FNV KIEM

Principeakkoord sociaal plan NDC mediagroep

woensdag 22 juni 2011

FNV KIEM, CNV en NVJ hebben met uitgever NDC een principeakkoord bereikt over een sociaal plan. Dat was nodig voor de reorganisatie die eerder deze maand door de NDC mediagroep was aangekondigd. In totaal moeten er 100 arbeidsplaatsen verdwijnen omdat NDC kosten wil besparen. Hierover overlegt NDC op dit moment met de ondernemingsraad.

Het akkoord wordt deze week verder uitgewerkt. Daarna leggen FNV KIEM c.s. het met een positief advies voor aan hun leden. De ledenvergaderingen zijn op 6 juli om 11.30 uur in Groningen en om 14.30 uur in Leeuwarden.

Hoofdlijnen principeakkoord:

- Voorafgaand aan eventuele boventalligheid komt er een "plaatsmakersperiode". Daarbij is er naast de bestaande ouderenregeling uit het vorige sociale beleidskader een plaatsmakersregeling afgesproken van 0,5 bruto maandsalaris per gewerkt jaar (ongewogen).


- Daarna komt er een korte "herplaatsingsperiode" (zowel in- als extern). Daarin wordt voor boventallige medewerkers naar andere, passende functies gezocht.


- Medewerkers die boventallig worden ondergaan verplicht een van-werk-naar-werk-analyse. Pas daarna kunnen ze kiezen voor bemiddeling of direct vertrek. Dit is een unieke voorziening die in Nederland niet eerder is ingezet.


- Medewerkers die kiezen voor bemiddeling naar ander werk, krijgen gedurende de opzegtermijn intensieve loopbaanbegeleiding. Ook krijgen zij een budget/schadeloosstelling die gelijk is aan factor 0,8 van de oude kantonrechtersformule. Die opzegtermijn bedraagt minimaal twee en maximaal vier maanden. Voor medewerkers die naar ander werk bemiddeld willen worden, is er een budget dat bestaat uit 2500 euro voor loopbaanbegeleiding en 2500 euro voor omscholing.


- Medewerkers die kiezen voor direct vertrek ontvangen een vertrekvergoeding die gelijk is aan factor 0,8 van de oude kantonrechtersformule. In deze vergoeding is de opzegtermijn verdisconteerd.

Verplichte analyse
Wat houdt de verplichte van-werk-naar-werk-analyse in? Alle medewerkers die hun baan verliezen moeten verplicht meedoen aan een analyse die hun arbeidsmarktpositie inschat. De analyse beantwoordt vragen als `Wat is je arbeidsmarktpositie?', `Waar zou je kunnen en willen werken?', `Wat is er voor nodig om dat werk te doen?'. De uitkomst wordt besproken met de medewerker en zijn partner.

Onafhankelijk van de uitslag mogen mensen na afloop van de analyse ook zelf op zoek gaan naar een baan. Dat kan opgaan voor mensen die een uitstekende arbeidsmarktpositie hebben. Maar die verspelen dan hun recht op de voorzieningen uit het sociaal plan, zoals een budget voor het zoeken naar een nieuwe baan.

Extra geld
Voor medewerkers met een slecht arbeidsmarktpositie is er, indien nodig, extra geld beschikbaar. Die individuele financiële steun kan in afwijkende, individuele gevallen worden toegewezen door een waarin ook de vakbond vertegenwoordigd is.

De verplichte van-werk-naar-werk-analyse is uniek in Nederland. Bestuurder Anne Jan de Graaf: "Tot vandaag mocht een werknemer die met ontslag werd bedreigd bij een sociaal plan kiezen tussen geld of werk. Iedereen koos voor geld, want er was toch geen werk. Een drukker kon zeggen: `Ik ben drukker. Er is geen werk voor drukkers. Dus ik pak het geld.' Nu is iedereen verplicht om een analyse te ondergaan. Dat is goed omdat mensen dan een realistische keuze kunnen maken."