Rijksoverheid
Bijlage 1: Lijst van vragen en antwoorden naar aanleiding van de wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu 2011 (32 780 XII)
1 Kunt u uw plannen voor de herziening van de Infrastructuur en Milieu-begrotingen in de komende jaren toelichten? Antwoord: Tijdens het Algemeen Overleg van 20 april jl. is de nieuwe begrotingspresentatie in het kader van Verantwoord Begroten in een Compacte Rijksdienst in de Tweede Kamer behandeld. De Commissie voor de Rijksuitgaven heeft positief gereageerd op de voorstellen die het kabinet heeft gedaan in dit kader. In de begroting 2012 van IenM wordt een eerste aanzet gedaan om de begroting in de geest van verantwoord begroten in te richten. Dit betekent dat voor de begroting 2012 artikel 31 Integraal Waterbeheer volgens de opzet van een beleidsartikel nieuwe stijl wordt opgesteld en dat de apparaatbudgetten op één niet-beleidsartikel worden verantwoord. Daarnaast wordt een aantal wijzigingen doorgevoerd die logisch voortvloeien uit het samengaan van het departement VenW met delen van het ministerie van VROM: 1. De artikelen nominaal en onvoorzien worden samengevoegd. 2. De uitgaven de Inspectie(s) worden op één beleidsartikel verantwoord, verbijzonderd naar de verschillende domeinen. 3. Er zal een uniformiteitsslag worden geslagen in de opbouw en vulling van de artikelen. De verdere herstructurering van de beleidsartikelen zal in de begroting 2013 worden doorgevoerd aan de hand van de nieuwe organisatiestructuur die waarschijnlijk leidt tot een herindeling van de beleidsverantwoordelijkheden . Kunt u toelichten waar de subsidietaakstelling, die is verdeeld over de artikelen, zal landen? Antwoord: Voor vmVROM is in de financiële bijlage van het Regeerakkoord aangegeven waar de subsidietaakstelling zal landen. Voor vmVenW zijn in het Regeerakkoord geen specifieke programma's en subsidies genoemd. De definitieve besluitvorming over specifieke programma's en subsidies is nog niet geheel afgerond. Ik verwijs U graag naar de brief met kenmerk IENM/BSK-2011/75625 die 8 juni jl. naar Uw Kamer is verstuurd voor een uitgebreidere toelichting op de korting op subsidie-uitgaven inclusief voorbeelden van specifieke programma's en organisaties waar de subsidietaakstelling zal landen. Kunt u toelichten waarom de middelen voor het Geluidsisolatieproject Schiphol (GIS) telkens worden doorgeschoven naar volgende jaren? Antwoord: Hoewel de isolatie van woningen in 2011 zal worden afgerond, zal een deel van de financiële afwikkeling plaatsvinden in 2012 (en niet zoals eerder werd voorzien in 2011). In de periodieke voortgangsrapportage over het Project Geluidsisolatie Schiphol wordt meer in detail ingegaan op de voortgang van de diverse onderdelen van het project (de meest recente voortgangsrapportage is de rapportage over de tweede helft van 2010, TK 26 959, nr. 136). 4 AgentschapNL en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) kennen nogal wat overboekingen, met als gevolg dat de kosten per saldo met 13,7 mln. omhoog lijken te gaan. Kunt u een gespecificeerd overzicht van de mutaties en de oorzaken daarvan geven? Antwoord: De genoemde 13,7 mln is afkomstig uit uit de tabel met de majeure mutaties. In deze tabel is abusievelijk een mutatie van - 10,3 mln op artikel 54 niet opgenomen. Het restant van 3,4 mln betreft een saldo van kleine technische mutaties, die budgettair neutraal zijn. De mutaties hangen samen met een wijziging in de opdrachtverlening richting deze uitvoeringsorganisaties en de daarmee samenhangende centralisatie van budgetten (zie ook
2
3
1/3
antwoord 12). 5 Kunt u de bedragen en inhoud van de verschillende onderdelen van de lagere bijdrage aan het Infrastructuurfonds meer specifiek toelichten? Antwoord: Voor het antwoord op deze vraag wil ik kortheidshalve graag verwijzen naar het onderstaande antwoord op vraag 11. 6 Kunt u toelichten hoe u de Kamer blijft informeren over de concrete bestedingen ten behoeve van concrete beleidsdoelen, wanneer deze in uw opdracht worden uitgevoerd door Agentschap NL of RIVM? Hoe en wanneer worden de verstrekte subsidies ten laste gebracht van de betreffende artikelen? Antwoord: Het beleid en de daaraan verbonden programma-uitgaven blijven in de begroting verantwoord per artikel en instrument. Dat geldt ook voor de beleidsuitvoering door Agentschap NL of door RIVM. 7 Kunt u nader toelichten waarom er in 2011 een onderuitputting van 30% respectievelijk 9% is op de beide artikelen (33 en 36) die betrekking hebben op de aankoop uit Luchthavenindelingsbesluit (LIB) sloopzones? Antwoord: De uitvoeringsverantwoordelijkheid van het luchthavenindelingsbesluit ligt bij de betrokken (deel)gemeenten. De gemeente kan vervolgens conform de Regeling Uitkering beperkingengebied Schiphol de gemaakte kosten declareren bij het ministerie van IenM. De daadwerkelijke jaarlijkse kosten variëren en zijn moeilijk op voorhand te ramen. Op basis van de actuele inzichten wordt verwacht dat er kosten zullen verschuiven van 2011 naar 2012. Met de in de voorjaarsnota opgenomen mutaties worden de budgetten daarvoor aangepast. In de periodieke voortgangsrapportage over het Project Geluidsisolatie Schiphol wordt meer in detail ingegaan op de voortgang van de diverse onderdelen van het project (de meest recente voortgangsrapportage is de rapportage over de tweede helft van 2010, TK 26 959, nr. 136). 8 Kunt u toelichten waardoor de overschrijding met betrekking tot artikel 36.01.03 Maatregelen klimaatbeleid personenvervoer ten opzichte van de oorspronkelijke begroting wordt veroorzaakt? Antwoord: Het gaat hier om een de verhoging van het budget ten opzichte van de oorspronkelijke begroting met 749.000,Dit is het saldo van de volgende mutaties: een positieve afrekening van de FES beheerder ad. 2.405.000,-, een overboeking van 175.000,- naar ministerie van BiZa en het verwerken van een subsidietaakstelling ten bedrage van 1.481.000,9 Kunt u toelichten waarom er op artikel 36.04.03 Duurzame binnenvaart bijna sprake is van een verdubbeling van de uitgaven ten opzichte van de oorspronkelijke begroting? Antwoord: Het budget is bijna verdubbeld, doordat voor duurzame binnenvaart in 2011 eenmalig 0,5 miljoen extra budget beschikbaar is voor Proeftuinen Duurzame Mobiliteit. Dit budget zal worden aangewend voor een eenmalige investeringsimpuls LNG vulpunten in de binnenvaart (Kamerstukken 2010-2011, 30 523, nr. 48). Het doel van deze investeringsimpuls is het stimuleren van het gebruik van LNG als brandstof in de binnenvaart door de aanleg van vulpunten, en zodoende het verbeteren van het milieu door vermindering van de uitstoot door binnenschepen van CO2, NOx en fijnstof.
10
Wat is de reden voor de meerjarige verhoging van artikel 57.48.08 Clean Development
2/3
Mechanism (CDM)? Verwacht u in 2012 en 2013 hogere uitstoot dan voorzien, of een hogere prijs voor de CDM-rechten dan voorzien, of is hier een andere reden voor? Antwoord: De verhoging van de budgetten in 2012 en 2013 is geen gevolg van een verwachte hogere uitstoot of een hogere prijs, maar van vertragingen bij de levering van de tegen een vaste prijs gecontracteerde CDM-rechten. De latere leveringen worden veroorzaakt door ondercapaciteit bij zowel de onafhankelijke organisaties als het UNFCCC-secretariaat die de gerealiseerde emissiereducties moeten verifiëren en certificeren. De achterstanden bij het UNFCCC-secretariaat zijn inmiddels weggewerkt. De beschikbare capaciteit bij de onafhankelijke organisaties voor het verifiëren en certificeren is echter nog steeds een zorgpunt, waardoor de kans op vertragingen nog steeds aanwezig is 11 Kunt u een gespecificeerde toelichting met oorzaken geven van het tekort op de aan het Fonds Economische Structuurversterking (FES) gerelateerde projecten in 2010 waardoor in 2011 maar liefst 520.793.000 minder aan het Infrastructuurfonds wordt bijgedragen? Om welke projecten ging het in 2010 en welke projecten worden daardoor in 2011 getroffen? Antwoord: Voor een nadere toelichting op de lagere bijdrage 2011 aan het Infrastructuurfonds wil ik u graag verwijzen naar de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel tot wijziging van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2011( Voorjaarsnota) (Kamerstukken II, 2010-2011, 32.780 A). Hierin is bij artikel 19 "Bijdragen andere begrotingen rijk" de verlaging ad 520 mln. gespecificeerd. In deze verlaging heeft de bijdrage aan de FES projecten een aandeel van 99 mln. Hiertegenover staat een evenredig hogere bijdrage in 2010. De mutatie is hiermee budgetneutraal. Zowel in de memorie van toelichting bij de Slotwet Infrastructuurfonds 2010 (Kamerstukken 2010-2011, 32.710 A, blz. 17 en 18) als in de eerder genoemde memorie van toelichting op de Voorjaarsnota Infrastructuurfonds 2011 zijn de mutaties projectmatig inzichtelijk gemaakt bij artikel 19. 12 Kunt u toelichten waarom 37,9 mln. meer is uitgegeven op artikel 61.89 Bekostiging van externe uitvoeringsorganisaties ten opzichte van de incidentele suppletoire begroting? De verklaring voor de hogere uitgaven op artikel 61.89 is met name gelegen in het centraliseren van de budgetten voor de opdrachtverlening aan deze uitvoeringsorganisaties. De ophoging van het uitgavenbudget bij artikel 61.89 Bekostiging van externe uitvoeringsorganisaties wordt volledig gecompenseerd door verlagingen van uitgavenbudgetten bij andere beleidsartikelen. Er is dus geen sprake van hogere uitgaven.
3/3
---- --