemeen Overleg om de betrokkenheid
van het bedrijfsleven bij de knelpunten rondom de BRZO (Besluit Risico's Zware
Ongevallen). Deze betrokkenheid is gewaarborgd door een gesprek op
ambtelijk niveau met de Vereniging Nederlandse Chemische Warehousingbedrijven
(VNCW). Deze vereniging van opslagbedrijven treedt inzake de BRZO op namens
het bedrijfsleven, met instemming van EVO en TLN. In het gesprek zijn wederzijds
de belangen en argumenten rondom de regelgeving toegelicht. De sector stemt in
met de toepassing van de BRZO'99 regeling. Afgesproken is dat de VNCW zich
weer meldt bij het ministerie van Infrastructuur en Milieu indien in de toekomst
andere problemen aan het licht zouden komen. Daarmee is dit punt naar
tevredenheid van de sector afgehandeld.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU,
mw. drs. M.H. Schultz van Haegen