Rechtbank Amsterdam


TBS jarenlang ten onrechte verlengd

Amsterdam , 22-6-2011

De rechtbank Amsterdam heeft de verlenging van de TBS afgewezen van een man die in 1989 werd veroordeeld tot TBS met dwangverpleging op grond van eenvoudige diefstal. De terbeschikkingstelling is sindsdien met de duur van een of twee jaar verlengd terwijl op grond van het delict de duur van de opgelegde maatregel beperkt diende te blijven tot maximaal vier jaar. Naar het oordeel van de rechtbank is de verlenging van de TBS sinds 1993 dan ook onjuist.

De man werd in 1989 veroordeeld tot TBS met dwangverpleging nadat hij een woning van een willekeurige vrouw was binnengedrongen, de deur op slot had gedaan, waarna hij de keel van de bewoonster had dichtgeknepen en haar twee keer tegen het hoofd had geslagen. Ook had de man bij andere gelegenheden een diefstal gepleegd, had hij geweigerd het gebouw van de Sociale Dienst te verlaten en had hij een onbekende vrouw op straat in het gezicht geslagen. Verdachte leed ten tijde van het plegen van de delicten aan een psychose ten gevolge van een schizofrene stoornis en was drugsverslaafd. Hij werd ontoerekeningsvatbaar verklaard voor de door hem gepleegde diefstal, de twee mishandelingen, de lokaalvredebreuk en huisvredebreuk. Hij kreeg de maatregel van TBS met dwangverpleging opgelegd, omdat de algemene veiligheid van personen en goederen dat vereiste. Daarbij hield de rechtbank mede rekening met de omstandigheid dat de man in het verleden vaker was veroordeeld.

TBS mag alleen worden opgelegd voor delicten waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaren of meer is gesteld of voor delicten die limitatief zijn genoemd in artikel 37a, eerste lid, sub 1, van het Wetboek van Strafrecht. Van de feiten waarvoor de man in 1989 werd veroordeeld gold dat alleen voor diefstal. Voor mishandeling, huisvredebreuk en lokaalvredebreuk geldt een strafmaximum van minder dan vier jaar. Volgens artikel 38e, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht mag de TBS in beginsel niet langer dan vier jaar duren. Alleen in het geval de TBS is opgelegd voor een `geweldsdelict' geldt volgens dit artikellid dat de TBS ook na vier jaar mag worden verlengd. Aangezien de TBS in deze zaak alleen voor eenvoudige diefstal is opgelegd had deze dus na vier jaar niet mogen worden verlengd.

De TBS van de man is echter sinds zijn veroordeling steeds met de duur van een of twee jaar verlengd, het laatst op 28 april 2009. Volgens die beschikking was er bij betrokkene nog steeds sprake van `een veelheid aan psychopathologie waaronder chronische schizofrenie'. Bovendien was er sprake van een voortschrijdende dementie en kon hij niet zelfstandig maatschappelijk functioneren. Bij het wegvallen van de externe structuur en zorg werd het delictgevaar onaanvaardbaar hoog geacht. Ondanks het feit dat er volgens de deskundigen wat betreft ziektebeeld en delictgevaarlijkheid ook nu bij de man geen verbetering is opgetreden, is de rechtbank van mening dat de TBS vanwege juridische redenen al in 1993 had moeten eindigen.

Voor nadere informatie: Persvoorlichting rechtbank Amsterdam, 020-541 2882

Bron: rechtbank Amsterdam
Uitspraken:BQ8931

Zie het origineel