Algemene Onderwijsbond

10-06-2011

Leraren VO: behoud vier profielen

ls het aan het onderwijspersoneel in het voortgezet onderwijs ligt, blijven de vier profielen. Een nipte meerderheid van 50 procent lijkt dat de beste oplossing. Als er dan iets moet veranderen neigt bijna een kwart ernaar om dan maar alleen Nederlands, Engels en wiskunde te verplichten en de rest vrij te laten, zo blijkt uit de enquete De lat hoger waar ongeveer 4.000 AOb-leden aan deelnamen en die vandaag is gepubliceerd. Voor het verminderen naar twee of drie profielen is weinig aanhang, zoals het regeerakkoord wil. Voor die vermindering is een besparing ingeboekt van 50 miljoen euro.

Het ministerie bombardeert het onderwijs de afgelopen maanden met plannen. Het hele onderwijs gaat op de schop, van basisschool tot aan universiteit. Het moet allemaal anders en beter. De lat hoger, weg met de zesjescultuur. Het onderwijspersoneel vindt ook dat het beter kan, maar vindt wel dat minister Marja van Bijsterveldt te veel tegelijk wil en soms verkeerde keuzes maakt. In de panelenquête geven AOb-leden haar daarom het rapportcijfer 4, het laagste dat een minister ooit haalde. Op zich geven de AOb-leden de verschillende onderwijssectoren gemiddeld een voldoende. Over het basisonderwijs is het panel het meest positief, over het mbo het meest negatief. Maar eensgezind zijn alle deelnemers aan de enquête dat het onderwijs in hun eigen sector beter kan, wat betekent dat er draagvlak is voor de gedachte achter de actieplannen. Voor het basisonderwijs vindt 69 procent dat, in het voortgezet onderwijs 82 procent. Van de werknemers in de bve vindt 86 procent dat het beter kan, in het hbo zelfs 91 procent.
Het idee van prestatiebeloning valt volkomen verkeerd in het onderwijs: zeven van de tien mensen wijzen prestatiebeloning resoluut af. In plaats daarvan kunnen scholen beter slecht functionerende leraren ontslaan, vindt tweederde. Wat de deelnemers duidelijk missen is aandacht voor de klassengrootte. De stelling `voor beter onderwijs moet mijn klas kleiner' krijgt de steun van 79 procent. Bij de open vraag hoe het onderwijs beter kan, staat kleinere klassen in vrijwel elke sector op nummer één.

Deelnemers enquête
De panelenquête werd uitgevoerd onder werkende en studerende AOb-leden. Bijna 6000 begonnen aan de enquête, ongeveer 4000 vulden de complete vragenlijst in. De uitvoering was in handen van Robert Sikkes van de Algemene Onderwijsbond en Nico van Kessel van het ITS van de Radboud Universiteit Nijmegen. Van de deelnemers kwam 46 procent uit het po, 35 procent uit het vo, 13 procent uit de bve en 6 procent uit het hbo. Kijkend naar de functies ging het in hoofdzaak om leraren (80 procent), gevolgd door oop (10 procent), management (6 procent) en studenten (4 procent). De sekseverdeling: 63 procent vrouw, 37 procent man. De leeftijdsverdeling: onder 25 (6 procent), 25-34 (21 procent), 35-44 (18 procent), 45-54 (31 procent), 55-65 (24 procent). Daarmee vormen de deelnemers een goede afspiegeling van het ledenbestand van de AOb. De panelenquête kunt u hieronder downloaden
Mocht u niet beschikken over de voor PDF-documenten noodzakelijke reader dan kunt u deze via onderstaande button downloaden.