Rijksoverheid


Kamervragen van het lid Slob

Geachte voorzitter, Hierbij beantwoord ik de vragen van het lid Slob (ChristenUnie) over de mogelijk inefficiënte uitvoering van de aanpassing van perronhoogtes door ProRail. 1. Kent u het bericht ,,Spoor Hilversum moet acht centimeter omhoog1 en het bericht ,,ProRail bouwde te hoge perrons; aanpassen kost miljoenen?2 1. Ja. 2. Is het waar dat het streven naar een normhoogte voor hoofdrailnetperrons van 76 centimeter al in 1999 bij u en NS Railinfrabeheer bekend was op basis van het onderzoek COST3353 en waar door uw voorganger ook aan wordt gerefereerd in de nota naar aanleiding van het verslag ten aanzien van de concessiewet personenvervoer per trein?4 2. De in het bedoelde bericht genoemde Europese studie uit 2001 is de COST 335. Dit was een richtinggevend advies, een rapport met best practices. Het rapport had geen formele status. De stations en perrons die in die periode zijn gebouwd, zijn conform de vigerende wet en regelgeving (Spoorwegwet) ontwikkeld en gebouwd, met 84 cm bs (boven spoorstaaf) als norm voor perronhoogte. Op 1 juli 2008 is een nieuwe Europese norm voor perronhoogtes van kracht geworden. Deze is opgenomen in de TSI-PRM5. Op grond van deze norm kan Nederland perrons bouwen op de hoogte van 76 of 84 cm bs.
1

Gooi en Eemlander, 14 maart 2011, http://www.gooieneemlander.nl/nieuws/regionaal/hilversumplassen/article8093721.ece/SpoorHilversum-moet-acht-centimeter-omhoog 2 Telegraaf, 23 maart 2011 3
4 5

http://cordis.europa.eu/cost-transport/src/cost-335.htm Kamerstuk 27 216, nr. 7, blz. 49, paragraaf 5.9, 15 januari 2001 Tecnical Specifications for Interoperability, for People with Reduced Mobility Pagina 1 van 4



3. Herinnert u zich de brief van uw voorganger uit 2005 over perronhoogten waarin expliciet wordt toegezegd dat "ook lopende perron/station verbouwingen (...) in de prioritering worden meegenomen"?6

Ministerie van Infrastructuur en Milieu Ons kenmerk IENM/BSK-2011/51744 Uw kenmerk

2011Z06141 3. Ja. In deze brief wordt bedoeld dat aspecten als lopende perron- en stationverbouwingen, maar ook spreiding van bouwoverlast voor reizigers, het beperken van buitendienstellingen vanwege bouwactiviteiten etc. worden meegenomen in de prioritering van de toegankelijk te maken stations. Hierin is ook aangegeven dat van definitieve toepassing van een perronhoogte van 76 cm bs nog geen sprake was. De effecten van een dergelijke aanpassing waren namelijk nog niet volledig helder.