Dick Broer krijgt Gilles Holst-medaille
Geplaatst: 08 juni, 2011
Prof.dr. Dick Broer ontvangt op 31 oktober in Amsterdam de Gilles Holst
Medaille 2011. De hoogleraar functionele organische materialen aan
TU/e-faculteit Scheikundige Technologie krijgt de onderscheiding voor
zijn onderzoek op het gebied van kristallijne materialen. Volgens het
bestuur van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen
(KNAW) heeft het werk van Broer geleid tot tal van innovaties zoals
lcd-beeldschermen, biosensoren en de gecontroleerde dosering van
geneesmiddelen.
Het juryrapport over Broer is zeer lovend. Met deze prijs wordt
erkenning gegeven aan de combinatie van Broers hoogstaand en
internationaal zeer gewaardeerd wetenschappelijk onderzoek met een hoge
mate van originaliteit en inventiviteit. De grote en breed gedragen
waardering voor deze excellente onderzoeker wordt onderschreven door
het feit dat hij meervoudig is genomineerd voor de Gilles Holst
Medaille 2011, door verschillende wetenschappers vanuit verschillende
onderzoeksorganisaties. De jury was unaniem in haar oordeel.
Broer (1950) is sinds 1996 verbonden aan de faculteit Scheikundige
Technologie. Tot 2010 was hij deeltijdhoogleraar, een functie die hij
combineerde met een loopbaan bij Philips. Van 2004 tot 2010 was hij
vicepresident van Philips Research. Daarna stopte hij met zijn duobaan
en werd voltijds hoogleraar aan de TU/e.
De laureaat ontving eerder al de Gilles Holstprijs van Philips Research
en de Pieter Jan Lemstra Invention Award van het Dutch Polmyer
Institute, het technologisch topinstituut polymeren. Dick Broer is
sinds 2010 lid van de KNAW.
Het Gilles Holst Fonds werd in 1939 opgericht bij gelegenheid van het
vijfentwintigjarig jubileum van Gilles Holst bij de NV Philips. Holst
was directeur van de laboratoria van de Philips Gloeilampenfabrieken te
Eindhoven. De gouden medaille wordt eens per vier jaar uitgereikt aan
een excellente Nederlandse wetenschapper die werkt op het grensgebied
van natuurkunde en scheikunde. Een belangrijke nevenvoorwaarde is dat
het onderzoek heeft bijgedragen aan een praktische toepassing.
Technische Universiteit Eindhoven