Klopjacht naar kunstmatige bladeren en goedkope fotobiologische cellen
Kunstmatige bladeren, goedkope fotobiologische cellen. Dat zijn
producten waarop BioSolar Cells zich met ⬠42 miljoen subsidie vijf
jaar gaat richten. In BioSolar Cells werken 34 partijen, waaronder de
Universiteit Leiden, samen in een klopjacht naar de duurzame productie
van bio-energie en voedsel door middel van efficiënte(re)
fotosynthese. De urgentie is hoog.
(Be)klemmend vraagstuk
Het vraagstuk van de toekomstige energie- en voedselvoorziening wordt
snel (be)klemmender: de komende decennia nemen wereldwijd de
beschikbare voorraden fossiele brandstoffen af, stijgt de vraag naar
eiwitten als voedsel en worden de gevolgen van de klimaatverandering.
Daar komt bij dat de wereldbevolking dagelijks toeneemt met enkele
honderdduizenden mensen en dat het algehele welvaartspeil ook nog eens
stijgt. Dit leidt tot een snel groeiend beroep op het afnemende areaal
landbouwgrond.
Duurzame energie en voedselvoorziening
Het nationale programma BioSolar Cells, waarin 9 kennisinstellingen en
25 bedrijven participeren wil de komende vijf jaar de wetenschappelijke
basis tversterken voor de duurzame productie van bio-energie en voedsel
via het efficiënter benutten van het biologische proces van
fotosynthese. Dat is het natuurlijke systeem waarmee planten zonlicht
gebruiken. Het programma krijgt ⬠42 miljoen euro steun van het
ministerie van Economie, Landbouw en Innovatie, NWO, universiteiten en
andere kennisinstellingen en het bedrijfsleven.
Laag gebruik zonne-energie
Onder BioSolar Cells vallen ongeveer vijftig projecten waarin
onderzoekers manieren zoeken om fotosynthese verder te ontwikkelen en
te benutten. Zonlicht als energiebron is wereldwijd ruim aanwezig.
Groene planten gebruiken zonnestraling al meer dan drie miljard jaar en
hebben in die tijd een grote variatie aan biologische processen
ontwikkeld. Via het vernuftige proces van fotosynthese benutten planten
deze energie om met koolzuurgas en water voedingsstoffen te produceren,
waarbij ze zuurstof uitstoten. De plant gebruikt echter niet meer dan 1
à 2 procent van de zonne-energie.
Grotere efficiëntie
De onderzoekers in het BioSolar Cells programma zetten in op het
vergroten van de efficiëntie in planten en micro-organismen,
artificiële systemen zoals kunstmatige bladeren, en op combinaties
daarvan. Dat gebeurt zowel op het niveau van planten en cellen zoals
algen en bacteriën, als op dat van moleculaire systemen. Daarmee
leggen ze de basis voor goedkope fotobiologische cellen, zoals
fotovoltaïsche cellen op basis van silicium, die in staat zijn in
korte tijd veel biomassa te produceren of zelfs direct vloeibare
brandstoffen zoals methanol.
(17 juni 2011/LUW/Corine Hendriks)
Universiteit Leiden