Rijksuniversiteit Groningen


Rijksuniversiteit Groningen

Persbericht
Rijksuniversiteit Groningen / nummer 84 / 1 juni 2011

Sjamanisme minder 'tegencultuur' dan aanhangers denken

Tienduizenden Nederlanders houden zich bezig met iets dat ze sjamanisme noemen. De term 'sjamanisme' komt oorspronkelijk uit Siberië, waar Europeanen er aan het einde van de zeventiende eeuw op stuitten. Hedendaags westers sjamanisme wordt gepresenteerd als een vorm van tegencultuur. Niet geheel terecht, zo blijkt uit onderzoek van RUG-promovendus Jeroen Boekhoven. 'Zonder dat sjamanisten het in de gaten hebben, zijn hun ideeën nauw verwant aan de beginselen van het neoliberale kapitalisme.' Boekhoven promoveert op 9 juni aan de Rijksuniversiteit Groningen.

In zijn proefschrift ontrafelt Boekhoven de geschiedenis van het begrip sjamanisme en brengt hij het hedendaags sjamanisme in kaart, mede op basis van veldwerk in sjamanistische kringen. Het begrip sjamanisme had van meet af aan verschillende betekenissen, zo laat hij zien. 'Westerlingen kwamen voor het eerst sjamanen tegen in de zeventiende eeuw in Siberië, maar al snel werden tradities overal ter wereld sjamanistisch genoemd - van boeddhistische in Tibet tot die van Indianen in Noord-Amerika.'

Van duivels tot therapeutisch

Ideeën over wat sjamanisme zou zijn, onthullen veel over de tijd en de context waarin ze opkwamen. Christelijke theologen zagen sjamanen als duivelskunstenaars, verlichtingsdenkers beschouwden ze als achterlijk. In de romantische achttiende eeuw ontstond het beeld van de sjamaan als artistiek begaafde mysticus, negentiende-eeuwse folkloristen beschouwden sjamanen als oervaders van volkscultuur, twintigste-eeuwse psychologen zagen ze als oer-therapeuten. En ook sjamanisten zelf hebben zeer uiteenlopende opvattingen over wat sjamanisme is.

Onzorgvuldig gebruikt

Voor de veelheid van betekenissen van het begrip is te weinig aandacht, vindt Boekhoven. 'Het begrip wordt veel gebruikt, zowel binnen als buiten de wetenschap, zonder dat er kritisch naar gekeken wordt.' Wie zegt dat het begrip sjamanisme onbruikbaar is, maakt zich er te gemakkelijk vanaf, vindt de onderzoeker. Maar even onverstandig vindt hij het om de betekenis over te nemen die aanhangers van sjamanisme aan het begrip geven. Zij presenteren sjamanisme namelijk ten onrechte als een vorm van antimoderne, antikapitalistische tegencultuur, stelt Boekhoven.

Sjamanisme als markt

In zijn onderzoek schetst Boekhoven de wereld van het sjamanisme als een internationale markt met sjamanistische 'producten': van cursussen en boeken tot tijdschriften, scholen, reizen, opleidingen, therapieën, enzovoort. Tijdens veldwerk bij sjamanistische cursussen en workshops werd Boekhoven getroffen door de openheid en tolerantie van deelnemers. Zeer uiteenlopende opvattingen van sjamanisme bestaan naast elkaar.

Sterk individualistisch

Hedendaags sjamanisme is democratisch en sterk individualistisch en dat verschilt met vroegere opvattingen over sjamanisme. In de jaren zestig identificeerde een culturele elite zich met sjamanen. Daarmee claimden ze een bijzondere, charismatische positie. Jim Morrison van The Doors zag zichzelf bijvoorbeeld als sjamaan, omdat hij sjamanistische 'oerkrachten' had. Sinds de jaren tachtig is sjamanisme voor iedereen. Tijdens de praktijken worden participanten aangemoedigd hun eigen leven in de hand te nemen. Het idee dat mensen zelf verantwoordelijk zijn voor hun ontwikkeling en ontplooiing, is typisch iets van deze tijd, stelt Boekhoven. 'Sjamanisten zeggen dat ze zich afzetten tegen een van de natuur vervreemde samenleving, maar uiteindelijk laten ze zich vooral leiden door de ideeën van het neoliberale kapitalisme.'

Curriculum vitae

Jeroen Boekhoven (Waddinxveen, 1963) studeerde godsdienstwetenschap aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG). Hij doceert aan de Academie voor Sociale Studies van de Hanzehogeschool Groningen. Boekhoven promoveert aan de Faculteit Godgeleerdheid en Godsdienstwetenschap van de RUG, bij prof.dr. Y.B. Kuiper en prof.dr. J.N. Bremmer. De titel van zijn proefschrift luidt: Genealogies of shamanism. Struggles for power, charisma and authority.