‘Geredde’ konijnen verkocht als slangenvoer door Dienst Regelingen
DEN HAAG, 20110615 -- De 200 sterk verwaarloosde en gewonde konijnen die op 24 mei in Kampen in beslag genomen werden, zijn in opdracht van de Dienst Regelingen verkocht aan een handelaar. Het lot van deze zwaar getraumatiseerde dieren is hierdoor duidelijk geworden: voer voor slangen en roofdieren of per kilo vlees aan de poelier. Vier samenwerkende dierenorganisaties hadden eerder de Dienst Regelingen aangeboden te helpen met herplaatsing van de konijnen in knaagdierencentra, waarvan verschillenden zelf al hadden aangeboden konijnen op te willen vangen. Helaas gaf de Dienst Regelingen er de voorkeur aan de konijnen te verkopen aan een handelaar waar ze vaker mee werken.
De dierenorganisaties vinden het een schande dat dieren die verwaarloosd en/of mishandeld worden na een inbeslagname alleen nog maar meer van de regen in de drup raken wanneer ze onder de zorg van de overheid komen te vallen. Zij vinden het de plicht van de overheid er zorg voor te dragen dat alle slecht behandelde dieren die zij onder haar hoede krijgt goed herplaatst worden. In april werden door de Dienst Regelingen al 3662 verwaarloosde knaagdieren verkocht als voedseldier. De samenwerkende dierenorganisaties stuurden in mei tot twee keer toe een brandbrief (zie bijlagen) over dit onderwerp aan de verantwoordelijke staatssecretaris H. Bleker. Zij moesten het doen met een nietszeggende belerende reactie van de staatssecretaris (zie bijlage) waarop inhoudelijk niet werd ingegaan op de belangrijkste vragen en mistoestanden. De dierenorganisaties vragen zich af welk nut een LID, AID en een dierenpolitie voor mishandelde dieren heeft wanneer de dieren na een inbeslagname mogelijk nog slechter terecht komen en niemand zich daar zorgen over maakt.
Met de regelmaat van de klok gebeurt het dat in beslag genomen mishandelde en/of verwaarloosde dieren zoals honden, paarden, knaagdieren of schapen in de opslag of nadat ze zijn vrijgegeven worden geëuthanaseerd of doorverkocht aan handelaren die de dieren zelf doden of verkopen aan het slachthuis. De Dienst Regelingen plaatst in beslag genomen dieren bij de door hen (op veelal geheime locaties) aangestelde opslaghouders zonder zich af te vragen of het welzijn van de dieren daar werkelijk gewaarborgd is. Voor herplaatsing van dieren zijn al helemaal geen welzijnsregels opgesteld. Het in beslag nemen van levende have, om wat voor reden dan ook, zou een uiterst weloverwogen traject moeten zijn en niet moeten worden afgehandeld door een dienst die dieren te veel als goederen behandelt. Mishandelde en verwaarloosde dieren dienen opgevangen te worden en zeker niet opgeslagen. Aandacht zou er moeten zijn voor wat men aantreft bij de inbeslagname, welke zorg er op dat moment absoluut noodzakelijk is en door wie die wordt gegeven. Onafhankelijke dierenartsen en dierverzorgers horen hier een rol in te hebben. Het is belangrijk dat een mishandeld of verwaarloosd dier niet nog meer trauma’s oploopt.
Als alles, zoals de minister stelt in zijn reactie, zo goed geregeld is (op papier) dan kan Dienst Regelingen ook veel transparanter en opener zijn over het lot van door hen herplaatste dieren. De geheimzinnigheid over het daadwerkelijke verloop van de inbeslagnames werkt wantoestanden in de hand. Dit dient door de minister per omgaande, aanvullend, geregeld te worden en daarna ook daadwerkelijk te worden uitgevoerd. Daarom hebben de samenwerkende dierenorganisaties per brief (zie bijlage) een gesprek aangevraagd met de vaste kamercommissie van EL&I.
Comité Dierennoodhulp, Stichting Rechten voor al wat leeft, Werkgroep Hulp Inbeslaggenomen Honden en Stichting Een Dier Een Vriend