India allerslechtst behandeld Grote tekst
Vrouwen in Afghanistan, Kongo, Somalië, Pakistan en India allerslechtst
behandeld
Dinsdag 21 juni 2011, 21:57u - Tofik Dibi
GroenLinks stelt vragen over de positie van vrouwen in Afghanistan,
Kongo, Somalië, Pakistan en India. Op 15 juni 2011 heeft de website
voor juridische experts TrustLaw een enquête gehouden onder 213
genderexperts in verschillende landen over heel de wereld. Het doel van
deze enquête was het in kaart brengen van de landen waar de positie van
vrouwen het slechtst is. Het onderzoek gaat om onder meer zes
risicofactoren, te weten: gezondheid, bedreiging, seksueel georiënteerd
geweld, niet-seksueel georiënteerd geweld, culturele en religieuze
factoren, gebrek aan inkomsten en gevaar voor mensenhandel.
GroenLinks-Tweede Kamerlid Tofik Dibi wil van minster Leers van
Immigratie en Asiel (I en A) weten wat deze conclusies betekenen voor
de positie van deze vrouwen. Het is belangrijk te weten welke
conclusies hij daaruit trekt, omdat die een rol kunnen spelen bij het
besluit over terugkeer naar het land van herkomst. Eerder debatteerde
de Kamer over de risico's die verwesterde meisjes en vrouwen lopen in
streng Islamitische landen en de psychosociale druk die ze daar
ervaren.
Uit het onderzoek blijkt dat de positie van vrouwen in Kongo, Somalië,
Pakistan en India erbarmelijk is. Volgens Dibi is het onterecht dat de
minister alleen uitzonderingen maakt voor Afghaanse meisjes. Hij wil in
een reactie van Leers horen waarom de positie van Afghaanse meisjes en
vrouwen wezenlijk anders is dan die van meisjes in de andere landen in
de top 5.
Vragen van het lid Dibi aan minister Leers van Immigatie en Asiel.
Is de Minister bekend met het onderzoek, verricht door TrustLaw, over
de positie van vrouwen in verschillende landen?
Deelt de Minister de uitkomsten van de door TrustLaw verrichte enquête
onder 213 "gender" experts? Zo nee, kan de Minister aangeven waarom hij
het niet eens is met de uitkomsten van deze enquête?
Deelt de Minister de mening van het onderzoek dat de situatie in de
`top vijf' landen, waar de positie voor vrouwen en meisjes als "zeer
slecht" wordt beschreven, dusdanig is dat er de facto geen significant
verschil bestaat in de positie van vrouwen en meisjes in deze landen?
Zo, nee kan de Minister dan aangeven waarom hij de positie van vrouwen
en meisjes in onder meer Kongo, Somalië, Pakistan en India significant
beter acht dan die voor vrouwen en meisjes in Afghanistan?
Kan de Minister uiteenzetten in hoeverre de resultaten van dit
onderzoek zich verhouden tot het beleid van de Minister waarbij "door
een samenstel van factoren, terugkeer naar Afghanistan een onevenredige
psychosociale druk ontstaat" en derhalve terugkeer van "meisjes met een
verwesterde levensstijl" niet gevraagd kan worden?
Kan de Minister aangeven of de situatie in onder meer Kongo, Somalië,
Pakistan en India voldoet aan de "samenstel van factoren die kunnen
leiden tot een onevenredige psychosociale druk"? Zo nee, kan de
Minister dan, alsmede in het kader van het eerdergenoemde onderzoek,
exact aangeven waarom hij de mening is toebedeeld dat er in deze landen
geen sprake is van een dergelijke "samenstel van factoren.."?
Is de Minister bereid zijn beleid hierin, alsmede in het kader van dit
onderzoek, te herzien? Zo nee, kan de Minister dan aangeven waarom hij
dit niet nodig acht?
Is de Minister voorts bereid in individuele gevallen bij vrouwen en
meisjes uit onder meer Kongo, Somalië, Pakistan en India eenzelfde
"samenstel van factoren die kunnen leiden tot een onevenredige
psychosociale druk" te hanteren als bij vrouwen en meisjes uit
Afghanistan?