Ingezonden persbericht
droogtebericht voor waterbeheerders Pagina 1 van 16
Watermanagementcentrum Nederland
Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW)
Droogtebericht
14 juni 2011 | Nummer 2011-10
Waterbeheerders bezorgd over lage basisafvoer Rijn
De huidige weersituatie in Nederland is normaal voor de tijd van het jaar. Toch heeft
Nederland last van droogte. Dit komt doordat in de afgelopen maanden een groot
neerslagtekort is opgebouwd. Ook de grondwaterstanden zijn in het algemeen zeer laag.
De rivierafvoeren kennen een tijdelijke verhoging door de neerslag die in de afgelopen
week is gevallen, maar blijven laag. Zorgelijk is dat de basisafvoer, de afvoer die gaat
optreden als neerslag uitblijft, bij de Rijn extreem laag is. Dit betekent dat de Rijnafvoer
bij droog weer terug kan zakken naar zeer lage waarden.
De tijdelijke verhoging van de rivierafvoer wordt gebruikt om de verzilting van
IJsselmeer, Haringvliet en van de Hollandsche IJssel te verminderen. Dit leidt inmiddels
tot afnemende chloridegehalten. Bij Gouda wordt inmiddels weer water ingenomen. Om
dit voor langere tijd mogelijk te maken, is het waterbeheer enigszins aangepast. Zo wordt
zoet water uit de Lek naar de Hollandsche IJssel gevoerd, om chloridegehalten op de
Hollandsche IJssel verder te verlagen. De verbetering van het chloridegehalte in het
Haringvliet heeft inmiddels geleid tot het starten van de inname van water bij Scheelhoek
ten behoeve van het aanvullen van de drinkwatervoorraad.
Op het IJsselmeer en het Markermeer blijven de verhoogde streefpeilen van kracht. Ook
de regionale peilopzetten blijven zo veel mogelijk gehandhaafd. Op deze manier wordt
een buffer in stand gehouden om bij tekort aan neerslag de aanvoer langer te kunnen
waarborgen. Dit gebeurt omdat er nog steeds sprake is van een groot neerslagtekort en
de waterbeheerders rekening houden met een sterk terugvallende aanvoer vanuit de
rivieren.
De stabiliteit van boezemkaden (vooral de veenkaden) vereist onverminderd de aandacht
van de waterschappen. Zij treden direct op waar nodig.
De huidige hogere rivierafvoer heeft geleid tot een verlichting van de maatregelen voor
de scheepvaart. Zo wordt op minder plaatsen dan voorheen met volle kolken geschut. Op
de IJssel zijn de inhaal- en passeerverboden opgeheven met uitzondering van schepen
langer dan 80 meter. Bij een afnemende rivierafvoer zullen de maatregelen opnieuw
genomen moeten worden.
In het algemeen heeft de droogte van 2011 nog niet geleid tot grote
wateraanvoerproblemen. Dit komt doordat het Nederlandse watersysteem is ingericht op
droge perioden en de waterbeheerders vroegtijdig geanticipeerd hebben op een mogelijke
droogte. Alleen in de gebieden waar geen water naar toe geleid kan worden, de hoger
gelegen gebieden in Nederland en delen van Zeeland, zijn er wel enige problemen door
droogte. Bij een droge zomer en lage rivierafvoeren kunnen droogteproblemen overal in
Nederland ontstaan. Daarom blijven de waterbeheerders alert en blijven de genomen
preventieve maatregelen gehandhaafd.
Huidige situatie en verwachtingen voor rivierafvoeren,
(water)temperaturen en grondwater
De afvoeren van zowel Rijn als Maas zijn in de afgelopen week tijdelijk licht gestegen
maar bevinden zich inmiddels weer op het niveau van begin vorige week. De afvoeren
blijven laag voor de tijd van het jaar. Het debiet van de Rijn bij Lobith bedraagt nu ca
1.150 m3/s. Naar verwachting daalt de afvoer naar circa 950 m3/s begin volgende week.
Voor de periode na 20 juni wordt een lichte toename van de afvoer verwacht richting de
1.200 m3/s. De basisafvoer is laag en zal vanwege de geringe hoeveelheid sneeuw in het
Alpengebied en met de huidige standen van de Zwitserse meren naar verwachting laag
blijven. Alles overziend geeft het Rijngebied een droger dan gemiddeld beeld. De kans op
droogteproblemen blijft in de komende maanden groter dan normaal.
De afvoer van de Maas bedraagt momenteel 63 m3/s. Op basis van de weersverwachting
voor deze week wordt geen wezenlijke verandering in de afvoer van de Maas verwacht.
Droogteproblemen zijn de komende tijd voor de Maas niet waarschijnlijk.
De luchttemperatuur ligt de komende week rond normale waarden van circa 20 graden.
De watertemperatuur van zowel de Rijn bij Lobith als de Maas bij Eijsden bedraagt circa
21 graden en zal naar verwachting de komende week niet veel veranderen. Daarmee
wordt ook verwacht dat de waterkwaliteitsituatie ongeveer gelijk zal blijven.
De grondwaterstanden zijn in het overgrote deel van Nederland laag tot zeer laag voor de
tijd van het jaar, al is de situatie ten opzichte van het vorige droogtebericht licht
verbeterd.
Nadere informatie
Weersverwachting
Neerslagverwachting geldig van 14-06-2011 tot en met 21-06-2011:
In beide stroomgebieden valt tot en met woensdag weinig neerslag van betekenis. Vanaf
donderdag wordt het wisselvalliger en valt er af en toe enige neerslag van betekenis. Er
valt ongeveer de normale hoeveelheid neerslag voor deze tijd van het jaar. Het model
berekend voor vrijdag 5-10 mm, maar dit valt hoogst waarschijnlijk niet in het
stroomgebied van de Rijn, maar in die van de Rhône.
Temperatuurverwachting geldig van 14-06-2011 tot en met 21-06-2011:
De gehele periode ligt in beide stroomgebieden de temperatuur rond het langjarig
gemiddelde.
Verdere vooruitzichten geldig van 22-06-2011 tot en met 10-07-2011:
In deze periode ziet het er naar uit dat niet al te veel neerslag zal vallen. Vooral boven
Frankrijk, Midden- en Zuid-Duitsland en in Zwitserland wordt een tekort van 0 - 10 mm
berekend. Een lokale bui en af en toe wat regen is niet uit te sluiten.
Vanaf 27 juni liggen de temperaturen rond de normale waarden, later in het zuidelijke
deel van het stroomgebied mogelijk iets hoger.
De volgende figuren (ECMWF) geven de resultaten weer van het model waarmee de weekverwachtingen worden
berekend. In de bovenste figuur staat de temperatuur. De kleur wit duidt op een normale situatie. De roze en rode
gekleurde gebieden hebben een verhoogde kans op hogere temperaturen dan normaal. De kleuren blauw duiden op
een verhoogde kans op lagere temperaturen. De onderste figuur geeft de neerslag weer. Ook hier geldt dat de
kleur wit duidt op een normale situatie. Roze en rood duiden op een grotere kans op minder neerslag, blauw op
meer neerslag
Neerslagtekort
Het neerslagtekort (neerslag minus verdamping) wordt gemeten vanaf 1 april, het begin
van het groeiseizoen. De afgelopen week is het neerslagtekort licht gedaald. Landelijk
gezien zitten we momenteel op een neerslagtekort van 152 mm. Binnen het landelijk
beeld laat het zuidwestelijke helft van het land het grootste neerslagtekort zien. De
verwachting is dat het neerslagtekort de komende 15 dagen weinig verandert. Dit zou
betekenen dat het neerslagtekort onder de waarde van het recordjaar 1976 komt te
liggen.
Grondwater
De grondwatersituatie is, relatief ten opzichte van de langjarige waarden voor deze
periode, licht verbeterd ten opzichte van de situatie in het droogtebericht van 6 juni. Met
name in de kleigebieden en in de Gelderse Vallei is de droogtesituatie door de gevallen
neerslag enigszins verbeterd. De grondwaterstanden zijn echter in het overgrote deel van
Nederland nog laag tot zeer laag voor deze tijd van het jaar.
In het landelijke beeld lijken de hogere zandgebieden in Brabant, de kustduinen en de
stuwwalgebieden (ondermeer de Veluwe en de Utrechtse Heuvelrug) positief af te steken
tegenover de rest van Nederland. Deze gebieden kennen diepe grondwaterstanden. Het
duurt daardoor lang voordat veranderingen in neerslag tot uiting komen in de
grondwaterstanden. Dit betekent niet dat de bodem en de vegetatie in deze gebieden niet
droog zijn. Bodem en vegetatie zijn in deze gebieden afhankelijk van hangwater, niet van
de grondwaterstand.
Het berekende landelijke beeld wordt ondersteund door de beperkt beschikbare actueel
gemeten grondwaterstanden. Wel is er in deze gemeten standen meer lokale variatie
zichtbaar dan in het landelijke beeld.
Landelijk beeld van de hoogte van de grondwaterstand in vergelijking tot de statistische
waarden op ditzelfde moment in het jaar (modelresultaat NHI - www.nhi.nu)
Rijn
Sneeuw
Vanaf 1 juni wordt er voor de Zwitserse Alpen geen nieuwe sneeuwberichtgevingen meer
opgesteld, aangezien er alleen op de hoogste toppen nog sneeuw ligt. Deze (zomerse)
sneeuwsituatie levert vrijwel geen bijdrage aan de afvoeren.
Zwitserse meren
Het peil van vrijwel alle Zwitserse stuwmeren ligt nog steeds onder het langjarig
gemiddelde. Een maat hiervoor is de z.g. 'Füllungsgrad' die normaal rond deze tijd ruim
35% is en op dit moment 26% bedraagt. Maatgevend voor de Rijnafvoer is de afvoer
vanuit de Bodensee. Medio vorige week is er in het zuidelijke en centrale deel van het
stroomgebied gemiddeld enkele tientallen millimeters aan neerslag gevallen. Hierdoor is
het peil van de Bodensee in de afgelopen week zo'n 20 cm opgelopen. Het ligt echter nog
steeds ca. 80 cm onder het langjarig gemiddelde, waarmee deze waterstand de laagste
waterstand is die ooit in deze tijd van het jaar is gemeten. Verwacht wordt dat het peil
van de Bodensee in de komende week licht zal oplopen, maar ruim onder het langjarig
gemiddelde zal blijven.
Waterstandsverloop Bodensee, station Romanshorn met langjarig gemiddelde, maximale
en minimale waarden (Bron: Bundesamt für Umwelt, Bern)
Afvoer
De afvoer van de Rijn bij de uitstroming uit de Bodensee bedraagt op dit moment
281 m3/s en is daarmee vrijwel gelijk gebleven aan het debiet van vorige week. Dit
debiet is bijna 300 m3/s lager dan gemiddeld voor juni en is vrijwel gelijk aan de laagste
afvoer die ooit in juni is gemeten. De afvoer van de Rijn bij Bazel is in de afgelopen week
licht gedaald en bedraagt op dit moment 715 m3/s.
Door de gevallen neerslag in het stroomgebied heeft de afvoer van de Rijn bij Lobith een
kleine opleving gehad. Op 10 juni is een maximaal debiet van 1.256 m3/s bereikt. Daarna
is de afvoer weer gaan dalen en bedraagt op dit moment 1.149 m3/s.
Afvoerverwachting 14 juni - 20 juni: De vanaf 10 juni ingezette dalende trend zal zich in
de komende week voortzetten. Naar verwachting neemt de afvoer tot 20 juni met ca.
50 m3/s per dag af en zal rond 20 juni een waarde van ca. 950 m3/s hebben bereikt.
Voor de periode na 20 juni spelen neerslagfronten die mogelijk vanaf 17 juni over het
zuidelijke stroomgebied gaan trekken een belangrijke rol. Op basis van de huidige
weersverwachting zal vanaf 20 juni de afvoer bij Lobith licht gaan oplopen in de richting
van 1.200 m3/s rond 27 juni.
Het langjarige gemiddelde voor midden juni bedraagt ca. 2.200 m3/s.
Afvoerverloop Lobith/Rijn
Conclusie
Op basis van de huidige situatie en de weersvoorspellingen wordt verwacht dat de afvoer
van de Rijn in de komende week van 14 tot 20 juni zal dalen richting een niveau van ca.
950 m3/s (ca. 1.300 m3/s onder het langjarig gemiddelde). Voor de periode na 20 juni
wordt een lichte toename van de afvoer verwacht richting de 1.200 m3/s. De basisafvoer
is laag en zal vanwege de geringe hoeveelheid sneeuw in het Alpengebied en met de
huidige standen van de Zwitserse meren naar verwachting laag blijven.
Alles overziend geeft het Rijngebied een droger dan gemiddeld beeld.
De kans op droogteproblemen blijft in de komende maanden hoger dan normaal.
Maas
De Maas is een snel reagerende regenrivier. Invloed van sneeuw op de afvoer van de
rivier is er alleen in de winter. Anders dan bij de Rijn neemt de afvoer in het voorjaar niet
toe door het smelten van sneeuw en gletsjers in het brongebied. Het stroomgebied van
de Maas kent geen grote watervoorraden in de vorm van gletsjers en stuwmeren. Omdat
het water in een groot deel van het stroomgebied snel wordt afgevoerd, kan de
basisafvoer relatief klein worden in een periode zonder neerslag.
Het jaar 2011 verloopt voor de Maas met uitzondering van het hoogwater van januari wat
lager dan gemiddeld qua afvoer. Aan het begin van de afgelopen winter is er wat meer
sneeuw gevallen dan normaal en dit heeft half januari tot een hoogwater met een
herhalingstijd van ca. 15 jaar geleid. Op dit moment is de afvoer te Luik 63 m3/s,
ongeveer de helft van het normale niveau voor de tijd van het jaar. De uitgangsituatie
voor de zomer van 2011 is dus aan de lage kant.
Op basis van de weersverwachting voor de aankomende week wordt geen wezenlijke
verandering van de afvoer verwacht.
Afvoerverloop Luik/Maas
Conclusie
Droogteproblemen zijn de komende tijd voor de Maas niet waarschijnlijk. Waakzaamheid
is echter wel geboden.
Watertemperatuur bij Lobith en Eijsden
De watertemperatuur van de Rijn bij Lobith en de Maas bij Eijsden bedraagt circa 21
graden. Hierin zal naar verwachting in de komende periode weinig verandering optreden.
Daarmee wordt ook verwacht dat de waterkwaliteitsituatie ongeveer gelijk zal blijven.
Chloride
Onderstaande figuren geven een overzicht van de ontwikkeling van de chloridegehalten
op diverse locaties in de Rijkswateren. Het globale beeld is dat de chloridegehalten de
afgelopen week gedaald zijn. In het Volkerak-Zoommeer is de nagestreefde waarde
echter nog steeds overschreden.
droogtebericht voor waterbeheerders Pagina 12 van 16
Bijlage 1: EPS-Pluim De Bilt
Bijlage 2: Cumulatieve Neerslag De Bilt
droogtebericht voor waterbeheerders Pagina 13 van 16
Bijlage 3: EPS-Pluim Verdun en Pluim Basel
Verdun Basel
Bijlage 4: Toelichting op de EPS-Pluimen
De 15-daagse Ensembleverwachting
Het ECMWF is sinds eind november 2006 begonnen met de tweemaaldaagse levering van een ensemble
weersverwachting die rekent tot 15 dagen vooruit. Dit EPS (VarEPS geheten) draait tot +240 (10 dagen vooruit) op
een horizontale resolutie van ca. 50 km (T399) en vervolgens t/m +360 (dag 11 t/m 15) op ca. 80 km (T255). In
vertikale richting rekent EPS op 62 nivo's.
uitleg:
De groene lijnen : de 50 verstoorde verwachtingen (T399/T255)
De rode lijn : de operationele T799 ECMWF verwachting
De blauwe stippellijn : de onverstoorde T399/T255 verwachting
De bruine stippellijn : het ensemble gemiddelde
Afnemende cumulatieve neerslag ??
Negatieve neerslag kennen we natuurlijk niet; toch zien we op dag 10 van de 15-daagse pluim soms de lijntjes een
klein stukje dalen. Het is ook geen verdamping wat wel eens wordt geopperd. Nee, wat daar gebeurt is het
koppelen (dus op dag 10 van de reeks) van 2 berekeningen die verschillen qua representativiteit in gebiedsgrootte
(van ca. 50 x 50 km naar ca. 80 x 80 km). De accumulaties van neerslag kunnen in de 80x80 representatie soms
iets lager uitpakken (omdat ze het gemiddelde voor een groter gebied moeten representeren). Soms zijn ze iets
hoger, maar dat valt niet op!
Bijlage 5: Afvoervoorspelling Rijn en Maas
Onderstaande figuren geven berekeningsresultaten van de verwachte rivierafvoeren,
gemaakt met verschillende weermodellen en hydrologisch-hydraulische modellen. Deze
figuren worden door de specialisten van het Watermanagementcentrum Nederland
gebruikt om de afvoerverwachtingen op te stellen. Zij houden daarbij rekening met de
specifieke eigenschappen van de onderliggende modellen. Opgemerkt wordt dat op de
Maas het bovenstroomse stuwbeheer zorgt voor sterk wisselende afvoeren, waardoor de
interpretatie wordt bemoeilijkt.