Vooral raadsleden actief op social media
17.06.2011
Maar liefst 75% van de raadsleden is actief op het gebied van social
media. En in de maatschappelijke discussie over megastallen moeten
milieuaspecten als geur, fijn stof en ammoniak worden meegenomen. Dat
blijkt uit de ledenpeiling van de VNG. Deelnemers kregen vragen
voorgelegd over het gebruik van social media en over megastallen.
Social media
In totaal heeft 62% van de deelnemers een account op een of meerdere
social media. Raadsleden spannen met 75% de kroon. Van de bestuurders
heeft 67% van de burgemeesters een account, terwijl van de wethouders
56% een account heeft. Gemeentesecretarissen sluiten de rij met 46%.
De meest gebruikte kanalen zijn Linked in, Twitter en Facebook (resp.
80, 60 en 41%) maar ook Yammer, Flickr en ICQ of het eigen weblog
worden gebruikt. De respondenten gebruiken social media vooral om te
netwerken en nieuwe contacten te doen, maar ook om op de hoogte te
blijven van ontwikkelingen. 33% gebruikt social media om standpunten
onder de aandacht te brengen.
Waarvoor gebruikt u social media?
Opvallend is dat naarmate de gemeentegrootte toeneemt, men ook actiever
is op social media. Van gemeenten met minder dan 18.000 inwoners heeft
56% van de respondenten een account. Van de respondenten uit gemeenten
met 50.00 - 100.000 inwoners is 70% actief, terwijl bij gemeenten met
meer dan 100.000 inwoners 79% een account heeft.
34% van de respondenten is niet actief op social media. Van hen geeft
41% aan dat het onderhouden van social media te veel tijd kost. 59%
zegt dat men liever via traditionele middelen (telefoon, e-mail,
bijeenkomsten, borrels) contact met elkaar onderhoudt. Deelnemers uit
kleine gemeenten geven vaker dan gemiddeld aan dat ze liever via de
traditionele manier contact met elkaar houden (67%).
Uit de ledenpeiling blijkt ook dat veel gemeenten social media inzetten
ter versterking van hun communicatie met de burger. Het wordt vooral
gebruikt als aanvullend communicatiemiddel voor nieuws en
besluitvorming van de gemeente (84%) en voor burgerparticipatie (41%).
Ook hier geldt dat naarmate de gemeente groter is, het gebruik van
social media toeneemt.
Megastallen
Meer dan tweederde van de respondenten (74%) vindt dat de VNG mee moet
werken aan een maatschappelijke dialoog over megastallen. In de dialoog
moet aan verschillende aspecten aandacht worden besteed, maar
ontwikkelingen voor het milieu (80%) en ruimtelijke inpassing en
schaalgrootte (74%) worden het meest genoemd. Dierenwelzijn (59%) en de
economische en sociale structuur van de regio (65%) scoren minder vaak.
91% van de respondenten vindt dat de maatschappelijke dialoog moet
worden verbreed naar een dialoog over de verduurzaming van de
veehouderij.
Eerder dit jaar (mei 2011) bleek uit een publieksonderzoek van het
ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie dat veel
burgers dierenwelzijn en volksgezondheid de belangrijkste argumenten
vinden in de discussie over megastallen. Een grote groep gaf aan een
dialoog over megastallen zinvol te vinden. In dat onderzoek is ook
gevraagd welke richting het op zou moeten met de veehouderij in
Nederland. Meer dan de helft van de respondenten koos voor de
toekomstbestendige veehouderij waarbij schaalvergroting is toegestaan
onder strikte regels op het gebied van landschap, milieu,
volksgezondheid en dierenwelzijn.
Aantal deelnemers
Aan deze peiling van de VNG deden in totaal 466 griffiers,
gemeentesecretarissen, raadsleden, wethouders, burgemeesters en
gemeenteambtenaren mee. Qua gemeentegrootte waren zowel grote als
kleine als middelgrote gemeenten vertegenwoordigd.
Vereniging Nederlandse Gemeenten