Rijksoverheid
Onze Referentie DZO/OE-132/2011 Uw Referentie 2011Z11947
Datum 22 juni 2011
Beantwoording vragen van het lid Timmermans over oplopende spanningen tussen Azerbeidzjan en Armenië
Geachte Voorzitter, Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Timmermans over oplopende spanningen tussen Azerbeidzjan en Armenië. Deze vragen werden ingezonden op 7 juni 2011 met kenmerk 2011Z11947.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Dr. U. Rosenthal
Pagina 1 van 3
Antwoorden van Dr. U. Rosenthal, Minister van Buitenlandse Zaken op vragen van het lid Timmermans (Partij van de Arbeid) over oplopende spanningen tussen Azerbeidzjan en Armenië. Vraag 1 Bent u bekend met het bericht over de oplopende spanningen tussen Azerbeidzjan en Armenië? Antwoord Ja. Vraag 2 Deelt u de mening dat het zorgwekkend is te moeten constateren dat beide landen een stevig militair apparaat aan het opbouwen zijn om het conflict over Nagorno-Karabach de enclave mogelijk op deze wijze uit te vechten? Antwoord Nederland blijft bezorgd over het risico van escalatie van het conflict over Nagorno-Karabach. Het is belangrijk dat alle partijen zich onthouden van agressieve retoriek en een lokale wapenwedloop wordt voorkomen. Ik betreur de slachtoffers van de regelmatig terugkerende schietincidenten aan de administratieve grenzen van het conflictgebied. Het conflict staat democratische ontwikkelingen in beide landen in de weg doordat het de binnenlandspolitieke agenda teveel domineert. Bovendien vertraagt het de verbetering van de TurksArmeense relatie, omdat Turkije voor een verbetering de oplossing van het conflict Nagorno-Karabach als voorwaarde stelt. Vraag 3 Deelt u de mening van de presidenten van de lidstaten van de Minsk Group van de Organisatie voor Veiligheid en Samenleving in Europa (OVSE) dat de tijd is aangebroken om tot een vreedzame oplossing van dit conflict te komen? Indien ja, op welke wijze zal Nederland hier een rol in spelen? Antwoord Ik steun de gezamenlijke verklaring tijdens de G-8 top in Deauville van de drie presidenten van de landen die als co-voorzitters van de OVSE-Minsk groep optreden. De presidenten hebben hiermee een krachtig signaal afgegeven dat de huidige status quo niet acceptabel is en dat gebruik van geweld om een oplossing te forceren sterk zal worden veroordeeld. Nederland steunt de inspanningen van de Minsk-groep. De Minsk-groep heeft voorstellen gedaan, die een gepaste en gebalanceerde basis vormen om tot een akkoord te komen. De komende maand zijn verschillende besprekingen voorzien tussen betrokken partijen, in de hoop dat op 24 juni a.s. tijdens een bijeenkomst in Kazan (Rusland), op instigatie van de Russische president Medvedev, de presidenten van Azerbeidzjan en Armenië reële voortgang kunnen boeken. Hoewel de EU geen deel uitmaakt van de Minsk-groep, zal zij bij de uitwerking van een akkoord een belangrijke rol kunnen en moeten vervullen waar het wederopbouw betreft. Nederland zal zowel bilateraal als in multilateraal verband blijven aandringen op een vreedzame oplossing van het conflict. Vraag 4 Kunt u toelichten of Nederland een actieve rol op zich neemt als het gaat om de
Directie Zuidoost en OostEuropa Onze Referentie DZO/OE-132/2011
Pagina 2 van 3
mensenrechtensituatie in Azerbeidzjan respectievelijk Armenië? Indien ja, op welke wijze wordt hier uitvoering aan gegeven? Antwoord De dialoog met beide landen over democratie en mensenrechten maakt onderdeel uit van het Oostelijke Partnerschap van de EU. Ook in de onderhandelingen over een associatieakkoord staat respecteren van mensenrechten voortdurend op de agenda. In hun gesprekken met autoriteiten wijzen hoge vertegenwoordigers van de EU op de verplichtingen die beide landen in internationaal kader, zoals de OVSE en de Raad van Europa, reeds op zich hebben genomen. Waar gewenst staat het EU-instrumentarium ter beschikking om de landen te ondersteunen bij hervormingen op dit gebied. Binnen de EU speelt Nederland een actieve rol om de invulling van deze agenda maximaal te beïnvloeden. Tevens ontplooit Nederland bilaterale initiatieven ter ondersteuning van democratische hervormingen in beide landen en wordt de mensenrechtensituatie in de bilaterale contacten structureel opgebracht. Vraag 5 Wat is de Nederlandse opstelling ten aanzien van media- en persvrijheid in beide landen? Speelt Nederland een actieve rol om media- en persvrijheid te bevorderen in beide landen? Indien ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet? Antwoord De ontwikkelingen in beide landen met betrekking tot media- en persvrijheid laten een gemengd beeld zien en vragen om blijvende aandacht en betrokkenheid. Ik heb de voortijdige vrijlating van gewetensgevangenen in beide landen verwelkomd. Tegelijkertijd zijn de recente arrestaties van jonge activisten rond demonstraties in Azerbeidzjan reden tot zorg. De EU heeft dit in verklaringen expliciet kenbaar gemaakt. Nederland ondersteunt dergelijke interventies. In gesprekken met de Azerische regering heeft Nederland aangegeven dat verbetering van de mensenrechtensituatie van belang is. In Armenië speelt Nederland met beperkte middelen een actieve rol om media- en persvrijheid te bevorderen. Zo hebben recente projecten bijgedragen aan het opbouwen en versterken van onafhankelijke online media, regionale media en de capaciteit van onderzoeksjournalistiek.
Directie Zuidoost en OostEuropa Onze Referentie DZO/OE-132/2011
Vraag 6 Bent u bereid dit conflict- indien de onderhandelingen tijdens een geplande bijeenkomst in juni 2011 te Kazan spaak lopen - rechtstreeks of in EU-verband ter sprake te brengen? Zo ja, op welke wijze zult u dit doen? Zo nee, waarom niet? Antwoord Zie antwoord bij vraag 3.
Pagina 3 van 3
---- --