Wageningen Universiteit en Researchcentrum
1 jun 2011
Nummer: P033
De hitte van een bosbrand kan de bodem aantasten en die waterafstotend
maken, waardoor de kans op erosie en overstromingen sterk toeneemt.
Cathelijne Stoof van Wageningen University, onderdeel van Wageningen
UR, onderzocht de oorzaken van erosie en overstromingen na bosbranden,
onder meer met een grootschalige experimentele brand in Portugal. Zij
verdedigt vrijdag 10 juni haar proefschrift.
Bosbranden veroorzaken jaarlijks economische en ecologische schade in
een gebied ter grootte van de Europese Unie. In het onderzoek toont
Cathelijne Stoof aan dat het effect van bosbranden op de bodem toeneemt
wanneer de vlammenzee de bodemtemperatuur verder heeft opgejaagd. Maar
opvallend genoeg blijkt de hitte niet ver de bodem in te dringen.
Daardoor is de schade aan de bodem veelal zeer oppervlakkig en beperkt
tot de bovenste paar centimeter. Omdat de bodemtemperatuur bij een
brand sterk afhangt van het vochtgehalte van de bodem blijven vochtige
bodems tijdens een brand een stuk koeler dan droge bodems. Zo blijkt de
temperatuur van een droge bodem op 1 cm diep te stijgen tot 500 graden
Celsius, terwijl op een vochtige bodem de temperatuur bij 90 graden
blijft steken.
Experimentele bosbrand
In een gebied van negen hectare in de Portugese bergen dat in 2009 als
experiment onder gecontroleerde omstandigheden geheel werd afgebrand
bleek de schade aan de bodem beperkt. Omdat het nog relatief vochtig
was bleef het bodemoppervlak relatief koel: gemiddeld 100°C. Toch nam
de erosie in het gebied toe en is de kans op overstromingen vergroot.
Dat komt door het verlies van de vegetatie. Dat effect lijkt daardoor
belangrijker dan onderzoekers eerder dachten. Doordat er na de brand
geen planten meer zijn is de bodem meer blootgesteld aan regen en zon.
Het oppervlak wordt sneller nat, maar droogt ook eerder, en wordt zo
waterafstotend. Omdat infiltratie van regenwater tijdens volgende buien
daardoor beperkt is, neemt de kans op oppervlakte-afvoer van het
regenwater en erosie toe. Hoewel bodemveranderingen zeker een rol
kunnen spelen bij een toename in erosie na bosbranden, laat dit
onderzoek zien dat het verlies van de vegetatie de primaire oorzaak is.
De resultaten van dit onderzoek zijn van nut voor natuur- en
terreinbeheerders, om landdegradatie na brand te verminderen of te
voorkomen. De beste manier om erosie na brand te voorkomen is
logischerwijs het voorkomen van brand zelf, bijvoorbeeld door ander
gebruik van het land of door aanpassingen in het beheer van de
brandbare vegetatie, waarbij bijvoorbeeld ophoping van dood hout wordt
voorkomen. Uit het onderzoek blijkt ook dat gecontroleerde
beheersbranden, zoals die veel in Zuid-Europa plaatsvinden, niet tot
schade aan het bodemsysteem leiden als de bodem vochtig is. Daarom
raadt Cathelijne Stoof de verantwoordelijke overheden aan om bodemvocht
op te nemen in de richtlijnen voor het uitvoeren van gecontroleerde
branden.
Voorts adviseert zij aan beheerinstanties in gevallen waarbij brand
niet voorkomen kan worden, zich na brand te concentreren op een snel
herstel van de bodembedekkende vegetatie, zodat de bodem zoveel
mogelijk beschermd en intact blijft.