Rijksoverheid
Beantwoording kamervragen over geweld op scholen
Bijlage 1
In antwoord op uw brief van 8 juni 2011 deel ik u mee dat de schriftelijke vragen van het lid Smits (SP) over geweld dat meer voorkomt op grote scholen dan op kleine scholen (ingezonden 8 juni 2011) worden beantwoord zoals aangegeven in de bijlage bij deze brief. De vragen werden mij toegezonden bij uw bovenaangehaalde brief met kenmerk 2011Z12172. De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Marja van Bijsterveldt-Vliegenthart
a
Pagina 1 van 4
2011Z12172 Vragen van het lid Smits (SP) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over geweld dat meer voorkomt op grote scholen dan op kleine scholen (ingezonden 8 juni 2011) 1 Wat is uw reactie op het artikel "Meer geweld op grote school"? 1) Het artikel is een zeer beperkte weergave van het onderzoek van het WODC `Meer jeugdige verdachten, maar waarom?'. Dit onderzoek is een uitgebreide studie naar de relatie tussen maatschappelijke ontwikkelingen en de veranderingen in het aantal jeugdige verdachten van een misdrijf in de periode 1997-2007. De mogelijke relatie tussen schoolgrootte en de mate waarin geweldsincidenten voorkomen, wordt daarin kort genoemd maar onmiddellijk genuanceerd. Dit is in lijn met ander onderzoek naar deze relatie. Zie verder de beantwoording van onderstaande Kamervragen. 2 Hoeveel scholen in Nederland hebben meer dan duizend leerlingen? Er zijn in het voortgezet onderwijs 381 scholen met meer dan 1.000 leerlingen. Een school kan echter meerdere vestigingen hebben waardoor het aantal leerlingen per vestiging beduidend lager uitvalt. Gemiddeld heeft een school ongeveer drie vestigingen. Het gemiddeld aantal leerlingen per vestiging is ruim 700. 3 Wat is uw reactie op de volgende bevinding: "Op scholen met meer dan duizend leerlingen was het aandeel geweldsincidenten drie keer zo hoog als op kleinere scholen. De associatie tussen grote scholen en geweld bleef bestaan, ook als rekening wordt gehouden met individuele kenmerken van leerlingen"? 2) In het onderzoek van het WODC is inderdaad deze bevinding opgenomen. Direct daarna is echter het volgende aangegeven: "Dit zou impliceren dat schaalvergroting in het onderwijs samen kan gaan met een groei in aan agressie gerelateerde criminaliteit. De aanname is dan wel dat de ratio leerlingen per leerkracht toeneemt. Weijters (2008) vindt bijvoorbeeld dat als rekening wordt gehouden met de ratio tussen leerlingen en leerkrachten het effect van schoolomvang op zelfgerapporteerde delinquentie verdwijnt." In Nederland zijn de afgelopen 20 jaar verschillende landelijke onderzoeken naar pesten en geweld in het onderwijs uitgevoerd (ITS, 1992, 1994, 2001, 2006 en 2008) op scholen voor speciaal onderwijs, praktijkonderwijs, vmbo, havo en vwo. Daarin werd juist gevonden dat op grote(re) scholen minder geweldsincidenten plaatsvinden. Op basis van deze onderzoeken hebben de onderzoekers geconcludeerd dat het het meest zuiver is te kijken naar leerling-kenmerken in plaats van naar klas- of schoolkenmerken (zoals schoolgrootte). Vooral leerlingkenmerken die te maken hebben met sociale en cognitieve aspecten blijken 'verklarend' voor geweld. Als er slechts wordt gekeken naar schoolgrootte, is er contaminatie van leerling-kenmerken en schoolomvang-kenmerken. In kleine scholen (speciaal onderwijs, praktijkonderwijs) zijn bepaalde leerling-kenmerken
Datum Onze referentie 308237
Pagina 2 van 4