AOb: doorzetten plannen passend onderwijs bestuurlijke dwaling
Vlak voor het weekend werd de langverwachte kabinetsreactie over de
voortgang passend onderwijs naar de leden van de Tweede Kamer gestuurd.
In de brief informeert de minister de Kamer over een aantal zaken, maar
worden lang niet alle onduidelijkheden weggenomen. Bovendien beweert
minister Van Bijsterveldt ten onrechte dat de sector geen alternatieven
aandraagt.
De Algemene Onderwijsbond vindt het treurig dat het kabinet vasthoudt
aan de bezuiniging van 300 miljoen euro in het passend onderwijs,
vooral nu blijkt dat de bezuinigingen zijn gebaseerd op onjuiste
gegevens. Docenten, schoolbesturen en ouders hebben diverse argumenten
aangereikt voor betere en andere plannen. Toch houdt de regering vast
aan de bezuinigingen, waarmee zesduizend arbeidsplaatsen op de tocht
komen te staan. De verstrekkende gevolgen die dat heeft voor de
werkdruk lijkt de minister voor lief te nemen.
Wie de voortgangsbrief goed leest, krijgt bovendien de indruk dat de
minister weinig op heeft met de praktijk. Bestuurslid Liesbeth
Verheggen: `Van Bijsterveldt koerst vooral aan op inrichting van het
stelsel van boven af. Begeleiders en leraren spelen een bijrol in haar
verhaal. Dat is bijzonder vreemd: juist de mensen die weten hoe het er
in de praktijk aan toe gaat, moet je bij dit soort verstrekkende
plannen een prominente rol geven. Het zal wel voortkomen uit het besef
dat er onder het onderwijspersoneel geen draagvlak is voor de
kabinetsvisie op het passend onderwijs.'
In de brief van Van Bijsterveldt wordt aangegeven dat de temporisering
van de bezuinigingen grote voordelen heeft. De AOb is blij met het
uitstel van een jaar, maar blijft van mening dat de bezuinigingen
onverantwoord zijn. Minister van Bijsterveldt stelt in de reactie dat
een andere invulling van de bezuinigingen mogelijk was als de
onderwijsorganisaties alternatieven zouden voordragen, maar dat dit
niet is gebeurd. Dat is beslist niet waar: de AOb heeft meerdere malen
aangegeven dat er geen draagvlak is voor de prestatiebeloning waar het
kabinet 250 miljoen voor heeft uitgetrokken. Dit bedrag kan in de ogen
van de AOb en vele anderen beter worden besteed aan behoud van het
budget voor passend onderwijs.
Daarnaast is het in de ogen van de AOb een bestuurlijke dwaling dat
minister Van Bijsterveldt zich doof houdt voor de kanttekeningen van de
Evaluatiecommissie Passend Onderwijs (ECPO). Deze commissie zet een
aantal fikse kanttekeningen bij de voorstellen van de minister en trekt
in twijfel of de plannen rond passend onderwijs wel
Dijsselbloem-bestendig zijn. `Er is kamerbreed besloten dat de politiek
niet langer blauwdrukken over het onderwijs zou uitstorten zonder
draagvlak in de sector. De minister gaat daar simpelweg niet op in,'
aldus bestuurslid Liesbeth Verheggen. `We zijn een paar jaar verder en
wat gebeurt er? We krijgen een blauwdruk over ons uitgestort zonder
draagvlak in de sector. Eentje die bovendien verstrekkende
kwalitatieve gevolgen gaat krijgen. Dit terwijl haar eigen
staatssecretaris nota bene lid van de commissie Dijsselbloem was.'
Behalve de problemen die het veld heeft met de bezuinigingen, is het
ook om praktische redenen verstandig de plannen van de minister uit te
stellen. De ECPO heeft voorgesteld de nieuwe wetgeving rond passend
onderwijs af te stemmen met de aanpassingen in de jeugdzorg, maar die
laten voorlopig op zich wachten. Een ander niet opgelost probleem
betreft de regionale samenwerking van scholen. Landelijke criteria wil
Van Bijsterveldt niet, maar dat kan tot gevolg hebben dat een
zorgleerling die verhuist elders in het land aangewezen is op regulier
onderwijs. Dat is niet werkbaar: landelijke regels en voorwaarden zijn
ook voor de AOb essentieel. Verheggen: `Het is jammer dat de minister
zo haar hoofd in het zand steekt. Door deze ondoordachte plannen worden
niet alleen de meest zwakke kinderen getroffen. Alle leerlingen worden
de dupe doordat ook het reguliere onderwijs de klappen moet opvangen.'
Algemene Onderwijsbond