Vlaamse Overheid
waarborgregeling aan
Vlaamse Regering past waarborgregeling aan
Persmededeling van de Vlaamse Regering
vrijdag 10 juni 2011
Op initiatief van Vlaams minister-president Kris PEETERS heeft de
Vlaamse Regering vandaag definitief beslist een permanent karakter te
verlenen aan de versoepelingen voor gewone waarborgen, die eerder
ingevoerd waren bij urgentiebesluit tijdens de financiële en
economische crisis. Anderzijds wordt de tijdelijke regeling voor
waarborgen voor overbruggingskredieten stopgezet op 30 juni 2011, nu de
financiële en economische crisis grotendeels achter de rug is en het
herstel zich doorzet. Nu het positief advies van de Raad van State
hieromtrent is bekomen, zal dit Besluit gepubliceerd worden in het
Belgisch Staatsblad.
De ParticipatieMaatschappij Vlaanderen (PMV) verstrekt waarborgen aan
financiële instellingen. Dat laat hen toe om meer financiering aan te
bieden aan ondernemingen en dat tegen aantrekkelijker voorwaarden. In
het licht van de crisis werd het toepassingsgebied van de generieke
Waarborgregeling versoepeld en verruimd. De crisismaatregelen werden
opgenomen in drie urgentiebesluiten. Die aanpassingen hebben hun nut
duidelijk bewezen om de gevolgen van de crisis op de financiële markten
op te vangen.
Versoepeling zorgde mede voor grote toename waarborgen
Vergeleken met 2008, is het gebruik van de Waarborgregeling meer dan
verdubbeld (tot 203.048.528 euro in 2009 en 215.479.653 euro in 2010).
Het aantal gewaarborgde dossiers groeide fors van 705 dossiers in 2008
tot 1.495 dossiers in 2009 en 1.668 in 2010. Dankzij die waarborg
konden ondernemers bankkredieten krijgen die investeringen mogelijk
maakten. Dat betekent dat voor elke euro waarborg meer dan 2,2 euro
investeringen worden gerealiseerd. Dat wijst op de aanzienlijke
hefboomwerking van de generieke Waarborgregeling.
De volgende grafiek (zie bijlage) toont de groei van het aantal
verbintenissen, de waarborg- en kredietbedragen en de investeringen die
mogelijk gemaakt werden door de Waarborgregeling.
In het licht van de economische en financiële crisis werd het
toepassingsgebied van de Waarborgregeling versoepeld en verruimd via
drie urgentiebesluiten.
1. Het eerste urgentiebesluit (7 november 2008) voorzag in:
o de verhoging van de grens, waarvoor een automatische
aanmeldingsprocedure voor de Waarborgregeling volstaat, van 500.000
euro naar 750.000 euro (voor een waarborg groter dan 750.000 euro is
een voorafgaandelijk akkoord van de minister vereist);
o de afschaffing van de verplichting voor de banken en
leasingmaatschappijen om bij gebruik van de Waarborgregeling bepaalde
zakelijke en persoonlijke zekerheden te vestigen, naast de gevestigde
zekerheden, conform de interne procedures van de waarborghouders;
o de mogelijkheid om ook kredieten voor bedrijfskapitaal, die voorheen
niet meer dan 1/3de van de financieringsovereenkomst mochten bedragen,
van de Waarborgregeling te laten genieten.
De afschaffing van de beperking op bedrijfskapitaal, opgenomen in het
eerste Urgentiebesluit, heeft duidelijk zijn vruchten afgeworpen. Zo
werden in 2009 en 2010 meer kredieten voor bedrijfskapitaal onder de
waarborg gebracht, namelijk 24 à 25% van het totale aantal
verbintenissen, terwijl dit percentage in 2008 slechts 10% bedroeg.
Door het optrekken van de grens van het automatisch waarborgsysteem van
500.000 euro naar 750.000 euro is het procentuele aandeel van de
dossiers tussen 500.000 en 750.000 euro gestegen van 0,85% in 2008 naar
ongeveer 6% zowel in 2009 als in 2010.
2. Het tweede urgentiebesluit (6 maart 2009) breidde het
toepassingsgebied van de Waarborgregeling, dat tot dan toe beperkt
gebleven was tot kmo's, uit tot alle ondernemingen. Sinds de start en
tot het eerste kwartaal van 2011 werd voor 45 verbintenissen aangaande
grote ondernemingen een beroep gedaan op de Waarborgregeling voor een
totaal waarborgbedrag van 14,67 miljoen euro.
3. Het derde urgentiebesluit (16 oktober 2009), "Urgentiebesluit ter"
genoemd, maakte het mogelijk de Waarborgregeling in te schakelen voor
overbruggingsfinanciering, om ondernemingen toe te laten tijdelijke
liquiditeitsproblemen ten gevolge van de crisis te overwinnen. Tot 31
maart 2011 konden 183 verbintenissen via het Urgentiebesluit ter van de
waarborg genieten voor een totaal bedrag van 51,8 miljoen euro. Meer
dan de helft van de verbintenissen hadden betrekking op verlenging van
de krediet (waarborg)duur en/of uitstel van kapitaalsaflossingen. Die
kredieten zouden waarschijnlijk opgezegd geweest zijn, indien
Urgentiebesluit ter de mogelijkheid tot verlenging/uitstel niet geboden
had.
Met haar beslissing vandaag wenst de Vlaamse Regering het vermelde
eerste en tweede urgentiebesluit te integreren in de Waarborgregeling
en er aldus een permanent karakter aan te verlenen. Het derde
urgentiebesluit is te beschouwen als een echte tijdelijke
crisismaatregel en dient bijgevolg, nu de financiële en economische
crisis grotendeels achter de rug is en het herstel zich doorzet, te
worden afgeschaft.