Raad van State
Mediagevoelige uitspraken
Mediagevoelige uitspraken
Wekelijks doet de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op
de woensdagen in een groot aantal zaken een uitspraak. De
persvoorlichters van de Raad van State maken op maandag een selectie
van de uitspraken die interessant kunnen zijn voor de media. Deze
selectie vindt u op deze pagina en wordt iedere maandag om 14.00 uur
vernieuwd. Een overzicht van alle uitspraken die op de woensdag worden
gedaan, staat in de rubriek Hoofdzaken.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de persvoorlichters van
de Raad van State.
Op woensdag kunt u vanaf 10.15 uur de volledige tekst van deze
uitspraken lezen.
9 uitspraken gevonden
pagina: 1
1. 200905028/1/M3
datum van uitspraak: woensdag 22 juni 2011
proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig
rechtsgebied: Kamer 1 - RO - Zuid-Holland
inhoudsindicatie:
(Bestemmingsplan 'Regionaal Bedrijventerrein Hoeksche Waard')
Uitspraak over de goedkeuring door het college van gedeputeerde staten
van Zuid-Holland van het bestemmingsplan 'Regionaal Bedrijventerrein
Hoeksche Waard' van de gemeente Binnenmaas. Het plan maakt de aanleg
mogelijk van een nieuw bedrijventerrein naast het bestaande
bedrijventerrein Boonsweg. Het nieuwe bedrijventerrein zal dicht bij
het nationale landschap 'Hoeksche Waard' komen te liggen. De stichting
Noordrand Open, de Vereniging Dorp Mijnsherenland en de Vereniging tot
behoud van Natuur, Landschap en Dorpsschoon in de Hoeksche Waard vinden
het niet nodig dat er een tweede bedrijventerrein wordt aangelegd. Zij
vrezen dat het landschap 'Hoeksche Waard' hierdoor wordt aangetast.
Bovendien zou de gemeenteraad eerst de infrastructuur in het gebied
aanpassen, voordat het bedrijventerrein werd ontwikkeld. De
natuurorganisaties vinden dat de gemeente die toezegging niet is
nagekomen. Daarom zijn ze in beroep gekomen bij de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State. Deze heeft de zaak op 3 mei
jl. op zitting behandeld.
2. 200906790/1/R2
datum van uitspraak: woensdag 22 juni 2011
proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig
rechtsgebied: Kamer 1 - RO - Utrecht
inhoudsindicatie:
(Bestemmingsplan 'Marickenland' van de gemeente De Ronde Venen)
Uitspraak over de vaststelling door de gemeenteraad van De Ronde Venen
van het bestemmingsplan 'Marickenland'. Het plan heeft betrekking op
een agrarisch gebied van bijna 550 hectare in het zuidelijk deel van de
polder Groot-Mijdrecht. Met dit plan wordt in het gebied een woonwijk
en een natuur- en recreatiegebied mogelijk gemaakt. De woonwijk
(Marickenzijde) zal plaats bieden aan 950 woningen. De rest van het
gebied zal worden ingericht als natuur- en recreatiegebied
(Marickenland). LTO Noord en diverse (agrarische) bedrijven en inwoners
zijn het niet eens met het plan en zijn daartegen in beroep gekomen bij
de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Zij zijn bang
dat de gemeente op grond van het bestemmingsplan makkelijk agrarische
gronden kan onteigenen, terwijl eerder zou zijn afgesproken dat dit
alleen op vrijwillige basis gebeurt. Verder hebben LTO en de agrarische
bedrijven bezwaar tegen de wijze waarop de gemeente hun bedrijven in
het plan heeft opgenomen. Zo zijn de boerderijen wel opgenomen in het
plan, maar hebben de bijbehorende agrarische gronden een
natuurbestemming gekregen. Volgens hen worden hiermee de bedrijven 'op
slot' gezet en komt hun bedrijfsvoering hierdoor in de knel. Ook zou de
geplande waterberging niet goed gerealiseerd kunnen worden. Andere
bedrijven vrezen voor verkeersoverlast en bereikbaarheidsproblemen,
onder meer vanwege de komst van een zwembad in het recreatiegebied.
Enkele inwoners verzetten zich tegen de komst van een uitzichttoren van
maximaal 30 meter hoog en een bezoekerscentrum/museum in het
recreatiegebied. Zij vinden deze bebouwing in het open gebied niet
passend. De Raad van State heeft de zaak op 6 april jl. op zitting
behandeld.
3. 200909506/1/R1
datum van uitspraak: woensdag 22 juni 2011
proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig
rechtsgebied: Kamer 1 - RO - Zuid-Holland
inhoudsindicatie:
(Bestemmingsplan 'Sportpark Kleine Vink 2009' van de gemeente Zuidplas)
Uitspraak over de vaststelling door de gemeenteraad van Nieuwerkerk aan
den IJssel van het bestemmingsplan 'Sportpark Kleine Vink 2009'.
Nieuwerkerk aan den IJssel is in januari 2010 opgegaan in de nieuwe
gemeente Zuidplas. Het plan heeft betrekking op het gebied dat ligt
tussen de Hoofdweg/Europalaan en de rijksweg A20. Het plan maakt de
ontwikkeling mogelijk van een sportpark en een naschoolse opvang op de
locatie Kleine Vink. Hierdoor moeten onder meer een garagebedrijf, een
autoreparatiebedrijf en een woning verdwijnen. De eigenaren van de
bedrijven en de woning aan de Hoofdweg Noord vinden dat de gemeente hun
een vervangende locatie had moeten aanbieden. Bovendien zou het
bestemmingsplan financieel niet uitvoerbaar zijn. De eigenaren van een
autozaak hebben bezwaren tegen verplaatsing van hun bedrijf. Zij vinden
dat de nieuwe locatie een zogenoemde zichtlocatie moet zijn in de buurt
van hun andere vestiging, zodat de (tweedehands) bedrijfs- en
vrachtwagens goed kunnen worden getoond. Ook had de gemeenteraad
volgens hen beter onderzoek moeten doen naar de geluidsoverlast die het
sportpark meebrengt en naar de luchtkwaliteit vanwege de nabijgelegen
A20. De eigenaar van een weiland in de buurt is het er niet mee eens
dat zijn grond in het bestemmingsplan geen bedrijfsbestemming heeft
gekregen. Hierdoor kan hij geen bedrijfsgebouw meer bouwen. De Raad van
State heeft de zaak op 17 maart jl. op zitting behandeld.
4. 201001993/1/H2
datum van uitspraak: woensdag 22 juni 2011
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Kamer 3 - Hoger Beroep - Geldzaken
inhoudsindicatie:
(Subsidie Leids Universitair Medisch Centrum voor opleidingsplaatsen)
Uitspraak over de subsidie die de minister van VWS voor het jaar 2008
heeft verleend aan het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC). Het
gaat om een subsidie van ruim EUR 33 miljoen voor opleidingsplaatsen in
het ziekenhuis. Het ziekenhuis is het niet eens met de hoogte van de
subsidie; deze zou te laag zijn vastgesteld. De subsidie is verleend op
basis van gegevens van de Medisch Specialisten Registratie Commissie
(MSRC). Deze gegevens zouden niet overeenkomen met het feitelijk aantal
opleidingsplaatsen dat het ziekenhuis biedt. Het LUMC vindt dat het te
laat op de hoogte is gesteld dat de subsidie wordt toegekend op basis
van de gegevens uit het register. Verder had het naar eigen zeggen zelf
te weinig tijd om alsnog de juiste gegevens te vertrekken aan de MSRC.
Bovendien voert het LUMC aan dat de subsidie is gebaseerd op gegevens
uit een bestand waarin opleidingsinstituten geen inzage hebben en
waarop zij geen invloed kunnen uitoefenen. Het LUMC is dan ook in hoger
beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van
State. De rechtbank in Den Haag verklaarde in januari 2010 een eerder
beroep van het LUMC tegen de hoogte van de subsidie ongegrond. De Raad
van State heeft de zaak twee keer op zitting behandeld, op 9 december
2010 en recent nog op 9 mei jl.
5. 201007983/1/R2
datum van uitspraak: woensdag 22 juni 2011
proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig
rechtsgebied: Kamer 1 - RO - Utrecht
inhoudsindicatie:
(Bestemmingsplan 'Loenersloot-Binnenweg-Kerklaan' van de gemeente
Stichtse Vecht)
Uitspraak over de vaststelling door de toenmalige gemeenteraad van
Loenen (nu de gemeente Stichtse Vecht) van het bestemmingsplan
'Loenersloot-Binnenweg-Kerklaan'. Het plan actualiseert een aantal
bestemmingsplannen in het gebied Loenersloot- Binnenweg-Kerklaan. Het
bedrijventerrein De Werf ligt in dit gebied. Op het terrein mogen zich
bedrijven vestigen in milieucategorie één. Dat betekent dat die
bedrijven minder overlast voor de omgeving mogen veroorzaken dan
bijvoorbeeld bedrijven in milieucategorie twee of drie. Twee bedrijven
zijn tegen het plan in beroep gekomen bij de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State. Volgens hen was in het
ontwerpbestemmingsplan nog bepaald dat bedrijven met milieucategorie
twee zich ook op het terrein konden vestigen. De gemeenteraad heeft het
plan echter gewijzigd vastgesteld en het plan beperkt tot bedrijven in
milieucategorie één. Ook is op een deel van het terrein geen
bedrijvigheid meer mogelijk, omdat daaraan een groenbestemming is
gegeven. Verder zijn de ontsluitingsmogelijkheden van het terrein
beperkt. De bedrijven vinden dat het vaststellingsbesluit niet
zorgvuldig is genomen, omdat sprake zou zijn van
belangenverstrengeling. Een van de gemeenteraadsleden woont op het
bedrijventerrein en zou er belang bij hebben gehad om bedrijven in een
zwaardere milieucategorie te weren en meer groen op het terrein
mogelijk te maken. De Raad van State heeft de zaak op 12 april jl. op
zitting behandeld.
6. 201009456/1/M1
datum van uitspraak: woensdag 22 juni 2011
proceduresoort: Eerste aanleg - enkelvoudig
rechtsgebied: Kamer 2 - Milieu - Overige
inhoudsindicatie:
(Intrekking voorschrift voor windturbine door gemeentebestuur van
Terneuzen)
Uitspraak over de intrekking door het college van burgemeester en
wethouders van Terneuzen van een zogenoemd maatwerkvoorschrift voor een
windturbine. Het gaat om een turbine aan de Koudepolderstraat in Hoek.
In het voorschrift stond dat de windturbine gedurende enkele periodes
in het jaar aan het eind van de middag ongeveer 40 minuten niet in
werking mocht zijn vanwege de slagschaduw die de bladen van de turbine
veroorzaakten voor de omgeving. Ook moest de turbine een automatische
stilstandvoorziening krijgen. Naar aanleiding van een uitspraak van de
Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
heeft het gemeentebestuur het maatwerkvoorschrift alsnog ingetrokken.
Die voorlopige uitspraak van februari 2010 is te vinden op deze site
onder zaaknummer 201000628/1. Volgens het gemeentebestuur blijkt uit
die uitspraak dat het niet bevoegd is een maatwerkvoorschrift te
stellen, omdat de turbine minder dan 17 dagen per jaar gedurende meer
dan 20 minuten per dag slagschaduw veroorzaakt. Dit zou blijken uit een
rapport van een adviesbureau. Omwonenden bestrijden dit en zijn tegen
de intrekking van het voorschrift in beroep gekomen bij de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State. Volgens hen was het
gemeentebestuur wel bevoegd om nadere eisen te stellen aan de turbine.
Zij vinden juist dat het gemeentebestuur had moeten voorschrijven dat
de turbine langer stilgezet moet worden vanwege slagschaduwhinder. Het
rapport van het adviesbureau deugt volgens hen niet, onder meer omdat
daarin rekening is gehouden met de weerscorrectiefactoren uit De Bilt
en niet die van het KNMI-station in Vlissingen en Westdorpe. De Raad
van State heeft de zaak op 1 april jl. op zitting behandeld.
7. 201010341/1/H1
datum van uitspraak: woensdag 22 juni 2011
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Kamer 3 - Hoger Beroep - Bouwzaken
inhoudsindicatie:
(Bouwvergunning voor tankstation aan Wulverhorstbaan in Woerden)
Uitspraak over de bouwvergunning die het college van burgemeester en
wethouders van Woerden heeft verleend voor een full-service tankstation
aan de Wulverhorstbaan in Woerden. Omdat het bestemmingsplan een
tankstation op die plek niet toestaat, heeft het gemeentebestuur
vrijstelling van het plan verleend. Onder meer de stichting 'G. Ribbius
Peletier jr. tot behoud van het Landgoed Linschoten' en de stichting
Hugo Kotestein zijn tegen de vergunning in hoger beroep gekomen bij de
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De stichtingen
vinden dat het gemeentebestuur de gevolgen voor de flora en fauna in de
omgeving beter had moeten onderzoeken. Volgens hen heeft het
gemeentebestuur namelijk te weinig rekening gehouden met de verhoging
van de lichtintensiteit en de gevolgen voor de luchtkwaliteit. Ook zou
de ligging van het tankstation ten opzichte van de bebouwing in de
omgeving niet optimaal zijn. Hierdoor is de veiligheid in het gebied in
het geding, aldus de stichtingen, onder meer voor de activiteiten van
de scoutinggroep Albert Schweizer. Zij vinden beide dat het tankstation
niet op de groenstrook tussen de A12 en de Wulverhorstbaan in Woerden
mag worden gebouwd, omdat het een bijzonder waardevol gebied is. Daarom
had het gemeentebestuur volgens hen alternatieve locaties moeten
onderzoeken. De rechtbank in Utrecht verklaarde in september 2010 hun
eerdere beroepen ongegrond. De Raad van State heeft de zaak op 7 april
jl. op zitting behandeld.
8. 201011362/1/H1
datum van uitspraak: woensdag 22 juni 2011
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Kamer 3 - Hoger Beroep - Bouwzaken
inhoudsindicatie:
(Tijdelijke huisvesting patiënten Hartekamp Groep in Heemstede)
Uitspraak over de bouwvergunning die het college van burgemeester en
wethouders van Heemstede heeft verleend aan De Hartekamp Groep voor de
tijdelijke huisvesting van patiënten in vier gebouwen aan de Herenweg
in Heemstede. Deze gebouwen bestaan uit bouwunits en komen te staan op
het terrein van de historische buitenplaats 'De Hartekamp'. Twee
gebouwen worden iets meer dan 3 meter hoog, de andere twee ruim 6,5
meter. In de bouwunits komen gedurende maximaal vijf jaar 142
geestelijk gehandicapten te wonen. Als de nieuwbouw op het landgoed
klaar is, verdwijnen de bouwunits volgens het gemeentebestuur weer.
Omdat de hoogte van twee van de vier gebouwen in strijd is met het
bestemmingsplan, heeft het gemeentebestuur ontheffing van het
bestemmingsplan verleend. De stichting Bescherming Erfgoed
Zuid-Kennemerland en twee inwoners van Heemstede zijn bang dat de
tijdelijke bouwunits langer dan de wettelijke periode van vijf jaar
blijven staan. Ook vrezen zij aantasting van het natuurmonument Huis te
Manpad doordat veel bomen moeten worden gekapt om de units te kunnen
plaatsen. Verder zijn zij bang dat de historische tuin- en slingermuur
door de bouw wordt beschadigd. Bovendien is volgens hen ook nog een
ontheffing op grond van de Flora- en faunawet nodig omdat er beschermde
bosuilen en vleermuizen in het gebied voorkomen. Daarom zijn zij tegen
de tijdelijke bouwvergunning in hoger beroep gekomen bij de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State. De rechtbank in Haarlem
verklaarde in oktober 2010 een eerder beroep van hen ongegrond. De Raad
van State heeft de zaak op 26 mei jl. op zitting behandeld.
9. 201011803/1/H2
datum van uitspraak: woensdag 22 juni 2011
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Kamer 3 - Hoger Beroep - Overige
inhoudsindicatie:
(Verzoek terugbetaling waarborgsom Europese Klokkenluiderspartij)
Uitspraak over de weigering door de Kiesraad om een waarborgsom terug
te betalen die de Europese Klokkenluiders Partij (EKP) had betaald. Het
gaat om de waarborgsom van EUR 11.250,00 die de partij heeft betaald
voor de kandidaatstelling van de partij voor de verkiezingen van de
leden van het Europees Parlement. Volgens de Kiesraad kan de EKP de
waarborgsom niet terugkrijgen, omdat het stemcijfer van de partij lager
was dan 75% van de kiesdeler. Hiermee is niet voldaan aan de
voorwaarden uit de Kieswet. In de Kieswet staat dat politieke
groeperingen een waarborgsom moeten betalen, tenzij ze bij de laatste
verkiezingen voor de Tweede Kamer één of meer zetels toegekend hadden
gekregen. Verder krijgen groeperingen de waarborgsom voor de Europese
verkiezingen alleen terug als blijkt dat de groepering over een zekere
aanhangt beschikt, omdat het stemcijfer voor die verkiezing hoger was
dan 75% van de kiesdeler. De rechtbank in Leeuwarden heeft in november
2010 een eerder beroep van de EKP gegrond verklaard, omdat de Kiesraad
beter had moeten motiveren waarom een verschil in aanhang leidt tot een
verschil in behandeling. Desondanks heeft de rechtbank 'de
rechtsgevolgen van het besluit in stand gelaten', omdat zij vindt dat
bepaalde drempels mogen worden opgeworpen om zo de keuze voor de kiezer
overzichtelijk te houden. Dit betekent dat de Kiesraad volgens de
rechtbank de waarborgsom niet hoefde terug te betalen. De EKP is het
daar niet mee eens en is in hoger beroep gekomen bij de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State. Die heeft de zaak op 31
maart jl. op zitting behandeld.
pagina: 1
rss feeds disclaimer links sitemap the
council of state le conseil d'état der staatsrat