Ingezonden persbericht
Henk Wildschut wint Dutch Doc Award met 'Shelter'
Ronald Plasterk reikt grootste prijs voor documentaire fotografie uit
Documentair fotograaf Henk Wildschut (44) heeft zaterdag de Dutch Doc Award 2011 gekregen voor zijn project Shelter. Met grote volhardendheid heeft de fotograaf jarenlang de geïmproviseerde hutjes en tentjes van illegalen gefotografeerd door heel Europa. De prijs van 20 duizend euro is zaterdag in Utrecht uitgereikt door Ronald Plasterk, oud-minister van Cultuur tijdens de Dutch Doc Days, een nieuw festival over documentaire fotografie.
In Shelter richt Wildschut zijn camera niet op de economische vluchtelingen zelf, maar op hun tijdelijke schuilplaatsen, de shelters. Vooral naar Calais, waar illegalen soms maandenlang bivakkeren in de hoop de oversteek naar Engeland te maken, keerde Wildschut vaak terug. Hij was verrast door de inventiviteit en soms zelfs esthetische kwaliteit van de zelfbouwhuisjes, die veelal in schril contrast staat met de wanhoop van de situatie waarin de vluchtelingen verkeren.
De jury koos Wildschut uit zes genomineerden als kandidaat voor de Dutch Doc Award, die geldt als belangrijkste prijs voor Nederlandse documentaire fotografie. Juryvoorzitter Plasterk roemde in zijn toespraak 'de spanning die Wildschut in Shelter oproept tussen esthetiek enthiek".
De onderscheiding is vorig jaar voor het eerst uitgereikt en is een initiatief van het Fonds voor beeldende kunsten, vormgeving en bouwkunst.
Van de genomineerden kregen twee projecten een eervolle vermelding. Lost Track van Raoul Kramer en __en Willem van Willem Popelier. Het eerste is een reis langs sporen van de oude Birmaspoorlijn die door dwangarbeiders onder Japanse bezetting in de Tweede Wereldoorlog is aangelegd. __en Willem is een aangrijpend persoonlijk verslag van een jeugd waarbij een eeneiige tweeling gescheiden opgroeide.
De drie gehonoreerde projecten verraden de breedte van Nederlandse documentaire fotografie. Wildschut was gefascineerd dat de verborgen wereld van de illegale migranten in het rijke westen. Kramer werkte als nieuwsfotograaf in het Midden-Oosten, toen hij behoefte kreeg om het verhaal te fotograferen dat zijn opa, dwangarbeider bij de spoorlijn, hem als kind had verteld. Voor Popelier was het onontkoombaar dat hij zijn gelittekende familiebanden toonde, wat in het boek zichtbaar wordt doordat veel van de portretten zijn afgeplakt omdat een deel van de familie niet wilde meewerken.
Noot voor redacties