Ingezonden persbericht
Persbericht
10 mei 2011
Gé Reinders opent expositie Elke dag een draadje... in Verzetsmuseum Amsterdam: kracht en creativiteit van vrouwen in gevangenschap
Gé Reinders, Limburgs zanger, opent op donderdag 9 juni a.s. in het Verzetsmuseum Amsterdam de expositie Elke dag een draadje... Borduren in gevangenschap 1940-1945 gewijd aan een indrukwekkende collectie borduurwerken, gemaakt door vrouwen in gevangenschap tijdens de Tweede Wereldoorlog. Gé Reinders ontdekte na de dood van zijn moeder een zakdoekje waarop ze, in kettingsteek, het beknopte dossier van haar verzwegen oorlogsgeschiedenis had geborduurd: 'Alles wat we, onafgesproken, geprobeerd hebben samen te verstoppen staat hier in een paar regels en roept: "Zie je wel!"'.
Gevangengezet voor bijvoorbeeld het helpen van joden of het rondbrengen van illegale kranten, hielden veel vrouwen, net als moeder Reinders, zichzelf op de been door hun ervaringen te verwerken in borduurwerken. Ook in de interneringskampen in Nederlands-Indië werd massaal geborduurd. Het was een uitlaatklep, bood houvast en het gaf kleur aan het grauwe bestaan. Vrouwen in gevangenschap deden veel moeite om te kunnen borduren. Lappen werden gemaakt van kapotte lakens en kledingstukken, borduurdraadjes werden bijvoorbeeld uit een gekleurde hoofddoek gepeuterd. De vrouwen maakten de borduurwerken voor zichzelf én voor elkaar. Soms wordt uit de borduurwerken duidelijk dat ze bedoeld waren als verjaardagscadeau of kerstcadeau.
Uit de aard van de borduurwerken komen de verschillende omstandigheden in gevangenschap naar voren. In de Nederlandse gevangenissen hadden vrouwen vaak veel tijd om buiten het zicht van de bewaarders te borduren. De was werd door de familieleden gedaan. Via het wasgoed werd van alles de gevangenis in- en uitgesmokkeld. De prachtigste borduurwerken konden daardoor in de gevangenissen tot stand komen. Elke dag een draadje.... toont het werk, de omstandigheden waarin het tot stand kwam en de vrouwen die het maakten.
De tentoonstelling is mede mogelijk gemaakt dankzij de steun van M.A.O.C. Gravin van Bylandt Stichting en het Nationaal Fonds voor Vrijheid en Veteranenzorg.