SGP


SGP: haast geboden bij aanpak overmatig alcoholgebruik

Overmatig alcoholgebruik is een groot maatschappelijk probleem. Een op de tien sterfgevallen in Europa heeft te maken met alcoholgebruik. Jongeren drinken steeds jonger. Steeds vaker. Steeds meer. Nog recent kregen we onthutsende cijfers onder ogen dat het aantal jeugdige comazuipers door alcoholvergiftiging sinds 2007 is verdubbeld naar 700! Er is volgens de SGP dus àlle reden om haast te maken met het bestrijden van deze problematiek.

---

Wijziging Drank- en Horecawet
14 juni 2010
E. Dijkgraaf

Overmatig alcoholgebruik is een groot maatschappelijk probleem. Een op de tien sterfgevallen in Europa heeft te maken met alcoholgebruik. Jongeren drinken steeds jonger. Steeds vaker. Steeds meer. Nog recent kregen we onthutsende cijfers onder ogen dat het aantal jeugdige comazuipers door alcoholvergiftiging sinds 2007 is verdubbeld naar 700! Gemeenten worstelen met de overlast die jongeren onder invloed van alcohol veroorzaken. Als de politie moet uitrukken om overlast te bestrijden, blijkt er vaak alcohol in het spel. Illustratief is ook dat het aantal jongeren dat met een alcoholvergiftiging op de Spoedeisende Hulp wordt binnen gebracht nog altijd toeneemt. De economische schade als gevolg van alcohol bedraagt al met al miljarden per jaar. Er is dus àlle reden om haast te maken met het bestrijden van deze problematiek.

Laat ik vooraf opmerken dat de SGP-fractie het voorliggende wetsvoorstel een verbetering van de huidige Drank- en Horecawet vindt. Er zijn diverse nieuwe instrumenten en maatregelen in opgenomen die een serieuze bijdrage kunnen leveren aan het verminderen van alcoholmisbruik en het handhaven van de openbare orde. Ik noem de vereenvoudiging van het vergunningenstelsel, de strengere handhavingmogelijkheden voor het bevoegd gezag en het strafbaar stellen van alcoholbezit voor jongeren onder de 16 jaar. Tegelijkertijd vindt de SGP het jammer dat op sommige themaâs niet is doorgepakt. Daarmee blijft ook dit wetsvoorstel hinken op twee gedachten.

Landelijke leeftijdsgrens naar 18 jaar
orzitter, de belangrijkste verbetering die in dit wetsvoorstel aangebracht kan worden, is volgens de SGP het verhogen van de leeftijdsgrens van de verkoop van alle alcohololische dranken naar 18 jaar. In het wetsvoorstel van de vorige regering kregen gemeenten de mogelijkheid te experimenteren met het optrekken van de leeftijdgrens voor alle alcoholische dranken naar 18 jaar. De SGP vond dat een stap in de goede richting, al constateerden we met de regering dat daar haken en ogen aan kleefden, zoals het alcoholtoerisme wat daardoor mogelijk zou ontstaan tussen gemeenten. Maar in plaats van de juiste conclusie daaraan te verbinden, zet de regering een forse stap terug door de leeftijdsgrens voor de verkoop van licht alcoholische dranken opnieuw generiek op 16 jaar te zetten .

Daarmee doet de regering volstrekt onrecht aan de problemen en de goede argumenten die er zijn voor een verhoging van de leeftijdsgrens naar 18 jaar. De meeste gemeenten zijn hier voorstander van, aangezien zij dagelijks geconfronteerd worden met de negatieve gevolgen van alcoholmisbruik. Bovendien is het draagvlak onder de Nederlandse bevolking voor een landelijke leeftijdsgrensverhoging groot. Onderzoek van het NIPO (mei, 2007) wees uit dat 76% van de Nederlandse bevolking een landelijke leeftijdsgrensverhoging, van 16 naar 18 jaar, steunt. Ook het merendeel (71%) van de jongeren tussen de 16 en 19 was opvallend genoeg vóór een verkoopverbod van alcohol onder de 18.

In het vorige debat over de Drank- en Horecawet bleek dat geen enkele partij principieel tegen een verhoging van de leeftijdsgrens naar 18 jaar is . De reden waarom er vooralsnog geen Kamermeerderheid lijkt te zijn voor de generieke verhoging van de leeftijdsgrens, is dat een aantal partijen zeggen eerst de handhaving van de huidige leeftijdsgrens op orde te willen krijgen. Dat argument gaat echter niet op. Uit onderzoek van de Universiteit Utrecht blijkt namelijk dat de verhoging van de leeftijdgrens ook leidt tot een feitelijke verhoging van de leeftijdsgrens waarop jongeren gaan drinken . Dit komt doordat het verschil tussen een 14- en 18-jarige duidelijker is, dan tussen een 14- en 16-jarige.

Al met al meent de SGP dat er voldoende reden is de leeftijdgrens te verhogen naar 18 jaar. Inmiddels heeft mijn fractie het amendement van mijn voorganger Van der Vlies op stuknummer 8 samengevoegd met het amendement van collega Voordewind. Daarom trek ik het amendement-Van der Vlies op stuknummer 8 in. Ik wil de minister vragen het samengevoegde amendement positief te bejegenen. De samenleving er klaar voor. Nu de regering nog.

Experiment ophogen leeftijd in politieregio's?
Als de regering â ondanks alle goede argumenten â nog steeds niet overtuigd is, dan vraag ik wat zij vindt van de tussenoplossing om op regionaal niveau, bijvoorbeeld op het niveau van een politieregio, te mogen experimenteren met een verhoging van de leeftijdsgrens naar 18 jaar. Daarmee wordt het belangrijkste bezwaar tegen het experimenteerartikel weggenomen: alcoholtoerisme wordt lastiger door de grote afstand die jongeren onder de 18 moeten afleggen voor het kopen van alcohol. Bovendien schat de SGP in dat de meeste regioâs deze mogelijkheid zullen omarmen, zodat het alcoholtoerisme uiteindelijk helemaal verdwijnt. Graag een heldere reactie van de minister op dit idee.

Verkoop onder kostprijs
Al enkele jaren wordt gesproken over de noodzaak van het tegengaan van verkoop van alcohol beneden de kostprijs door een wettelijk verbod, zoals ook vastgelegd in de breed gedragen motie Van der Vlies c.s (27565, nr. 16). Met name minderjarigen zijn voor deze acties erg gevoelig omdat ze én heel voordelig aan alcohol kunnen komen én in korte tijd heel veel kunnen nuttigen. Met prijsacties tijdens piekmomenten in het jaar of voorafgaande aan feestdagen, wanneer de consument al geneigd is meer te drinken, wordt de consument uitgedaagd nóg meer te drinken. Nu ligt er eindelijk een voorstel om gemeenten de mogelijkheid te geven om prijsacties in een gemeentelijke verordening te regelen. Is deze minister het met de SGP eens dat dit voorstel echt tekort schiet, omdat daarmee het risico van alcoholshoppen in een andere gemeente blijft bestaan? De SGP-fractie heeft in ieder geval drie amendementen ingediend die zorg dragen voor een landelijk verbod op de wijdverbreide praktijk van prijsacties zoals âhappy hoursâ, stuntprijzen in supermarkten en de verkoop onder de kostprijs. Ik krijg graag een inhoudelijke reactie van de minister op deze drie amendementen.

Handhaving
Stevige regels opnemen in de Drank- en Horecawet helpt niets als handhaving niet op orde is. Al jarenlang wordt gesproken over het handhaven van de leeftijdsgrens voor de verkoop van alcohol, maar keer op keer blijken te jonge kinderen eenvoudig alcohol te kunnen kopen. Onderzoek van het Trimbos Instituut toont aan dat het kopen van alcohol een jongere van 14 of 15 jaar â met name in supermarkten - niet noemenswaardig meer tijd kost dan het kopen van frisdrank. Daarom vindt de SGP het niet alleen belangrijk dat de leeftijdsgrens opgehoogd wordt naar 18 jaar, maar dat tegelijkertijd ook de handhaving verbeterd wordt.

De SGP zag in dit verband veel kansen in het oorspronkelijke voorstel dat de burgemeester de alcoholafdeling van een supermarkt moest sluiten als een supermarkt binnen één jaar drie keer bekeurd wordt voor het niet naleven van de leeftijdsgrenzen. Wij vinden het jammer dat de minister dit gewijzigd heeft in een bevoegdheid voor de burgemeester. Waarom was deze wijziging nodig, aangezien de burgemeester al de bevoegdheid had in bijzondere omstandigheden van de regel af te wijken ? Is de minister niet bang dat de prikkel voor supermarkten om de leeftijdsgrens te handhaven met deze wijziging nog kleiner wordt dan die nu al is? In de praktijk komt het nauwelijks voor dat supermarkten binnen een jaar drie keer gecontroleerd worden. Bovendien kan de druk op de burgemeester worden opgevoerd door de overtreder om toch niet tot sluiting over te gaan. Graag een heldere reactie.

De minister geeft aan dat zij het niet als haar taak ziet om één of enkele sluitende controlesystemen aan te bevelen. Maar ziet de minister het â gezien de jarenlang voortslepende problematiek - dan wel als haar taak om ervoor te zorgen dat ieder bedrijf dat alcohol verkoopt een sluitend controlesysteem introduceert? Dat kan enorm schelen in de handhavingscapaciteit en maakt een einde aan de mogelijkheden om alcohol onder de leeftijdsgrens te kopen.

Alcoholreclameverbod
Steeds meer onderzoek wijst uit dat een verbod op alcoholreclame - naast prijsmaatregelen en het handhaven van de leeftijdsgrens - de meest effectieve methode is om schadelijk alcoholgebruik tegen te gaan. Daarom heeft de SGP een amendement op stuknummer 10 ingediend om dit te bereiken. Het wordt tijd om eens echt werk te maken van een verbod voor reclame en sponsoring door de alcoholbranche. Ik heb daarvoor een aantal argumenten.

1) Alcoholreclames hebben een ongekende aantrekkingskracht op jongeren. Onderzoek wijst uit dat jongeren vroeger beginnen met drinken en meer drinken wanneer zij aan meer alcoholreclame worden blootgesteld. Deze wetenschappelijke conclusie is tevens bevestigd door de Science Group van het Europese Alcohol and Health Forum van de Europese Commissie.
2) Alcoholreclame ondergraaft de preventieboodschap, omdat daarin de indruk wordt gewekt dat het een normaal en onschadelijk middel is en nog stoer ook.

3) Een alcoholreclameverbod tussen 06.00 uur en 21.00 uur is volgens de SGP onvoldoende omdat de doelgroep van jongeren rond de 16 jaar (en met instemming van de Kamer hopelijk straks 18 jaar) door deze maatregel niet wordt beschermd. Zij zien ook na 21:00 uur nog televisieprogrammaâs en komen dus nog teveel in aanraking met alcoholreclames. Sinds de invoering van de alcoholreclamebeperking zien jongeren na 21.00 uur zelfs meer alcoholreclames, zoals blijkt uit data van The Nielsen Company.

4) Zelfregulering van alcoholreclames heeft tot niets geleid. Als er een klacht wordt ingediend omdat een reclame overduidelijk in strijd is met de code, wordt die heel vaak afgewezen. Dit komt doordat de alcoholadverteerders de regels zo specifiek hebben geformuleerd, dat veel aantrekkelijke reclame hier buiten valt en dus gewoon is toegestaan, ondanks de aantrekkelijkheid voor jongeren. Voor wie dat niet gelooft: u kunt bij mij langskomen. Ik heb een mapje met voorbeelden klaarliggen.

5) Met een algeheel verbod is er niet langer meer een onderscheid tussen reclame voor alcohol en tabak. Ook tabaksreclame is verboden en alles wijst erop dat dit zijn vruchten begint af te werpen! In feite is er geen wezenlijk verschil tussen alcohol en tabak: beide stoffen zijn kankerverwekkend, brengen vergelijkbare schade toe aan de maatschappij en zijn slecht voor kinderen. In het (draft) WHO European Action Plan voor 2012-2020 stelt de WHO dan ook voor om stapsgewijs toe te werken naar een totaalverbod op alcoholreclame.

Ik vraag de minister op deze analyse inhoudelijk te reageren. Bovendien vraag ik haar, gezien de overtuigende argumenten voor een alcoholreclameverbod, hierover een positief advies aan de Kamer mee te geven.

Vervangen code door wettelijke reclameregeling
Mocht deze minister een algemeen verbod op alcoholreclame â ondanks alle goede argumenten - toch naast zich neer leggen, dan vraag ik de haar toch op zijn minst artikel 15 van de Europese Audiovisuele Mediadiensten Richtlijn (AVMDR) in de wet op te nemen, deels ter vervanging van de huidige code . Erkent de minister dat bijna geen enkel Europees land de regelgeving rondom alcoholreclame heeft uitbesteed aan de alcoholbranche zelf? De Europese Commissie heeft verscheidene keren aan Nederland laten weten twijfels te hebben over de correcte naleving van artikel 15 van de Richtlijn. En ook in Nederland is in verschillende evaluaties van de Reclame Code geconstateerd dat âhet instrument van zelfregulering onvoldoende zwaar is, niet ver genoeg reikt en derhalve een onvoldoende bijdrage levert aan het alcoholpreventiebeleid richting jongeren.â Diverse wetenschappelijke onderzoeken wijzen uit dat zelfregulering niet effectief is.

Als artikel 15 van de Audiovisuele Mediadiensten Richtlijn alsnog wordt opgenomen in de Mediawet, vindt de SGP het belangrijk dat de toetsing van alcoholreclames plaatsvindt door een onafhankelijke instantie, die naast de reclamevrijheid ook let op de gezondheidsaspecten. Daarmee weet Nederland zeker dat het voldoet aan de richtlijn. Graag hoor ik van de minister of zij hierop een nota van wijziging bij de Kamer wil aanbieden. Als zij daar niet toe bereid is, overweeg ik op dit punt een amendement in te dienen.

Opnemen definitie alcoholreclame in wet
Voorzitter, we zien dat de alcoholproducenten steeds nieuwe en meer interactieve, gepersonaliseerde vormen van alcoholmarketing ontwikkelen. We zien echter dat in de nieuwste versies van de Reclamecode voor Alcoholhoudende dranken niets is opgenomen over het relatief nieuwe fenomeen buzzmarketing (mond-tot-mond reclame). Daardoor zal er als we niet oppassen een verschuiving optreden naar minder controleerbare marketingvormen die ook nog eens aan geen enkele regel hoeven te voldoen. Omdat de industrie zichzelf niet op nog onontgonnen gebieden aan banden zal leggen, vindt de SGP het van belang dat in de wetstekst een sluitende definitie van alcoholreclame wordt opgenomen die ook nieuwe vormen van marketing omvat. Artikel 2 DHW maakt dit mogelijk. Graag hoor ik van de minister of zij hiertoe een nota van wijziging wil indienen bij de Kamer. Zo niet, dan overweegt mijn fractie daar zelf mee komen.