Rijksoverheid
Minister Schultz van Haegen: `Ruimte voor Nederland'
Nieuwsbericht | 14-06-2011
Er komt veel meer bewegingsvrijheid voor regio's op het gebied van
ruimtelijke ordening. Minister Melanie Schultz van Haegen
(Infrastructuur en Milieu) doet dit door het terugbrengen van nationale
ruimtelijke belangen en door te schrappen in regels en procedures. Zij
ontvouwt haar plannen in de ontwerp-Structuurvisie Infrastructuur en
Ruimte die zij vandaag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.
Tegelijkertijd geeft zij aan welke richting zij met het
infrastructuurbeleid wil inslaan, in welke infrastructuurprojecten zij
de komende jaren gaat investeren en op welke manier de bestaande
infrastructuur beter benut kan worden. `Ik wil ruimte maken voor
Nederland', aldus de minister.
Maatwerk
De voorgestelde wijziging van het ruimtelijk beleid komt voort uit
verschillende ontwikkelingen. De belangrijkste is dat de regionale
verschillen in Nederland toenemen. Dat maakt maatwerk noodzakelijk.
`Beslisruimte zo dicht mogelijk bij de burger, dat wordt het
uitgangspunt. Het Rijk moet zo weinig mogelijk op de stoel van
provincies en gemeenten willen zitten. Mensen weten zelf het best hoe
ze moeten inspelen op de eigen situatie', aldus Schultz. Zo kunnen de
regionale verschillen in groei en krimp gericht worden aangepakt.
Ingewikkelde regelgeving en meerdere bestuurslagen die verantwoordelijk
zijn voor de besluitvorming maken het Nederlandse ruimtelijke
ordeningsbeleid weinig slagvaardig. Daarom schrapt Schultz in de
rijksbemoeienis. Zo ziet zij af van landsdekkende
verstedelijkingsafspraken en locatiebeleid (bijvoorbeeld nationale
landschappen, rijksbufferzones en snelwegpanorama's).
Het omgevingsrecht wordt vereenvoudigd, waardoor de doorlooptijd van
procedures gehalveerd kan worden. Bovendien scheelt het jaarlijks 650
miljoen euro aan administratieve lasten.
Nationale opgaven en belangen
Door provincies en gemeenten de ruimte te geven, kan het rijk zich
richten op het behartigen van ruimtelijke belangen die van nationale en
internationale betekenis zijn. De ontwikkeling van de stedelijke
regio's rond mainports, brainport en greenports gaat gepaard met
economische ontwikkeling, energiebehoefte, vraag naar woningen en meer
mobiliteit. Projecten als de Zuidas, de ontwikkeling van Schiphol,
Rotterdam-Zuid, brainport Eindhoven en de schaalsprong Almere zijn
cruciaal voor de nationale economie. Netwerken voor energie en
buisleidingen zijn van nationaal belang. Ook het waarborgen van de
waterveiligheid, van unieke natuurlijke en cultuurhistorische waarden,
gezondheid en veiligheid is een taak van het Rijk. Uitgangspunten is
zorgvuldig ruimtegebruik. Daartoe introduceert Schultz een
voorkeursvolgorde (`ladder') voor duurzame verstedelijking.
Infrastructuur en ruimte worden veel meer in samenhang aangepakt. Het
Rijk zet zo in op een concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig
Nederland.
Ruimte voor nieuwe investeringen
Het infrastructuurnetwerk moet robuuster en meer samenhangend worden.
Het selectieve investeringsbeleid is daarop gericht. Voor heel
Nederland wordt de basis op orde gebracht. Het extra beschikbare geld
wordt voor een belangrijk deel besteed aan projecten die bijdragen aan
een betere bereikbaarheid van de gebieden met de grootste economische
verdiencapaciteit voor Nederland. Tot en met 2020 zijn de keuzes voor
infrastructurele projecten al gemaakt. Voor de jaren 2021-2028 is
financiële ruimte voor nieuwe investeringen van 19,4 miljard euro.
Schultz gebruikt hiervan 7,3 miljard voor nieuwe investeringen, zodat
ook haar opvolgers voldoende financiële ruimte overhouden. Een paar
voorbeelden van nieuwe investeringen: ring Utrecht fase 2 (A12), A7, A8
en A10 ten noorden van Amsterdam, A1 Oost, nieuwe westelijke
oeververbinding in Rotterdam, Rijnlandroute bij Leiden, en de A27 en
A58 in Brabant worden aangepakt.
In de Randstad wordt 2x4 rijstroken de standaard; daarbuiten moeten op
termijn alle hoofdverbindingen 2x3 worden. In deze kabinetsperiode
wordt 800 kilometer aan extra rijstroken aangelegd. Ook worden
vaarwegen versterkt en komt er hoogfrequent spoor met om de 5 tot 6
minuten een trein op de drukste treinverbindingen tussen de grote
steden in de Randstad, Brabant en Gelderland. Bovendien wordt veel
geld uitgetrokken voor het verbeteren van het wegonderhoud.
Beter benutten
Het infrastructuurbeleid wordt integraal aangepakt. Door weg, spoor,
regionaal OV en vaarwegen in samenhang met ruimtelijke ontwikkeling te
bekijken kan veel winst worden geboekt. Schultz trekt voor een betere
benutting van de bestaande netwerken 794 miljoen euro uit. Zo gaan
buiten de spits spits- en plusstroken langer open, in- en
uitvoegstroken worden verlengd, er wordt geïnvesteerd in
fietsenstallingen bij stations en het potentieel in de binnenvaart
wordt beter ingezet.
Naast verkeerstechnische maatregelen zet zij in op vermindering van de
spitsdrukte in de gebieden met de grootste knelpunten. Onderdeel
daarvan is de toepassing van nieuwe technologie en IT-toepassingen voor
individuele en actuele reisinformatie.
De minister werkt in de regio's met het bedrijfsleven en lokale en
regionale bestuurders aan regionale pakketten. Dit najaar moeten deze
maatregelpakketten op tafel liggen. Het gaat ook om afspraken over
werktijden, thuis werken en de keuzes die werknemers hebben voor de
wijze van vervoer. Onderzocht wordt welke fiscale regels dit beleid
kunnen ondersteunen.
Fileontwikkeling
De files nemen voor het eerst sinds lange tijd af in plaats van toe.
Dat komt zeker niet alleen door de economische crisis. Aangetoond is
dat het beleid effectief is. Dat zal de komende jaren blijken door een
verdere afname van de files.
Documenten en publicaties
Aanbieding Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte
Kamerstuk | 14-06-2011 | IenM
Prioritering investeringen mobiliteit en water
Kamerstuk | 14-06-2011 | IenM