Partij voor de Dieren
Kritiek wetsvoorstel onverdoofd slachten gemakkelijk te weerleggen
Soeters reageert op open brief Gerstenfeld
16-06-2011
Karen Soeters, directeur van de Nicolaas G. Pierson Foundation (NGPF),
heeft gereageerd op de open brief van politiek activist Manfred
Gerstenfeld aan de Tweede Kamer, zoals gepubliceerd op de site van de
Volkskrant. Soeters stoort zich aan het feit dat er met halve waarheden
geprobeerd wordt de Kamermeerderheid, die zich aftekent voor het verbod
op het onverdoofd slachten, op andere gedachten te brengen.
Ook de pogingen kritiek op het onderzoek van Wageningen UR van
semi-officieel stempel te voorzien is volgens Soeters bedenkelijk. "Ze
hadden wat mij betreft net zo goed in plaats van aan TNO een stempel
kunnen vragen van de APK of de Bovag. TNO is op geen enkele wijze
gekwalificeerd om peer reviewed onderzoek van de Universiteit
Wageningen te becommentariƫren".
De open brief van Manfred Gerstenfeld is hier te lezen.
De reactie van Karen Soeters luidt als volgt:
Argumenten tegen verdoofd slachten zijn niet Koosjer.
De Joodse gemeenschap doet er alles aan het naderende verbod op het
onverdoofd slachten in diskrediet te brengen. Dat is haar goed recht,
maar het feit dat ze zich bedient van halve en hele onwaarheden is
bedenkelijk en behoeft correctie. De 11 punten waarin Manfred
Gerstenfeld het wetsvoorstel tracht te fileren, houden geen van allen
stand voor wie zich ook maar even in de materie verdiept. Misschien
goed om ze even door te nemen.
Stelling 1.
Er is een groot verschil tussen Kosjer en halal slachten.
Onjuist. Beide slachtmethoden zijn gebaseerd op dezelfde traditie en
vertonen grote overeenkomsten. De voorzitter van de Joodse gemeenschap
in Amsterdam, de heer Eisenmann heeft dat bevestigd in een uitzending
van AT5 Nieuws. Het fragment is opgenomen in een film van de
Nicolaas G. Pierson Foundation.
Stelling 2.
De indieners moeten maar bewijzen dat koosjere slacht slechter voor
dierenwelzijn is dan slachten met bedwelming.
Onjuist. Dat bewijs is geleverd door onafhankelijke wetenschappers en
wordt onderschreven door nationale en internationale organisaties van
dierenartsen, zoals de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor
Diergeneeskunde (KNMvD).
Stelling 3
De Partij voor de Dieren baseert zich op een video van de Nicolaas G.
Pierson Foundation.
Onjuist. Het wetsvoorstel is ingediend in 2008, de film van de NGPF
dateert van 2010 en is een zelfstandige activiteit van het
wetenschappelijk bureau.
Stelling 4
Onafhankelijk wetenschapper Prof. Joe Regenstein heeft het onderzoek
van Wageningen UR en de inzichten van de KNMvD gediskwalificeerd als
onwetenschappelijk.
Onjuist. De heer Regenstein is allesbehalve onafhankelijk. Hij is een
fulltime pleitbezorger van
het onverdoofd slachten en heeft daarin aanzienlijke belangen.
Kortheidshalve zij verwezen naar http://tiny.cc/5c0kv
De heer Regenstein stelt zich zeer onwetenschappelijk op door in zijn
contra-expertise te stellen dat de wetenschap bij de verbetering van
dierenwelzijn zich slechts zou mogen bewegen binnen de kaders die de
religieuze gemeenschap stelt. Dat maakt zijn wetenschappelijke status
zeer verdacht. Bovendien geeft hij in zijn aanbeveling aan hoe de
politiek over dit onderwerp zou moeten debatteren, hoewel hij als
voedingswetenschapper geen enkele expertise heeft op dat vlak. Dat de
KNMvD zich niet zou baseren op wetenschap mag een gotspe genoemd
worden, het is juist Regenstein die religieuze kaders tot uitgangspunt
verheft, waar de KNMvD waardenvrij kijkt naar het onderwerp.
Stelling 5
Regenstein heeft ook kritiek op andere aangehaalde rapporten wegens
wetenschappelijke tekortkomingen.
Onjuist. Het is juist Regenstein die zich bedient van het
onwetenschappelijke uitgangspunt dat de religieuze voorschriften het
uitgangspunt van het wetenschappelijk onderzoek zouden moeten vormen.
Daarbij zijn de gebruikte onderzoeken peer reviewed en dat maakt het nu
juist wetenschappelijk.
Stelling 6
Twee Joodse instellingen hebben een Kortgeding aangespannen tegen
Wageningen UR, de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor
Diergeneeskunde, alsmede de Nederlandse staat.
Op geen enkele wijze wordt duidelijk waarom het aanspannen van een
Kortgeding, het recht van elke rechtspersoon, ook maar iets zou kunnen
zeggen over het wel of niet kloppen van de argumenten tegen onverdoofde
slacht.
Stelling 7
De Rabbinical Assembly heeft nooit gesteld dat bedwelming voorafgaand
aan de slacht geoorloofd zou zijn.
Onjuist. Rabbi Mayer Rabinowitz heeft in zijn rapport `A Stunning
Matter' (http://tiny.cc/4q3fc ) duidelijk gemaakt dat binnen de
Rabbinical Assembly verdoving voorafgaand aan de slacht wordt
toegestaan. In een mail d.d. 12-04-2011 aan de Partij voor de Dieren
bevestigt Rabbi Mayer Rabinowitz dat met de volgende woorden: "The
paper permits pre shitah stunning as well as post shitah stunning and
bolting". Of de Rabbinical Assembly betrokken wil worden in een
politieke discussie is van geheel andere orde.
Stelling 8
Zes grote Amerikaanse Joodse organisaties hebben zich tot Premier Rutte
gewend om hun zorg te uiten over de inperking van religieuze vrijheid.
Op geen enkele wijze wordt duidelijk wat deze interventie te maken
heeft met het al of niet kloppen van de argumenten tegen onverdoofd
slachten.
Stelling 9
Het wetsvoorstel van Mevr. Thieme vertoont overeenkomst met eerdere
anti-Joodse acties in Europa door de eeuwen heen.
De stelling wordt op geen enkele wijze onderbouwd. Rabbijn Evers bood
eerder in NRC ruimhartig excuses aan voor het poneren van een dergelijk
onfatsoenlijke stelling. Er zit in het wetsvoorstel geen
enkel anti-Joods of anti-islamitisch element. Het opkomen voor de
rechten van dieren houdt op geen enkele wijze verband met het vermeend
benadelen van mensen.
Stelling 10
Het aantal probleemgevallen bij het reguliere 'bedwelmde' slachten is
minstens vele honderden malen groter dan het totaal aantal koosjer
geslachte dieren.
Het vergelijken van volledig onvergelijkbare grootheden past mogelijk
in de werkwijze van de politieke activist die Manfred Gerstenfeld, maar
vormt geen valide argument. Leedconcurrentie is
de slechtst denkbare overweging om leed te laten voortbestaan. Het
vergelijken van gevallen van `bad practice' in de reguliere slacht met
gevallen van `good practice' in de kosjere slacht is onzuiver en
onwetenschappelijk. De Nederlandse wet kent de verplichting om dieren
verdoofd te slachten. Het wetsvoorstel voorziet in niets anders dan
deze regel algemeen verbindend te maken, zodat het voor een dier in
Nederland niet meer hoeft uit te maken welk geloof zijn slachter
aanhangt, zoals D66-Kamerlid Van Veldhoven terecht opmerkte. Daarbij
geven wetenschappers juist aan dat de kans op problemen bij de
onverdoofde rituele slacht veel groter is.
Stelling 11
Dit wetsvoorstel raakt belangrijke aspecten van de vrijheid van de
uitoefening van godsdienst in de rechtsstaat.
Onjuist. Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens heeft vastgesteld
dat het kernrecht van gelovigen niet het onverdoofd slachten is, maar
slechts het consumeren van vlees dat op een bepaalde wijze geproduceerd
is. Dat recht blijft onaangetast met dit wetsvoorstel. Zoals Nederland
een eigen verantwoordelijkheid genomen heeft bij het verbieden van de
productie van foie gras, maar niet de import van dit product verboden
heeft.
Elke gelovige heeft het recht zijn religie te beleven alsof die een
universele norm belichaamt, maar de overheid heeft de grondwettelijke
mogelijkheid beperkingen te stellen aan die vrijheid
waar de belangen van anderen in het geding zijn. Dat is zo bij de
discriminatie van homo's,de discriminatie van vrouwen of inbreuken op
de lichamelijke integriteit van mensen. Maar ook in het geval van
onnodig lijden van dieren. Daar is bij het onverdoofd slachten van
dieren sprake van, volgens de Nederlandse wetgever, ook de regering
heeft dat onlangs andermaal erkend.
De heer Gerstenfeld besluit zijn open brief aan leden van de Tweede
Kamer met de oproep om tegen het wetsvoorstel te stemmen, indien u
bovengenoemde feiten en argumenten niet kunt weerleggen.
Voor zover die weerlegging nog nodig was, hoop ik dat dit artikel daar
een bijdrage aan kan leveren.
Drs Karen Soeters, directeur Nicolaas G. Pierson Foundation