Vereniging van Toezichthouders in Woningcorporaties


Boardroom dynamics: voorzitter rvc bovenaan rangorde 14 juni 2011 15:34

Bij de onderlinge invloedsrelaties van bestuurders en commissarissen is sprake van een duidelijke rangorde. De voorzitter van de raad van commissarissen staat bovenaan deze rangorde, gevolgd door de bestuursvoorzitter en daarna de overige bestuurders. De overige commissarissen staan onderaan de rangorde.

Bij de onderlinge verhoudingen speelt lidmaatschap van de auditcommissie nagenoeg geen en lidmaatschap van de remuneratiecommissie geen rol.

Dat is een van de resultaten uit het onderzoek 'Boardroom dynamics - een onderzoek naar onderlinge verhoudingen in de boardroom' (download). Het onderzoek, dat is uitgevoerd door Dennis Veltrop, Reggy Hooghiemstra en Jaap van Manen van de Rijksuniversiteit Groningen, is vandaag gepresenteerd tijdens de besloten debatsessie 'Andere tijden, andere rollen - De veranderende rol van de raad van commissarissen' bij de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) in Amsterdam.

Aanleiding voor het onderzoek is het feit dat commissarissen en bestuurders momenteel volop in de schijnwerpers staan, maar dat er erg weinig bekend is over de onderlinge verhoudingen in de bestuurskamer. En dat terwijl voor een effectieve governance van een organisatie de 'tone at the top' zeer belangrijk is. Voor deze tone at the top zijn de onderlinge verhoudingen in de bestuurskamer een belangrijke bepalende factor.

Om die onderlinge verhoudingen in kaart te brengen vroegen de onderzoekers 92 bestuurders en commissarissen elkaar te beoordelen. Daarvoor kregen de deelnemers een aantal stellingen voorgelegd met betrekking tot de onderwerpen 'invloedsrelaties', 'conflict' en 'vertrouwen'.

Andere bevindingen uit het onderzoek:

* Bestuursvoorzitters zijn geneigd anderen meer te vertrouwen, terwijl de overige bestuurders juist geneigd zijn anderen minder te vertrouwen. Verder heeft men over het algemeen meer conflicten met de overige bestuurders.

* Alleen commissarissen met een hoofdfunctie elders worden minder vertrouwd. Het aantal nevenfuncties en het aantal commissariaten houden nagenoeg geen verband met de mate van invloed, conflicten met of vertrouwen in de betreffende commissaris of bestuurder.
* Er is wel een positief verband tussen het aantal nevenfuncties en de beïnvloedbaarheid van de betreffende persoon. Naarmate het aantal nevenfuncties toeneemt is deze persoon meer beïnvloedbaar, mits deze nevenfuncties niet uit commissariaten bestaan. Bij een groter aantal commissariaten is een commissaris of bestuurder juist minder beïnvloedbaar.

* De ondervraagden hebben over het algemeen minder conflicten met vrouwelijke bestuurders en commissarissen.

* Naarmate de aanstellingsduur van een commissaris of bestuurder toeneemt hebben anderen meer emotionele conflicten met deze persoon en heeft deze persoon meer emotionele conflicten met anderen.
* Extraversie is een consistente voorspeller van de invloedsrelaties van bestuurders en commissarissen.

Naar aanleiding van de resultaten doen de onderzoekers in het rapport een vijftal aanbevelingen met betrekking tot de samenstelling van de raad van commissarissen en het bestuur.