Rijksoverheid
Verslag van bezoek mensenrechtenambassadeur aan Egypte, van 17 mei t/m 20 mei jl.
1. Ter Inleiding
De mensenrechtenambassadeur heeft gesproken met onder andere de Ministers van Justitie en
Telecommunicatie en zijn counterpart bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Tijdens deze
gesprekken zijn de zorgen van de Nederlandse regering over de mensenrechtensituatie in Egypte
overgebracht. Ook zijn constructieve gesprekken gevoerd met leden van de nationale
mensenrechtenraad, vertegenwoordigers van de Koptische gemeenschap, journalisten en bloggers
evenals met diverse mensenrechtenactivisten en vertegenwoordigers van non gouvernementele
organisaties. Tijdens zijn bezoek heeft hij ook een regionale conferentie van journalisten, fotografen,
bloggers en mensenrechtenactivisten, georganiseerd door Free Press Unlimited, toegesproken over de
Nederlandse inzet voor internetvrijheid.
Het algemene beeld is dat een aantal zaken de mensenrechten situatie negatief beïnvloedt:
. Extremistische groepen - al of niet geïnspireerd door het salafisme - krijgen door de grotere
vrijheid de kans gewelddadige acties tegen de Kopten te organiseren.
. Veel vrouwenorganisaties vrezen dat de relatief gunstige positie van vrouwen in Egypte zal
verslechteren onder druk van conservatieve groeperingen.
. Religieuze minderheden en vrouwen zijn extra kwetsbaar omdat de veiligheidssituatie is
verslechterd door de ontmanteling van het politie- en veiligheidsapparaat, terwijl het leger niet
goed is voorbereid op civiele orde-handhaving.
. Mensenrechtenactivisten die mede de revolutie in gang hebben gezet zien onvoldoende
mogelijkheden om invloed uit te oefenen op de plannen van de overgangsregering.
2. Mensenrechtensituatie in het algemeen
De mensenrechtenambassadeur heeft de Nederlandse zorgen over het voortduren van
mensenrechtenschendingen besproken met de Ministers van Justitie en Telecommunicatie en zijn
collega bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Deze zorgen werden gedeeld. Daarnaast getuigden
gesprekspartners ook van de bereidheid om verdere hervormingen door te voeren. Op dit moment
wordt onder meer gewerkt aan de ratificatie van een aantal belangrijke mensenrechtenverdragen,
zoals die van het Rome Statuut (ICC), het optionele protocol van het VN marteling verdrag en het VNverdrag
inzake vrijwillige verdwijningen.
Mede naar aanleiding van een bericht dat een militaire rechtbank op 16 mei 2011 vier personen,
waaronder een minderjarige jongen, die een vrouw hadden ontvoerd en aangerand ter dood heeft
veroordeeld is gevraagd naar het optreden van militaire rechtbanken. Gesprekspartners wezen op de
nog bestaande noodwet waarbij militaire rechtbanken de bevoegdheid hebben om recht te spreken
over zowel militaire als civielrechtelijke zaken. De zaak van de minderjarige zou in hoger beroep zeker
afgewezen worden gelet op eigen wetgeving en de verplichtingen van Egypte aan het VN
kinderrechtenverdrag. Ook zou een aantal andere gevangenisstraffen, die eerder door militaire
rechtbanken waren opgelegd aan demonstranten na de revolutie, inmiddels zijn omgezet in
voorwaardelijke straffen. Volgens gesprekspartners bestaat er grote maatschappelijke acceptatie van
de inzet van militaire rechtbanken als een tijdelijke noodmaatregel in een bestaand
veiligheidsvacuüm.
3. Vrijheid van meningsuiting inclusief internetvrijheid
In zijn gesprek met de Minister van Justitie, de heer Mohammed Guindi, heeft de
mensenrechtenambassadeur expliciet zijn zorg uitgesproken over de veroordeling door een militair
tribunaal van de blogger Mikael Nabil. Zonder nader op deze zaak in te gaan erkende hij de zorgen
over het optreden van de tribunalen, dit moest echter gezien worden als onderdeel van een
transitieproces, aldus de Minister.
In het gesprek met de Minister van Telecommunicatie (de heer Maged Osman, tevens belast met
nieuwe media) werd duidelijk dat Egypte op dit moment werkt aan de totstandkoming van nieuwe
mediawetgeving, inclusief internetvrijheid: de 'Freedom of Communication Act'. Deze
hervormingsgezinde Minister toonde zich zeer geïnteresseerd in discussies - op zowel multilateraal
terrein als in de eigen samenleving - over het belang van internet en de sociale en nieuwe media voor
het bevorderen van vrijheid van meningsuiting.
4. Vrijheid van godsdienst en levensbeschouwing
Het recente geweld tegen christenen is in alle gesprekken aan de orde gesteld. Vele gesprekspartners
wezen er op dat voorkomen moet worden dat radicale krachten door sektarisch geweld de
maatschappelijke spanningen verder opvoeren. Daarnaast werd benadrukt dat het geweld niet alleen
christenen treft, maar vele religieuze minderheden of andersgezinden, zoals sufi's, zij het in mindere
mate.
In het gesprek met de Minister van Justitie werd vernomen dat de nieuwe wetgeving voor de bouw
van gebedshuizen op zeer korte termijn vastgesteld zou worden. Volgens de Minister komt daarmee
een eind aan discriminatoire praktijken bij het verlenen van bouwvergunningen. De Minister
bevestigde dat de spanningen op dit moment gevoed worden door de onzekerheid en toegenomen
onveiligheid in het land. Het late ingrijpen door het leger bij de aanval op de Koptische kerk in de
Kaireense wijk Imbaba ondermijnt ook het vertrouwen dat de samenleving in de Egyptische regering
zou moeten hebben om verdere sektarische spanningen en onverdraagzaamheid te voorkomen. Het
Egyptische veiligheidsapparaat was sinds de revolutie niet meer op sterkte. Hierdoor was het voor de
Egyptische autoriteiten moeilijker de orde te handhaven en religieuze minderheden te beschermen.
Het zou onmogelijk zijn om op dit moment elke kerk, of ander gebedshuis, in Egypte te voorzien van
een aantal soldaten, aldus de minister.
5. Vrouwenrechten
Het bevorderen van vrouwenrechten en het belang van een inclusieve benadering bij de
democratische ontwikkelingen in het land stond eveneens centraal in de gesprekken. Het bericht vlak
voorafgaand aan het bezoek van de mensenrechtenambassadeur dat geen quota voor
vrouwenparticipatie aan de verkiezingen gebruikt zou worden, naast toenemende signalen vanuit
conservatieve gelederen dat alle 'Suzanne Mubarak' wetten (inclusief de Family Law) herzien dienen te
worden, toonde geen positieve aanzet. Gesprekspartners aan de zijde van de interim-regering waren
echter zeer duidelijk over het herzien van deze wetten ('geen sprake van') en lieten zich in positieve
bewoordingen uit over het belang van het versterken van de positie van vrouwen. Het recente besluit
om de 'National Women's Council' te her installeren met vernieuwde (hervormingsgezinde-) gezichten
valt in dit kader te plaatsen.
6. Nederlandse activiteiten
Nederland is een actieve speler op mensenrechtenterrein in Egypte, welke rol en inzet door vele
partners wordt gewaardeerd. Daarnaast stimuleert Nederland actieve betrokkenheid van de EU en de
VN bij het transitieproces van het land.
Het bevorderen van vrijheid van meningsuiting en internetvrijheid, vrouwenrechten en de vrijheid van
godsdienst en levensbeschouwing zijn prioritaire aandachtsgebieden voor Nederland. Over de wijze
waarop Nederland hieraan uitvoering geeft, is de Tweede Kamer geïnformeerd, onder meer via de
notitie ' Verantwoordelijk voor Vrijheid' en de brief over de inzet van de Nederlandse regering in de
Arabische regio.