Groen!
Speculeren met voedsel is immoreel
door Bart Staes (Europese fractie) op 22 juni 2011 in "Voeding en landbouw"
De speculatie op financiële markten met landbouwgrondstoffen is een
immorele vorm van speculeren, en die moet aan banden gelegd worden. Een
opiniestuk door Piet Vanthemsche, voorzitter van de Boerenbond, en Bart
Staes, Europees parlementslid voor Groen!
Begin mei publiceerden Amerikaanse wetenschappers in Science een studie
met als conclusie dat de oogsten van de twee belangrijkste gewassen,
maïs en graan, de afgelopen dertig jaar wereldwijd met 4 tot 5 procent
zijn verminderd als direct gevolg van temperatuurstijgingen door
klimaatverandering. Geen goed vooruitzicht voor een planeet met een
stijgende wereldbevolking en een groeiende behoefte aan voedsel.
Anno 2011 wordt op 40 procent van het aardoppervlak ruimschoots
voldoende voedsel geproduceerd om twee maal de wereldbevolking te
voeden, maar het aantal chronisch hongerenden stijgt. Van de ruim een
miljard mensen die honger lijden is overigens de helft boer. Er lijkt
sprake van een vreemde paradox: enorme productievolumes in de landbouw
én stijgende voedselprijzen, maar steeds meer boeren zowel in arme als
rijke landen die het hoofd moeilijk boven water kunnen houden. De
jongste maanden bereiken de voedselprijzen weer record na record, maar
het zijn niet de landbouwers die er rijker van worden.
TRADERS
De verschillende oorzaken hiervoor vormen een complex verhaal. Maar
sinds het uitbreken van de financiële crisis in 2007-2008, wordt steeds
duidelijker dat speculatie met grondstoffen, ook die welke dienen voor
de voedselproductie, een belangrijke rol spelen bij de stijgende
voedselprijzen. Niet boeren, maar traders bij financiële instellingen
worden er beter van.
De toestand valt niet te onderschatten: de index van de voornaamste
basisvoedingsmiddelen van de Voedsel- en Landbouworganisatie van de VN
(FAO) steeg tegen april 2011 al acht maanden op rij, tot op de
recordniveaus van 2008. Dat leidde in 2008 al tot sociale onrust en
politieke instabiliteit in bijna 30 landen. En nu weer, want hoge
voedselprijzen waren, naast politieke en sociale onderdrukking, een
belangrijke factor voor de onrust in Noord-Afrika en het Midden-Oosten.
Een stijging van de broodprijs is voor ons misschien niet direct
dramatisch, maar wordt door mensen met weinig koopkracht des te harder
gevoeld. In Europa en de VS spenderen mensen gemiddeld zo'n 8 procent
van hun budget aan eten. In Tunesië en Egypte is dat bijvoorbeeld ruim
dertig procent. Elke prijsverhoging van basisvoedsel, voelen miljoenen
mensen direct in hun portemonnee en buik.
Het financieel speculeren op beurzen met basis(landbouw)grondstoffen
heeft daar toe bijgedragen. Speculatief gedrag blijkt goed voor 30 tot
50 procent van de recente prijsstijgingen. Het leidt ook tot extreme
prijsschommelingen die niet verklaarbaar zijn door wetten van vraag en
aanbod.
NATUURWETTEN
Voor een groot deel zijn de prijsstijgingen dus geen natuurwetten of
ingrepen van een onzichtbare hand, het zijn winstgedreven besluiten van
mensen die geld op overschot hebben. Het Europees Parlement steunde
daarom begin 2011 de conclusies van De Schutter die de nefaste invloed
hekelt van grote institutionele investeerders, zoals hefboomfondsen,
pensioenfondsen en investeringsbanken. De Schutter beschrijft hoe deze
instellingen met hun bewegingen op de derivatenmarkten de prijsindexen
van grondstoffen beïnvloeden.
Hoe werkt het? Een aardappelboer uit Vlaanderen wenst zich in te dekken
tegen eventuele prijsschommelingen. Hij volgt op de termijnmarkten hoe
de prijs evolueert. Als die prijs voor hem volstaat, kan hij zijn
verwachtte oogst via een officiële makelaar al verkopen via een
termijncontract. Op die manier dekt de aardappelboer zich in tegen
prijsschommelingen. Op de termijnbeurzen, zoals die van Chicago, worden
deze papieren contracten verhandeld. Tegenover elke winnaar staat ook
hier een verliezer.
Maar ook financiële instellingen kunnen in die termijncontracten
handelen. Investeringsbanken plaatsen verschillende termijncontracten
in een indexfonds en verkopen dat weer door aan een hefboomfonds uit
pakweg Hong Kong, een Nederlands pensioenfonds of een investeringsbank
uit Turkije. Het termijncontract voor de Vlaamse aardappelboer kan vóór
de feitelijke levering verschillende keren virtueel van eigenaar
verwisselen. Allemaal speculeren ze op prijsschommelingen.
STERVEN
Michael Masters, manager van een zogenaamd hefboomfonds die al in 2008
in de Amerikaanse Senaat getuigde over speculatie met
landbouwgrondstoffen, zei recent: ` Speculatie met grondstoffen is nu
goed voor tweederde van de markt, slechts één derde zijn echte
handelaars in fysieke landbouwproducten die zich willen verzekeren. Als
er miljarden worden gestoken in dit soort relatief kleine markten,
versterkt dat prijsstijgingen van voedsel en energie. Maar het is niet
zoals bij vastgoed of aandelen. Want als voedselprijzen verdubbelen,
sterven er mensen. '
Exacte cijfers over de omvang van voedselspeculatie vandaag zijn er
niet. Er is immers een groot gebrek aan transparantie in deze handel.
Een groot deel van de handel tussen banken en beleggers gebeurt via
over the counter -transacties die niet openbaar zijn en niet
gecontroleerd kunnen worden door toezichthouders of anderen. Hoeveel
winst er met deze financiële producten wordt gemaakt is dus ook niet
geweten, maar het zal niet weinig zijn.
Het is daarom goed dat Frankrijk dit thema hoog op de agenda heeft
geplaatst van de landbouwtop van de G20 van 22 en 23 juni. De landen
van de G20 staan in voor 82 procent van de voedselproductie in de
wereld. Frankrijk kondigde aan maatregelen te willen nemen om de
transparantie in deze handel te vergroten en iets te toen aan de
extreme schommelingen van de prijzen van landbouwgrondstoffen. De
Franse landbouwminister Bruno Le Maire, had het over 'een titanenwerk
en tegelijk een monnikenwerk'. Het zal vooral veel politieke moed
vergen om dit door de financiële markt tot leven gewekte beest te
temmen.
VOORRADEN
Het Franse G20-actieplan is grofweg opgebouwd rond vier punten. Het
eerste punt is meer transparantie over voorraden. Europa heeft op dat
vlak achterstand op de rest van de wereld. Publieke voorraden
(interventie of private opslag met overheidssteun) werden in Europa
stelselmatig afgebouwd, vanuit een blind geloof in liberalisering van
de markten. Le Maire zei letterlijk: ` Men is de voorbije tien jaar ten
onrechte uitgegaan van de veronderstelling dat de vrijmaking van de
landbouwmarkten automatisch zou leiden tot een billijke verdeling van
de grondstoffen. Dat zal nooit werken.' Om voorraden beter te monitoren
wil men een joint data initiative opzetten, naar het voorbeeld van wat
bestaat in de oliemarkten. Het zou goed zijn als dat resulteert in een
onafhankelijk, mondiaal agentschap met serieuze bevoegdheden, dat
toezicht houdt op de markt van landbouwgrondstoffen; een soort
`voedsel-IMF'.
Een tweede actiepunt is een betere samenwerking tussen de leden van de
G2O, door het uitwerken van een early warning system , dat landen
gebruiken om problemen te signaleren en in een vroeg stadium te
detecteren.
Een derde punt is een betere ondersteuning van de minst ontwikkelde
landen (MOL), onder andere door het instellen van plaatselijk
voorraadbeheer en door hen de mogelijkheid te geven om hun
plaatselijke, kritische landbouwsystemen af te schermen tegen goedkope
import.
Het vierde en laatste actiepunt gaat over de regulering van de markten
van de landbouwgrondstoffen.
VERPLICHT
Het is te hopen dat de G20 eensgezind een stevig actieplan goedkeurt en
vervolgens vooral omzet in concrete maatregelen. Wat betreft dat
laatste punt, lijkt de Europese Unie tekort te schieten. Daar waar de
VS al een wet goedkeurden (de Dodd Frank Act ) die de spelers in de
termijnhandel aan regels onderwerpt - zoals een limiet op de volumes
termijncontracten die financiële spelers mogen kopen. De Europese
ministers van Financiën stelden dit een goede maand geleden ook voor,
maar dan zonder verplichting: regulatoren kunnen een beperking opleggen
als ze zien dat de speculatie te extreem wordt. Die beperking moet ons
inziens verplicht worden. Het verhandelen van termijncontracten in
landbouwgrondstoffen moet weer iets worden dat vooral ten dienste staat
van de reële landbouw- en voedseleconomie en niet voor het opblazen van
weer een nieuwe financiële zeepbel.
Overheden moeten hier niet de belangen van de financiële sector
verdedigen, maar die van boeren, voedselproducenten en burgers. Dat is
niet alleen een democratische plicht, maar ook boerenwijsheid. Want een
beleid voor voedselzekerheid is bij uitstek veiligheidsbeleid. Een land
dat er niet in slaagt haar bevolking veilig en betaalbaar voedsel te
bieden én bovendien haar boeren en boerinnen een redelijke
levensstandaard, stevent uiteindelijk af op instabiliteit en
voedselrellen.
Door Piet Vanthemsche, voorzitter van de Boerenbond, en Bart Staes,
Europees parlementslid voor Groen!
IFRAME:
http://www.facebook.com/plugins/like.php?app_id=117615674993143&href=ht
tp%3A%2F%2Fgroen.be%2Factualiteit%2FNieuwsflash-speculeren-met-voedsel-
is-immoreel_2230.aspx&send=false&layout=standard&width=450&show_faces=t
rue&action=recommend&colorscheme=light&font&height=80
Contact: Bart Staes -