Rijksoverheid
Datum 21 juni 2011
Beantwoording vragen van het lid Kortenoeven over nieuwe antichristelijke maatregelen van het communistische regime van de Volksrepubliek China
Geachte Voorzitter,
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Kortenoeven over nieuwe antichristelijke maatregelen van het communistische regime van de Volksrepubliek China. Deze vragen werden ingezonden op 26 april 2011 met kenmerk 2011Z08827.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Dr. U. Rosenthal
Antwoorden van Dr. U. Rosenthal, Minister van Buitenlandse Zaken op vragen van het lid Kortenoeven (PVV) over nieuwe antichristelijke maatregelen van het communistische regime van de Volksrepubliek China.
Vraag 1 Kent u het artikel 'Church officials: Chinese authorities block Easter service in Beijing' alsmede de bij het artikel behorende videobeelden? 1) Antwoord Ja. Vraag 2 Hoe beoordeelt u de informatie in het artikel en de videoreportage? Antwoord Zie antwoord op vraag 6. Vraag 3 Hoe typeert u de rechtspositie (zowel formeel als in de praktijk) van de christelijke minderheid in de Volksrepubliek China? Antwoord De Chinese grondwet waarborgt de vrijheid van godsdienst en levensbeschouwing, maar China erkent slechts vijf religies: taoïsme, boeddhisme, protestantisme, katholicisme en islam. Religie is uitgebreid gereguleerd. Zo vereisen benoemingen van geestelijke leiders goedkeuring door de Chinese regering. Verder geldt een registratieplicht voor gebedsplaatsen en religieuze groeperingen. Religieuze groeperingen moeten zich aansluiten bij een van de overkoepelende organen die onder toezicht van de regering staan (de "patriottische associaties"). De grondwet verbiedt expliciet re
ligieuze activiteiten die de openbare orde verstoren, de gezondheid van burgers in gevaar brengen dan wel het onderwijssysteem van de staat verstoren. In de praktijk bestaan er aanvullende beperkingen aan de vrijheid van godsdienst, waarbij er binnen China regionale verschillen zijn als gevolg van uiteenlopende toepassing en interpretatie van regelgeving door de diverse (lokale) autoriteiten. Sommige gelovigen (met name christenen) die zich niet kunnen vinden in de officieel erkende en onder patriottisch toezicht staande stromingen, organiseren zich `ondergronds' bijvoorbeeld via huiskerken. In de praktijk kunnen dergelijke ondergrondse religieuze organisaties hun geloof relatief ongestoord belijden, maar als zij te groot worden, (internationale) contacten onderhouden en protesten organiseren, kunnen ze worden vervolgd. Zie verder de antwoorden op vragen 4, 5 en 6. Vraag 4 In welke mate speelt de behandeling van christenen in de Volksrepubliek China een rol in de dialoog tussen de
Nederlandse regering en die van de Volksrepubliek China? Vraag 5 Wat heeft u tot nu toe ondernomen en wat gaat/kunt u op korte termijn in concrete zin ondernemen om de rechtspositie van de Chinese christenen te verbeteren?
Antwoord 4 en 5 Zowel het ministerie in Den Haag als de ambassade in Peking bevordert de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging in China door in contacten met China de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging regelmatig aan de orde te stellen, inclusief de behandeling van christenen in China. De Nederlandse overheid zal aandacht blijven vragen bij de Chinese autoriteiten voor het recht op vergadering en vrijheid van meningsuiting van deze groeperingen evenals voor de andere religies die in China worden beleden. In mijn brief van 6 april over de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging (32 735 nr. 2) heb ik uw Kamer een tussentijdse rapportage verstrekt over de pilot vrijheid van godsdienst en levensovertuiging. In het kader van deze pilot wordt nader onderzocht hoe Nederland op constructieve wijze kan bijdragen aan verbetering van de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging in China. Ik zal uw Kamer in een later stadium nader informeren over concrete aanvullende
activiteiten. Bovendien zal ik er binnen de EU voor blijven pleiten de vrijheid van godsdienst en levensbeschouwing in de relatie met China hoog op de agenda te houden. Vraag 6 Bent u bereid de Chinese ambassadeur in Nederland op het matje te roepen om uw ongerustheid en ongenoegen uit te drukken over de antichristelijke maatregelen waaraan het regime van de Volksrepubliek China zich tijdens het Paasfeest schuldig heeft gemaakt? Zo nee, waarom niet? Antwoord Dit specifieke incident is mede aanleiding om in de contacten met China aandacht te blijven besteden aan de vrijheid van godsdienst en het recht op vergadering.
1) CNN, 25 april 2011, http://edition.cnn.com/2011/WORLD/asiapcf/04/24/china.easter.crackdown/index .html?iref=NS1